Nieuws

Bij drie van de zeven Torenvalken die in januari 2025 zijn onderzocht bij het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) werd een besmetting met vogelgriep vastgesteld (figuur 1). Dat het virus voorkomt bij de Torenvalk is opmerkelijk.

In de regio Uden, NO Brabant houdt de Ravenwerkgroep van de Vogelwacht Uden e.o. zo’n zes nestlocaties in de gaten en laat de jongen ringen als daar toestemming voor is bij de terreinbeherende organisatie. 

Zonder de vrijwillige bijdrage van alle tellers zouden we niet zoveel weten over de verspreiding en trends van kolonievogels in Zeeland.

Veel watervogels doen het goed in urbaan gebied. De winterse omstandigheden zijn er wat milder en daarnaast worden in veel wijken voorzieningen aangelegd voor waterberging.

We hopen dat jullie in 2025 ook weer aan de slag gaan om de kolonievogels en de (zeldzame) broedvogels te gaan tellen.

Daarom vindt dit jaar het project ‘Meet de Mees’ plaats.

De grootste stijging was bij de Purperreiger in de Wieden van 96 naar 197 territoria!

Zo’n vijftien jaar geleden nog een zeldzaamheid in Gelderland maar in 2024 komt de Cetti’s zanger uit op bijna 500 territoria (486) en de ontwikkeling lijkt nog niet af te zwakken.

Gert kwam al heel vroeg in aanraking met vogelonderzoek. Op zijn zeventiende, in 1973, startte de eerste tellingen voor de Broedvogelatlas van Nederland, en kreeg Gert de vraag of hij hiervoor wilde gaan tellen.

Bij een boerderij kwamen we een bijzondere nestlocatie tegen van minstens 10 paartjes broedende Huismussen in een hooiberg (foto). Ze broeden hier in hooibalen.

De afgelopen Midwintertelling, die in het weekend van 17 tot 20 januari plaatsvond, werd helaas geteisterd door slecht weer. Hardnekkige dichte mist zorgde dat veel gebieden moeilijk geteld konden worden.

Ruim een derde van de landelijke populatie is in dorpen en steden aanwezig. Maar in urbaan gebied nemen de aantallen dramatisch af.