Meeuwen op het dak, waar en hoeveel?

Nederland herbergt grote aantallen broedende Zilvermeeuwen en Kleine Mantelmeeuwen. In de laatste decennia gaan deze soorten steeds vaker op daken broeden. Zo ontwijken ze Vossen en broeden ze dicht bij menselijke voedselbronnen. Ook broeden er steeds meer meeuwen verder in het binnenland. Deze verplaatsingen maken het steeds lastiger om de omvang van de populaties te volgen. Daarom vragen we in 2023 hulp bij het in kaart brengen van dakkolonies in heel het land via het kolonievogelproject.

Zilvermeeuwen op het dak
Op daken broedende Zilvermeeuwen zijn vooral in de kustregio's te vinden (foto: Merijn Loeve)

Dat grote meeuwen ook op daken kunnen broeden is al decennialang bekend in Noordwest-Europa. In Engeland begonnen Kleine Mantelmeeuwen en Zilvermeeuwen in de jaren veertig en vijftig voor het eerst op grotere schaal in kustplaatsen te nestelen. Ze ontdekten dit nieuwe biotoop tijdens een snelle uitbreiding van de populaties en profiteerden waarschijnlijk van nieuwe vuilstortplaatsen die ontstonden na de Tweede Wereldoorlog. In Nederland waren er incidenteel meldingen in dezelfde periode, maar werd broeden op daken bij beide meeuwensoorten pas later algemener. Zo werden daken in het industriegebied van IJmuiden vanaf eind jaren tachtig bezet. Begin jaren negentig verschenen er ook dakbroeders in Alkmaar. Deze verplaatsingen werden vooral veroorzaakt door de komst van de Vos in de Noord-Hollandse duinen, een geduchte nestpredator die er niet voor terugdeinst om volwassen meeuwen op het nest te grijpen.

Ook in de Randstad verschenen in de jaren negentig nesten op daken, zoals in Scheveningen en Katwijk. Niet alleen de Vos, maar ook voedsel lijkt een belangrijke rol te spelen: gezenderde Britse Kleine Mantelmeeuwen die op daken broeden bleken hun voedsel vooral uit stedelijk gebied te halen en hun patronen heel precies af te stemmen op menselijke activiteiten: bij het uitgaan van de school staan ze klaar om weggegooide boterhammetjes te pakken. Nederlands onderzoek liet zien dat meeuwen uit kolonies in het Rotterdamse havengebied als ze kuikens hebben in forse aantallen naar Den Haag komen om daar naar voedsel te zoeken. De stad is voor meeuwen een steeds aantrekkelijkere plek geworden. Vaak tot ergernis van de inwoners.

Verder in binnenland

Naast de verplaatsing van de grond naar het dak is er vanaf de eeuwwisseling ook een duidelijke kolonisatie van het binnenland te merken. Steeds meer Kleine Mantelmeeuwen broeden verder landinwaarts. In 2018 waren er opgeteld minimaal 400 paren in de provincies Limburg, Noord-Brabant, Utrecht, Gelderland, Overijssel en Drenthe. Deze verplaatsingen zouden met de verslechterde voedselsituatie op zee (minder vis overboord) en bestrijding in kustkolonies te maken kunnen hebben. Zilvermeeuwen broeden in zeer kleine aantallen in de zes provincies en laten niet zo’n uitbreiding als Kleine Mantelmeeuwen zien. Bijna alle binnenlandse vestigingen zijn op daken te vinden. Op basis van de voedselrestanten die daar gevonden worden, lijken deze vogels vooral op akkers en menselijke afvalbronnen te foerageren.

Kaart met getelde dakkolonies
Figuur 1: Bekende kolonies van Zilvermeeuw en Kleine Mantelmeeuw in Nederland in 2020-2022, met onderscheid naar 'dakkolonie' en 'natuurlijke' nestplaats.

Gefragmenteerd beeld

Het beeld van de aantallen en verspreiding van meeuwen op daken is erg gefragmenteerd en onvolledig. In de database van Sovon waren er in 2022 in totaal 94 actieve kolonies van Kleine Mantelmeeuwen en 75 actieve kolonies van Zilvermeeuwen op daken bekend (figuur 1). Daarvan werden er in dat jaar respectievelijk 25 en 18 geteld. Sommige kolonies worden jaarlijks geteld, maar in veel gevallen lukt dat niet. Meeuwen broeden vaak erg verspreid op daken en zijn meestal alleen vanaf hogere punten te zien. Soms is het mogelijk om vanaf hogere gebouwen een telling te doen. Heel soms geeft een eigenaar van een gebouw toestemming om het dak te betreden. Meestal worden meeuwen op daken echter als overlast gezien en soms vinden er (illegale) bestrijdingsacties plaats. Pottenkijkers zijn dan niet welkom.

Nieuwe vestigingen op daken blijven makkelijk onopgemerkt. De beste aanwijzingen voor broedende meeuwen zijn vogels die in mei en juni alarmeren en uitvallen doen bij gevaar, zoals naar Zwarte Kraaien en mensen die te dicht bij de nesten komen. Dat doen ze vooral in de fase dat er kuikens zijn (vanaf eind mei). Tijdens de eifase zijn vogels rustiger en alarmeren ze minder fel. De nesten bevinden zich vaak tegen schoorsteentjes, richels, airco’s, lichtkoepels of andere hogere objecten. Als er kuikens zijn, bewaakt ten minste één van de oudervogels het nest en begeleidt deze de jongen op het dak. Vaak staan de broedvogels op uitkijkpunten op het dak. Zo’n vogel op de uitkijk kan overigens ook een niet-broedvogel zijn die alleen maar naar voedsel staat te loeren.

Wie zoekt er mee?

Van allerlei regio’s en plaatsen hebben we het vermoeden dat er meeuwen op daken broeden. Soms is de kolonie al bij Sovon bekend, maar wordt deze niet geteld. In 2023 willen we een zo goed mogelijk landelijk beeld krijgen van de verspreiding en aantallen meeuwen op daken. In samenwerking met Buijs Eco Consult en Deltamilieu Projecten zullen enkele grote dakkolonies met vliegtuigtellingen en hoge resolutie luchtfoto’s worden geteld. Maar bovenal roepen we vogelwerkgroepen en individuele vogelaars op om dit voorjaar mee te helpen met het in kaart brengen en tellen van dakkolonies.

Weet je een kolonie te zitten en kun je daar tellingen organiseren, dan is dat heel fijn:

  • Een uitgebreide instructie staat op sovon.nl/dakkolonie.
  • Meldingen van (vermoedelijke) dakkolonies zonder telling zijn ook welkom.
  • Let op vogels met kleurringen en meld die via ring@buijsecoconsult.nl.
  • Ook Stormmeeuwen en Visdieven broeden geregeld op daken en kunnen worden ingevoerd via het telproject Kolonievogels.

Sovon-nieuws

Dit artikel verscheen eerder in Sovon-nieuws 1 van 2023. Leden van Sovon krijgen vier keer per jaar Sovon-nieuws toegestuurd met actuele informatie over de vogelstand, interviews met vogelonderzoekers en de eerste resultaten van tellingen. Word ook lid van Sovon en steun het onderzoek naar vogels in Nederland.

 

Teller telt een huiszwaluwkolonie

Met kolonievogeltellingen volgen we de ontwikkelingen van de aantallen en de verspreiding van vogels die in kolonies broeden.

Tijd
1 out of 5 stars
Kennis
2 out of 5 stars