Matig broedseizoen Grutto, aantal jongen neemt niet verder af
Het afgelopen broedseizoen was voor de Grutto in Nederland weer onder de maat. Hoewel 2022 zeker niet tot de slechtste jaren behoorde, brachten de Grutto’s toch te weinig jongen groot om de populatie in stand te houden. Het aantal grootgebrachte jongen neemt overigens niet verder af.
Sinds 2012 doen de Rijksuniversiteit Groningen en Sovon Vogelonderzoek Nederland , geholpen door tientallen vrijwilligers onder leiding van gruttokenner Gerrit Gerritsen, onderzoek naar het broedsucces van de in Nederland broedende Grutto’s. Dit resulteert in een jaarlijkse schatting van het aantal jonge Grutto’s dat ‘vliegvlug’ is geworden. De schatting is gemaakt op basis van waarnemingen van vliegvlugge jongen die als kuiken van kleurringen zijn voorzien.
Te weinig jongen
In 2022 zijn ongeveer 8.800 jonge Grutto’s uitgevlogen, waarmee 2022 in de middenmoot valt ten opzichte van de afgelopen jaren. Deze uitkomst ligt 8% boven het gemiddelde over de jaren sinds het begin van de tellingen. Toch is het aantal jonge Grutto’s te laag om de populatie in stand te houden. Die wordt voor heel Nederland voor 2022 geschat op 27.600 broedparen. Samen zouden die ongeveer 12.000 jongen moeten grootbrengen om de sterfte te compenseren. Al sinds de start van dit project hebben Grutto’s een te lage reproductie, hoewel de situatie in 2017, 2019, 2021 en 2022 gunstiger lijkt (zie figuur). Positief punt is dat het aantal jongen dat grootkomt wel schommelt van jaar op jaar, maar niet afneemt. Dit terwijl het aantal broedparen in Nederland nog steeds verder afneemt.Het afgelopen broedseizoen was voor de Grutto in Nederland weer onder de maat. Hoewel 2022 zeker niet tot de slechtste jaren behoorde, brachten de Grutto’s toch te weinig jongen groot om de populatie in stand te houden. Het aantal grootgebrachte jongen neemt overigens niet verder af.
Hoopvol begin broedseizoen
Het broedseizoen begon hoopvol. Mooi weer in maart zorgde voor een vroege start van het broedseizoen in Friesland; de gemiddelde legdatum was daar 4,5 dag vroeger. Er werden maar weinig nesten geroofd door predatoren, waardoor er veel vroege kuikens werden gezien. Die hebben een grotere overlevingskans dan kuikens die later in het voorjaar uitkomen. Hierdoor rees de hoop dat de Grutto wel eens een goed broedseizoen tegemoet zou kunnen zien. Helaas kwamen er later toch veel kuikens om, waardoor het seizoen slechts iets beter was dan normaal. De situatie in andere delen van het land was vergelijkbaar met die in Friesland, zo bleek uit schattingen van het ‘Bruto Territoriaal Succes’, gemaakt op basis van tellingen van alarmerende paren. Mogelijk heeft predatie en de grote droogte later in voorjaar en zomer de Grutto’s parten gespeeld. Ten tijde van de jongentellingen waren de weilanden al gortdroog.