Nestkaarten
Met het Meetnet Nestkaarten verzamelen we gegevens over het broedsucces van vogels: wanneer starten ze met broeden, hoeveel eieren leggen ze en hoeveel jongen worden er groot? Het project werd in 1995 gestart als aanvulling op de broedvogelmonitoring. Aantalsveranderingen van broedvogels zijn vaak voor een deel te verklaren met gegevens over het broedsucces.
Jaarlijks vullen vrijwilligers en professionele onderzoekers duizenden nestkaarten in. Veel nestonderzoek wordt uitgevoerd onder coördinatie van soortwerkgroepen. Van alle soorten zijn nestkaarten welkom: van Pimpelmezen in een nestkast tot Haviken met een nest hoog in een boom. De nestcontroles mogen alleen met een registratiebewijs en op zorgvuldige wijze worden uitgevoerd.
Toepassing
De gegevens over het broedsucces worden gebruikt om veranderingen in vogelpopulaties te verklaren, bijvoorbeeld in geïntegreerde populatiemodellen. Van veel soorten is de informatie over het broedsucces en legbegin beschikbaar via de soortinformatie.
Meedoen
Van alle soorten zijn nestkaarten welkom, inclusief vogels in de eigen tuin en in nestkasten. Om nestonderzoek zorgvuldig te kunnen uitvoeren, dien je volgens een gedragscode te werken en in het bezit te zijn van een registratiebewijs of een ringvergunning.
Bernice Goffin
Meetnetcoördinator Nestkaarten en MAS
