Broedvogelmonitoring (BMP)
Met het Broedvogel Monitoring Project (BMP) brengen we ontwikkelingen van de aantallen en de verspreiding van onze broedvogels in kaart. Het project startte in 1984 en bestaat uit verschillende deelprojecten. Deze zijn toegesneden op alle vogelsoorten, of juist een selectie van soorten. Ieder deelproject kent zijn eigen aanpak, maar de basis is dezelfde: meerdere tellingen van territoriale broedvogels in vast omlijnde gebieden uitvoeren, volgens een vaste methode.
Verspreid door het hele land gaan ieder voorjaar ruim 2.000 vrijwilligers op pad om de broedvogels in hun ‘eigen’ gebied in kaart te brengen. De BMP-methode is de standaard bij professionele karteringen van grote gebieden in opdracht van provincies en terreinbeheerders en bij provinciale broedvogelmeetnetten.
De kolonievogels worden via een apart project geteld. Losse meldingen van zeldzame broedvogels kunnen apart doorgegeven worden. Ook is er een apart project om rallen en Roerdompen te tellen.
Toepassing
De gegevens van het Broedvogel Monitoring Project leveren betrouwbare trends op van meer dan 190 Nederlandse broedvogels. Van veel soorten zijn ook trends per provincie en per Natura 2000-gebied beschikbaar. Deze informatie wordt gebruikt voor natuurbeleid en -beheer en voor beschermingsdoelen.
Laatste rapport
In het rapport Broedvogels in Nederland in 2023 zijn alle gegevens van dit project samengevat. Aan de hand van teksten per soort, figuren en tabellen vind je snel de achtergrondinformatie die je zoekt. Vrijwilligers die tellingen doen, krijgen het broedvogelrapport jaarlijks toegestuurd.
Download het rapport (pdf)Meedoen
Heb je een goede kennis van vogelgedrag- en zang en andere vogelgeluiden die op broeden (kunnen) wijzen? Dan kan je meedoen. Afhankelijk van het biotoop en de selectie van soorten die je telt, breng je vijf tot twaalf bezoeken aan je telgebied in het voorjaar, vooral in de vroege ochtend. Tijdens je bezoek voer je alle relevante waarnemingen van vogels in.
Jan-Willem Vergeer
Teamleider monitoring
