H5N1-virus opnieuw wijd verspreid onder wilde vogels
Tien jaar geleden was massale vogelsterfte als gevolg van vogelgriep nog een onbekend verschijnsel in Nederland, maar inmiddels worden we om de haverklap geconfronteerd met uitbraken van deze tragische ziekte onder wilde vogels. Sinds enkele weken is het opnieuw flink mis. Nadat ons vanuit Duitsland beelden bereikten van grote aantallen zieke en dode Kraanvogels, is ook in ons land het aantal gevallen van hoogpathogene aviaire influenza (HPAI) onder watervogels fors gestegen.
Opnieuw hebben we te maken met een variant van het H5N1-virus, dat genetisch verwant is aan het virus dat in de jaren negentig van de vorige eeuw voor het eerst opdook in pluimvee in China. Vogelgriep is een zoönose en kan worden overgedragen op mensen en huisdieren. Mocht je dode watervogels vinden, raak deze dan niet met je blote handen aan en doe melding!
Huidige uitbraak
Onderzoek aan dode wilde vogels heeft laten zien dat het H5N1-virus sinds begin oktober verspreid over een groot deel van Nederland en onder een flink aantal vogelsoorten voorkomt. Door het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) zijn tussen 1 oktober en 15 november meer dan 200 dode vogels voor vogelgrieponderzoek naar Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) gestuurd. Van de ca. 140 vogels waarvan inmiddels een uitslag bekend is, testte iets meer dan de helft positief. Hieronder bevonden zich relatief veel Knobbelzwanen, Grauwe Ganzen, Brandganzen, Grote Canadese Ganzen, Bergeenden, Smienten, Wintertalingen en Buizerds. De uitbraak veroorzaakt een verhoogde sterfte bij verschillende vogelsoorten. In veel gevallen worden meerdere dode vogels op dezelfde locatie aangetroffen, maar steeds vaker ook ontvangen we meldingen over slechts één of enkele dode vogels per locatie. Uit onderzoek aan levende wilde vogels door het Erasmus MC kwam naar voren dat het virus in dezelfde periode bovendien op flinke schaal circuleerde onder ogenschijnlijk gezonde Wilde Eenden en andere grondeleenden.
Slecht nieuws
Voor diverse soorten betekent de huidige uitbraak opnieuw slecht nieuws. Een soort waarvoor dit zeker opgaat is de Slechtvalk. In 2016-2017 en 2020-2023, jaren van grote uitbraken van het HPAI H5-virus, was er aanzienlijke sterfte onder zowel volwassen als onvolwassen Slechtvalken. De aantallen overwinterende en broedende Slechtvalken in Nederland zijn in deze periode afgenomen, met de sterkste afnames direct volgend op de jaren van uitbraken. De bij Slechtvalken aangetoonde virussen bleken genetisch nauw verwant te zijn aan virussen die gelijktijdig circuleerden bij hun prooidieren. Hierover trokken onderzoekers al eerder aan de bel. De kans op herstel lijkt met de huidige uitbraak voorlopig klein. Door hun voedselkeuze lopen Slechtvalken – en waarschijnlijk ook diverse andere roofdieren en aaseters – bij elke uitbraak een groot risico om met vogelgriep besmet te raken.
Een dode vogel gevonden? Meld het!
Alert zijn op vogelsterfte is belangrijk en levert waardevolle kennis en tijdige signalen op over wat er speelt in de natuur. We stellen elke melding dan ook zeer op prijs. Over het algemeen zul je misschien eerder geneigd zijn om een melding te doen wanneer je een bijzondere vogel vindt, maar bedenk dat gewone soorten er net zo toe doen. En meldingen uit het hele land zijn welkom.
Wil je een melding doen en is je vondst mogelijk geschikt voor onderzoek naar de doodsoorzaak? Neem dan contact op het met Dutch Wildlife Health Centre door het meldformulier in te vullen.
Wil je tijdens vogeltellingen meer systematisch op vogelsterfte letten? Doe dan mee met het LiveAtlas-project van Sovon.
Inzenden voor onderzoek
Wanneer een eerste vermoeden bestaat dat er vogelgriep heerst bij wilde vogels, dan is het belangrijk om uitgebreide informatie uit het veld te verzamelen over de aanwezigheid van het virus. Om dit te doen, zal het DWHC tijdens de eerste fase van een vogelgriepuitbraak verschillende wilde vogels laten testen. Deze vogels worden geselecteerd op basis van de door de melder verstrekte voorgeschiedenis (bijvoorbeeld eventuele klinische symptomen op het moment van de waarneming), de vogelsoort en de datum en locatie van de vondst. Wanneer een vogelgriepuitbraak wordt bevestigd, wordt bij de selectie prioriteit gegeven aan vogelsoorten die van bijzonder belang zijn en aan vogels die afkomstig zijn van locaties waar het virus tot dan toe nog niet is aangetroffen. Helaas is het niet mogelijk om alle gemelde wilde vogels te testen, maar het melden van elke vondst is nog steeds heel nuttig om de trend van de uitbraak te begrijpen.
Roy Slaterus
Adviseur vogelecologie