BMP-type
Binnen het Broedvogel Monitoring Project (BMP) kun je kiezen uit verschillende selecties van soorten die je telt: de BMP-typen. Er zijn er vijf.
BMP-A Alle soorten
Richt zich op alle in een gebied aanwezige broedvogels. 7-12 bezoeken, vooral in de vroege ochtend, maar ook ’s avonds en ’s nachts. Oppervlak telgebied 10-250 hectare.
BMP-B Bijzondere soorten
Richt zich op wat schaarsere soorten, 39 op landelijke schaal talrijke en verspreid voorkomende broedvogels hoeven niet geteld te worden.
6-10 bezoeken, vooral in de vroege ochtend, maar ook ’s avonds en ’s nachts. Oppervlak telgebied 30-300 hectare.
BMP-Z/E Zeldzame/Enkele soorten
Richt zich op zeldzame broedvogels en/of op enkele specifieke soorten. Bij Z is er een keuze voor alle zeldzame soorten of één of enkele specifieke soorten. Bijvoorbeeld alleen Paapjes of rallen (Waterral, Porseleinhoen en andere hoentjes).
Bij E gaat het om één of enkele soorten die landelijk gezien niet zeldzaam zijn, bijvoorbeeld Boerenzwaluw. Minimaal twee bezoeken per doelsoort in de beste periode.
Oppervlak van het telgebied varieert tussen de 30 en 1.000 hectare.
BMP-R Roofvogels
Richt zich op 10 soorten dagroofvogels. Telgebied is minstens 500 hectare. Minstens 5 volledige telrondes. Nesten zoeken is niet verplicht, maar wel aanbevolen.
In de handleiding zie je per type de lijst van soorten die je telt.