Visarenden, nu of 'nooit'
Visarenden trekken tussen eind augustus en half oktober door ons land. Het gaat bijna uitsluitend om Zweedse vogels, waarvan sommige een tijdje blijven hangen.
De tweede helft van september zijn de kansen op een waarneming het grootst. Dat weten ook de vogelaars die meedoen aan de maandelijkse watervogeltellingen van Sovon. Half september noteren ze gemiddeld zo'n 60 Visarenden in het telweekend. Een enkele maal ligt dat aantal duidelijk hoger.
Dat was het geval in 2008, toen er bijna 100 doorgegeven werden. En dat alleen al door de watervogeltellers, kun je nagaan hoe veel Visarenden dat weekend in Nederland verbleven. Het viel samen met een onverwachte trekgolf die grote aantallen Bruine Kiekendieven, Visarenden en Wespendieven meebracht. Op veel trektelposten zag men 5-10 Visarenden op één dag, oplopend tot 14 bij Lopik en 16 bij Hilversum.
De trekgolf viel samen met een weersverbetering nadat een regenfront wegtrok. Noordoostenwinden, gunstig voor trekkers, deden blijkbaar de rest. Een uitgebreide beschrijving van de opvallende roofvogeltrek in dat memorabele weekend in de Lage Landen is hier te vinden.