Oostenwind en Zwarte Wouwen
Afgelopen dagen zijn er veel Zwarte Wouwen gezien. Dat hebben we te danken aan de stevige oostenwinden, die trekkers tot boven ons land brengen.
Het liep op 7 en 8 mei heel gesmeerd. Op de trektelposten werden respectievelijk 65 en 63 Zwarte Wouwen geteld. Ze waren redelijk over het land verdeeld, met de hoogste aantallen op stuwingsplekken en met uitzondering van het uiterste noordwesten (kaart).
Niet ieder jaar
Bijna iedereen kreeg zijn deel, maar sommige posten grossierden werkelijk, met de 24 Zwarte Wouwen over de Kamperhoek (8 mei) als klapper. Voor ons land is dat uitzonderlijk. Dagmaxima van tien of meer zijn in de omvangrijke database van trektellen.nl maar uit enkele jaren bekend; zie dit lijstje. Zulke topdagen vallen eigenlijk altijd samen met straffe oostenwinden tijdens de trek.
Echte voorjaarstrekker
Zwarte Wouwen vertonen zich bij ons bijna uitsluitend in het voorjaar, met name tussen half april en half mei (grafiek). Van de wegtrek, die in Midden- en Zuidwest-Europa vooral eind juli en begin augustus plaatsvindt, merken we heel weinig. Echte doortrekgolven in die periode, zoals we momenteel beleven, zijn uit ons land niet bekend.
Inmiddels vaste broedvogel
Ondanks de nabijheid van een omvangrijke en in aantal toenemende Duitse broedpopulatie - inmiddels 6000 tot 9000 broedparen! - was de Zwarte Wouw tot voor kort een incidentele broedvogel. Sinds een jaar of tien broedt hij echter jaarlijks in ons land. Het gaat slechts om enkele paren, maar er zit wel schot in. Ze hebben verschillende vaste broedlocaties en de broedresultaten zijn gemidddeld genomen niet slecht. Een verdere uitbreiding lijkt voor de deur te staan.
Kijk op de soortpagina voor meer informatie.