Bescherming weidevogels werkt, maar er is meer nodig

Weidevogels nemen in aantal af, ondanks maatregelen om ze te beschermen. Uit een publicatie in het wetenschappelijk tijdschrift Ecology & Evolution blijkt dit niet per se aan de maatregelen zelf te liggen, maar aan de intensiteit waarmee ze worden ingezet.

Steltlopers die broeden in Nederlandse graslanden, zoals de Grutto, Kievit en Scholekster, staan in heel Europa onder druk door intensieve landbouw en toegenomen predatie. Al decennialang wordt geprobeerd deze soorten te beschermen, maar nog steeds nemen zij in aantal af.

Zijn de maatregelen dan tevergeefs? Nee, veel beschermingsmaatregelen hebben wel degelijk succes, blijkt uit de recente publicatie Evaluating the effectiveness of conservation measures for European grasslandā€breeding waders.

Onderzoekers van Sovon Vogelonderzoek Nederland en de British Trust for Ornithology hebben gekeken naar het succes van internationaal toegepaste beschermingsmaatregelen. Ze concluderen dat vele van de in Nederland en Europa gebruikte beheer- en beleidsmaatregelen over het algemeen effectief zijn, zij het in verschillende mate.

Effectieve maatregelen

Hierbij zijn beleids- en beheermaatregelen onder de loep genomen. De meest effectieve beleidsmaatregelen blijken reservaatbeheer en intensieve vormen van agrarisch natuurbeheer.

Reservaatbeheer bestaat uit gebieden waarin het beheer primair is gericht op de aanwezige weidevogels en waar landbouwactiviteiten hooguit zijn toegestaan als die de weidevogels ten dienste staan. Intensieve vormen van agrarisch natuurbeheer bestaan uit een combinatie van beheermaatregelen die boeren nemen om weidevogels te beschermen en die tot het zogenaamde zware beheer worden gerekend.

Volgens de onderzoekers hebben met name aanpassingen in het maaibeheer, verminderen van kunstmest en pesticiden, verhogen van het grondwaterpeil en beschermen van legsels en kuikens tegen predatie een positief effect op de overleving van eieren en/of kuikens en dragen ze zo bij aan een positieve trend.

Weidevogels toch achteruit

Ondanks dit positieve nieuws nemen de aantallen weidevogels nog steeds af. Dit wijst er volgens de onderzoekers op dat de maatregelen te weinig compenseren voor het verlies buiten de beheerde gebieden.

De genoemde beschermingsmaatregelen leveren vaak een positief resultaat op, maar worden op een veel te kleine schaal uitgevoerd. Ook kan het zijn dat het effect van de maatregelen weliswaar positief is, maar niet vaak genoeg optreedt of te klein is om de afnames om te zetten in toenames.

Iets meer dan 5% van het agrarisch gebied van Nederland heeft een overeenkomst voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) gericht op vogels, waarin bovendien maatregelen zitten die volgens de publicatie geen groot effect hebben. Willen we de weidevogels behouden dan zullen er op een grotere schaal zwaardere maatregelen moeten worden getroffen, aldus de onderzoekers.

Belang onderzoek

Sinds 1960 is het aantal boerenlandvogels met 60 tot 70 procent teruggelopen. Sovon richt zich op het in beeld brengen van de oorzaken van de grootschalige afname van boerenlandvogels in Nederland, en op de mogelijke oplossingsrichtingen om het tij te keren. De resultaten vormen een basis voor natuurbeleid en natuurbeheer in ons land.