Steeds minder Kleine Zwanen in Nederland
Nieuwe overzichtspublicatie laat afname van de totale populatie zien. En herverdeling van de concentraties binnen de flyway. De zwanen laten Nederland vaker links liggen en blijven hangen bij de oosterburen.
Omvang totale populatie kleiner
Het zien van een groep joelende Kleine Zwanen is een hoogtepunt bij iedere watervogeltelling. De kans op zo'n waarneming is de laatste jaren echter behoorlijk minder geworden. De afgelopen telseizoenen werd het ene na het andere laagte-record verbroken.
Een uitwerking van internationale tellingen laat nu zien dat de flyway-populatie van de Kleine Zwaan afnam van bijna 30.000 in 1995 naar nipt 20.000 in 2015. Eens in de vijf jaar wordt tijdens de midwintertelling in januari extra aandacht besteed aan Kleine (en Wilde) Zwaan om een goede populatieschatting te maken. Omdat de zwanen ook veelvuldig buiten wetlands op boerenland zitten, is zo'n extra internationale inspanning nodig (in Nederland is dat overigens minder relevant omdat de dekking van de telling hier al goed is).
Herverdeling winterconcentraties
Vooral aan de rand van de winterverspreiding waren de afgelopen tijd grote veranderingen zichtbaar. Helemaal in het westen, in Ierland, verdwenen Kleine Zwanen na 2010 vrijwel van het toneel in de winter, terwijl in Duitsland de aantallen sterk toenamen, tot bijna een derde van de flyway. Nederland bleef in de hele periode een belangrijk overwinteringsgebied, meer nog tijdens koude winters, maar duidelijk minder tijdens zachte winters. Dat effect is na 2015, het laatste jaar waarover in het artikel wordt gerapporteerd, door de zachte winters alleen maar sterker geworden. Het zwaartepunt van de winterverspreiding schuift met de warmere winters duidelijk naar het noordoosten.
Meer op akkers
Een ander opvallend fenomeen bij de analyse van de internationale wintertellingen zijn de veranderingen in voedselgewoontes. Zater de zwanen voorheen vooral op gras, werd in 2015 bijna de helft op akkers gezien. Het gaat dan vooral om wintergraan, bietenresten, stoppel (vermoedelijk grotendeels maïs) en koolzaad. Deze voedselkeuze maakt de zwanen kwestbaar: verandert het teeltplan bijvoorbeeld door veranderingen in de Europese landbouwpolitiek, zullen de zwanen zich naar andere voedselbronnen moeten omzien. Opvallend in deze context is dat in ons land tegenwoordig juist veel zwanen tot ver in het seizoen op waterplanten in de grote wateren (Randmeren, IJsselmeergebied) foerageren. Klassieke zwanengebieden met grasland, zoals het Groene Hart en de Eempolders zijn minder in trek.
Nieuwe telling in januari 2020
De komende midwintertelling op 18/19 januari staat opnieuw in het teken van een internationale zwanentelling. Zie je groepen Kleine- of Wilde Zwanen, maak dan ook notities over de leeftijden en het voedsel dat de vogels benutten. Bij de invoer van de watervogeltellingen kun je die informatie goed kwijt als je de telgegevens per groep invoert, en dat is niet alleen zinvol bij de internationale telling, maar ook in de andere maanden. Geef je gegevens door via bijv. waarneming.nl is het zinvol de extra gegevens bij de opmerkingen te plaatsen. Wie weet komt er binnenkort een koudeperiode en kunnen we toch volop van de zwanen genieten.
Download artikel:
https://wildfowl.wwt.org.uk/index.php/wildfowl/article/view/2706/pdf_174
(hele issue van Wildfowl: https://wildfowl.wwt.org.uk/index.php/wildfowl/issue/view/297)
Kees Koffijberg