Vijf jaar Jaarrond Tuintelling: de resultaten
Een gebied van elf keer de Oostvaardersplassen: dat zijn de Nederlandse tuinen. De Jaarrond Tuintelling probeert in kaart te brengen welke soorten daar leven, in welke aantallen en hoe ze zich bewegen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de koolmees, kleine vos, egel en bruine kikker. Deze monitoring is noodzakelijk om goede bescherming voor al deze soorten van de grond te krijgen.
Wie in zijn tuin om zich heen kijkt, ziet veel vliegen, zoemen en bewegen. Er zijn veel waarnemingen, maar er waren nauwelijks systematisch verzamelde gegevens van de verschillende diersoorten die in onze tuinen leven. Naast de jaarlijkse eenmalige publiekstellingen, zoals de Nationale tuinvogeltelling en de Tuinvlindertelling, vond geen monitoring plaats van het dierenleven in tuinen. Daarom is in 2015 de Jaarrond Tuintelling gestart.
De afgelopen vijf jaar werden bij de Jaarrond Tuintelling gemiddeld per jaar 793.308 waarnemingen doorgegeven door 3.375 tellers. In de zomer, vanaf de week van 22 juni, vinden de meeste bewegingen in de tuinen plaats. De tellers zien in deze periode de meeste soorten. Logisch, het barst dan van het jonge leven in de natuur.
Resultaten vogels
Bij de Jaarrond Tuintelling worden vooral veel vogels geteld, waarbij opvalt hoe belangrijk de tuinen voor vogels in de winter zijn. Daar vinden ze dan het voedsel dat in het buitengebied op begint te raken. Zo is het aantal vinken in de winter zes keer hoger dan in de lente (3 per tuin versus 0,5 per tuin). Koolmees (85% van de tuinen), Merel (84%) en Pimpelmees (70%) worden het vaakst geteld.
Vlinders en andere soorten
Na de vogels worden er voornamelijk vlinders geteld. Wat hierbij opvalt, zijn de regionale verschillen. Zo zijn er in 2019 in het noorden van het land meer Kleine Vossen gezien dan in het midden en zuiden. Waarschijnlijk is dit het gevolg van de hete zomer van dat jaar. In het noorden lagen de temperaturen iets lager, waardoor de brandnetels, waar Kleine Vossen afhankelijk van zijn, er iets beter bij stonden.
Bij de andere soortgroepen werden vooral de Egel (51% van de tuinen), Bruine Kikker (44%), Kolibrievlinder (34%) en antaarntje (een libelle, 24% van de tuinen) gezien.
De toekomst
Vijf jaar Jaarrond Tuintelling smaakt naar meer. Hoe langer de Jaarrond Tuintelling doorloopt, hoe beter inzicht het geeft in de langetermijntrends. Deze zijn belangrijk voor het signaleren van veranderingen, waarop het beschermen van deze soorten aangepast kan worden. Bovendien levert het op den duur informatie op over soorten die minder vaak gezien worden.
Om deze data te kunnen blijven verzamelen is de Jaarrond Tuintelling continue op zoek naar tellers. Benieuwd hoe je mee kunt doen? Kijk op tuintelling.nl
In de Levende Natuur verscheen een uitgebreid artikel over de tuintelling en wat het oplevert.
De Jaarrond Tuintelling is een initiatief van Vogelbescherming Nederland, Sovon Vogelonderzoek, Zoogdiervereniging, EIS, RAVON, FLORON en de Vlinderstichting.
Tekst: Marieke Dijksman, Vogelbescherming Nederland