Europese staat van de natuur opnieuw gepeild

20 oktober verscheen het nieuwe, zogenaamde State of Nature Report. Met dat rapport toetst de Europese Commissie of de natuurdoelen gehaald worden. Dat gebeurt aan de hand van soorten en leefgebieden die beschermd zijn via de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. Een nogal technisch verhaal, die verslaglegging, maar het komt er ook op neer dat de vogelgegevens uit alle EU-landen op een rij werden gezet en naast de Vogelrichtlijn gelegd. Sovon deed dat in 2019 met de Nederlandse gegevens.

463 wilde vogelsoorten in Europa werden langs de meetlat gelegd. 47% daarvan blijkt een goede populatiestatus te hebben. Van zeker 39% zijn de cijfers (ver) beneden de maat en van een overig deel is onvoldoende bekend. De IJsvogel, Rode Wouw en Grote Zilverreiger zijn voorbeelden van florerende populaties. Maar boerenlandvogels als de Zomertortel en Veldleeuwerik doen het slecht. Hun belangrijkste bedreigingen zijn de intensiverende landbouw en verstedelijking. Het hele rapport is hier te lezen.

Vogeltellingen

Vogels zijn goede graadmeters voor hoe de natuur eraan toe is. Door ze te tellen en verder te onderzoeken komen er goede gegevens beschikbaar. Die laten vervolgens zien wat grootschalige ontwikkelingen zijn. Aan de basis van allerlei vormen van beheer, beleid en bescherming staat een goede informatievoorziening. In de onderstaande figuur laten we zien hoe vogeltellingen daarbij hun weg vinden.

Schematische weergave van hoe vogeltellingen uiteindelijk op Europees beleidsniveau gebruikt worden.

 

Nationale rapportage

De Nederlandse situatie werd in 2019 samengevat. In deze brochure lees je daar de hoofdlijnen van.

De manier waarop vogeltellingen zijn verwerkt, legde André van Kleunen uit in een artikel in Sovon-Nieuws. Het is te lezen op pagina 22-23 in dit nummer.