Help mee met onderzoek naar bestrijdingsmiddelen in Koolmezen

In Nederland groeit de zorg over de effecten van bestrijdingsmiddelen op de volksgezondheid en biodiversiteit, terwijl onvoldoende bekend is hoe ze verspreid zijn over het land.

Jonge Koolmezen in nestkast
Jonge Koolmezen in een nestkast. | Foto: Harvey van Diek

Daarom vindt dit jaar het project ‘Meet de Mees’ plaats. Met behulp van niet-uitgekomen koolmeeseieren en jonge Koolmezen die dood in het nest worden gevonden, willen we in dit project meten welke bestrijdingsmiddelen aanwezig zijn. Hiermee kunnen we de verspreiding van bestrijdingsmiddelen in Nederland in kaart brengen. Als nestonderzoeker kun je een waardevolle bijdrage aan dit onderzoek leveren! 

Koolmezen als indicator

Koolmezen leven dichtbij mensen, vaak in onze tuinen en parken. Tijdens het broedseizoen verzamelt een Koolmees nestmateriaal en duizenden rupsen in zijn directe omgeving, die dus ook vaak onze directe leefomgeving is. Via hun voedsel komen bestrijdingsmiddelen in de Koolmezen, hun eieren en jongen terecht. In het laboratorium kunnen deze bestrijdingsmiddelen terug worden gevonden.

Een vliegende start

We hebben een veelbelovende start gemaakt! Er zijn onder de huidige aanmeldingen al meer dan 550 deelnemers, woonachtig in meer dan 190 verschillende plaatsen, die tezamen duizenden nestkasten beheren! Je kunt op het kaartje zien dat de deelnemers afkomstig zijn uit heel Nederland en zelfs eentje uit België. Ook zijn de nestkastlocaties mooi verspreid over Nederland. We zijn ontzettend blij hiermee; dit smaakt naar meer! Toch zijn er ook regio’s waaruit we nog wat minder aanmeldingen hebben. We streven naar een nog veel fijnmazigere dekking van Nederland.

Hoe kun jij bijdragen?

Je kunt je aanmelden voor dit project op de website van Meet de Mees. Lees daar meer over het project en vul het aanmeldformulier in als je mee wilt doen. 

Als je al vaker nestkasten gecontroleerd hebt, weet je dat niet alle eieren uitkomen en dat er soms dode jongen achterblijven, of dat complete legsels mislukken als de ouders sterven. 

  1. Houdt gedurende het broedseizoen de broedprestaties in de nestkasten die je volgt bij via Meetnet Nestkaarten
  2. Verzamel tijdens je controles de niet-uitgekomen eieren en/of dode jongen in een plastic zakje (boterhamzakje of een grip zakje met een zip erop / meerdere eieren of jongen van één nest kunnen bij elkaar). 
    1. Let wel het gaat hier alleen om de Koolmees, andere soorten komen niet in aanmerking voor onderzoek. 
  3. Dat zakje doe je in een tweede zakje waarin je een briefje bijvoegt met vindplaats, naam, Sovon-waarnemerscode, adres en telefoonnummer. 
  4. Dat zakje vries je in, totdat het wordt opgehaald door de Meet de Mees-organisatie. 
  5. Het laboratorium van de Hogeschool van Leiden behandelt vervolgens de monsters en meet daarin de bestrijdingsmiddelen die daarin aanwezig (zouden kunnen) zijn.

Resultaten

De resultaten die uit het onderzoek voortkomen zullen uiteraard via verschillende kanalen worden gedeeld. Deelnemers aan het project worden via een nieuwsbrief op de hoogte gehouden. De resultaten zullen verder worden gebruikt om beleidsmakers te informeren over de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen in onze leefomgeving, op gemeentelijk, nationaal en mogelijk zelfs internationaal niveau.

Om het project te laten slagen hebben we het doel om minstens 1000 dode jongen/eieren te analyseren met een goede verspreiding over heel Nederland. Er moet dus heel wat werk verzet worden en elk aangeleverd monster is van grote waarde. Als je nog een extra steentje wil bijdragen kun je hier aanmelden als verzamelhub, waarbij je in jouw omgeving monsters ophaalt, die wij dan bij je komen ophalen. 

Meet de Mees-kaart
De locaties vanwaar tot nu toe aanmeldingen voor Meet de Mees zijn binnengekomen.