Porseleinhoentjes kunnen nog laat opduiken

Het ritmische, repeterende 'HoeWiet' van een Porseleinhoen maakt iedere vogelaar enthousiast. Toch moet je een beetje geluk hebben om het te horen. Gepaarde mannetjes stoppen snel met roepen en worden dus snel gemist. Laat in het voorjaar kunnen ze nog op nieuwe plekken opduiken. Zitten er meerdere bij elkaar, dan is het goed luisteren om individuen te onderscheiden.
Een extra ronde in geschikt, drassig gebied is nu de moeite waard.

Waren we net gewend aan de droge voorjaren, blijkt 2024 een van de natste ooit te zijn. Een soort die profiteert van verdronken land is het Porseleinhoen. Voor deze zeldzame ral is het niet ongewoon om in juni of juli aan een tweede broedsel te beginnen. En dat kan op een heel andere locaties zijn dan het eerste broedsel.

In gebieden waar in maart en april, tijdens het arriveren van de rallen uit Afrika, de vegetatie nog te kort en eventueel te droog, was om te dienen als broedgebied kan de situatie nu ideaal zijn. Gemaaide rietlanden, recent ontwikkelde moerasgebieden, her-meanderende beken en uiterwaarden waar alles nog kaal was in het vroege voorjaar zijn daar voorbeelden van.

Dit jaar hebben we vaker dan gewoon te maken gehad met hoogwater. De meest recente was begin juni nog. Dat heeft onder andere langs de Grote Rivieren prachtige, natte omstandigheden opgeleverd die we maar zelden meemaken. Al is er niet overal langs de rivieren sprake van veel nattigheid in uiterwaarden, want de fluctuaties in het waterpeil lopen vaak niet synchroon.

Extra ronde in geschikte gebieden

Ook in gebieden die in maart-april al geschikt waren en waar ogenschijnlijk weinig veranderd is kunnen (nieuwe) Porseleinhoentjes verschijnen. Mocht het zo zijn dat je de laatste broedvogelronde inmiddels al gelopen hebt, dan is het advies in dit toch wat uitzonderlijke broedseizoen om in de late avond (23.00 - 01.00) of vroegste schemer (4.00) in te plannen. Weinig soorten kunnen zo sterk reageren op een plotseling overstroomd of drassig gebied als het Porseleinhoen.

Mocht je geen eigen BMP-telgebied hebben, maar toch hoentjes tegenkomen, meld deze dan vooral via ons zeldzame broedvogelproject.