Gelderse vogelaar in de kieker: Edwin Witter
Vogels kijken geleerd op de Groningse klei en elk weekend was er wel een telproject. Via de studie terechtgekomen in de regio Arnhem en augustus staat jaarlijks rood omcirkeld in zijn agenda. Staat niet in de rij voor een dwaalgast. Maar zijn leukste waarneming van honderden Wespendieven op een dag zal ook menig twitcher-hart sneller doen kloppen.
Mijn naam is Edwin Witter, ik ben 57 en woon in Beek (gemeente Montferland). Vogels kijken doe ik al sinds mijn veertiende. Van deze hobby heb ik uiteindelijk mijn werk gemaakt. Door mijn baan als ecoloog doe ik ook veel onderzoeken naar andere soortgroepen zoals vleermuizen en zoogdieren.
Wanneer ben je begonnen met vogelen?
Ik ben geboren in Noordoost-Groningen en heb het vogels kijken vooral in de polders en op de Dollard geleerd. We deden destijds met een groep vrienden heel veel tellingen. Zo werden wekelijks op twee zandwinplassen eenden geteld. Alle weekenden stonden in het teken van “telprojecten”; slaapplaatsen, roofvogels, kwartelkoningen, ganzen, BMP, PTT, alles pakten we aan.
Vogelwerkgroep Arnhem
Sinds mijn studietijd (Larenstein) ben ik lid van de Vogelwerkgroep Arnhem. Het vogels kijken bestond toen vooral uit trektellen. Toen ik na enkele jaren in het buitenland gewerkt te hebben weer in de regio Arnhem terechtkwam, is het trektellen doorgezet aan de voet van de Eltenberg. Ik kan ieder jaar niet wachten tot het weer augustus wordt, zodat ik weer roofvogeltrek kan kijken.
Favoriete gebied
Het Bergherbos en de Bijvanck beschouw ik als mijn achtertuin en meestal ben ik daar te vinden. In de winter kijk ik vooral op de akkers rond het bos naar groepen vinken, boomleeuweriken en hoop ik op een blauwe kiekendief. In de loop van het voorjaar trek ik meer het bos in op zoek naar spechten, daarna doortrekkers die rond het bos neerstrijken of overvliegen. In de zomer kan ik vele uren doorbrengen om naar wespendieven te zoeken.
Naast het bos trek ik af en toe de Rijnstrangen in, waar ik een jaar of tien gewoond heb. Rond de Bijland is altijd wat te zien. De laatste tijd begin ik het rivierenlandschap net over de grens in Duitsland te ontdekken. Daar is het landschap ten opzichte van het Nederlandse deel veel meer intact gebleven.
Mooiste waarneming
De wespendief vind ik een fascinerende soort en prachtig om te zien. Het vlinderen zie ik regelmatig en ooit heb ik een gewonde wespendief in mijn handen gehad. De mooiste waarneming was echter op 25 augustus 2013, toen er uit het niets een voor Nederlandse begrippen massale doortrek was. Ik zag op die dag honderden exemplaren, waaronder één groep van 90 exemplaren die vlak boven me rond cirkelden. Het is dus al een waarneming van tien jaar geleden, maar ik denk niet dat ik dat in Gelderland nog eens ga zien.
Welke (Sovon-)tellingen doe je?
Naast de trektellingen doe ik vooral akkervogeltellingen rond het Bergherbos en enkele BMP plots. Aan de Atlas-inventarisaties heb ik ook altijd meegedaan. Omdat ik voor mijn werk ook vaak inventarisaties doe, hou ik het aantal tellingen de laatste jaren een beetje beperkt. Toch hou ik er van om het vogels kijken zoveel mogelijk te combineren met tellingen of inventarisaties. Tijdens het posten bij een slaapplaatstelling voor blauwe kiekendieven, waar ik soms aan meehelp, word je vanzelf beloond met allerlei “bijvangsten”. Je zult mij dus niet snel treffen in de rij voor een dwaalgast.
Wat gaat goed bij Sovon?
Het pure basiswerk; het bijhouden van de aantallen vogels in Nederland is ontzettend belangrijk. Het volgen van trends en signaleren van bijvoorbeeld achteruitgang van populaties hebben we dankzij Sovon voor vogels volgens mij beter in beeld dan bij veel andere soortgroepen. Dat het van belang is, zien we bij de achteruitgang van insecten. We hebben moeten constateren dat we niet goed weten hoe sterk het achteruit is gegaan en welke insectensoorten het hardst zijn getroffen. Daarnaast is het voor mij ook de verwondering over de snelheid waarmee vogelsoorten verdwijnen en verschijnen. Terugkijkend op een kleine veertig jaar vogels kijken had ik niet verwacht dat dit zo veranderlijk kan zijn. We moeten dus blijven tellen, vooral de nu nog algemene soorten!