Achtste internationale Ooievaarstelling gaat van start
Elke tien jaar slaan vogeltellers van over heel Europa de handen ineen om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de ooievaarspopulatie in Europa. Deze populatie is immers flink in beweging: in veel landen, waaronder Nederland, neemt de populatie flink in aantal toe, maar in andere landen nemen de aantallen juist af of blijven stabiel.
In 2024 vindt de achtste Internationale Ooievaarstelling plaats. Voor de Nederlandse bijdrage aan deze internationale telling werken Sovon en STORK (Stichting Ooievaars Research & Knowhow) nauw samen. Nestkaartgegevens leveren een zeer belangrijke bijdrage aan de telling: we willen immers niet alleen weten hoevéél Ooievaars er ongeveer in Nederland broeden, maar ook hoe succesvol ze zijn in het grootbrengen van jongen. Deze gegevens kunnen dan vergeleken worden met het broedsucces in andere delen van Europa. Om grip te houden op de aantalsontwikkelingen en het broedsucces van de volledige populatie zijn deze internationaal georganiseerde tellingen zeer waardevol.
Nestkaarten verzamelen
Hoe meer nestkaarten we in 2024 van de Ooievaar weten te verzamelen, hoe betrouwbaarder de inschatting van het broedsucces wordt. Het zou dus fantastisch zijn als we dit jaar met z’n allen zoveel mogelijk nestkaarten van Ooievaars kunnen insturen. Misschien kom je bijvoorbeeld ook wel langs ooievaarsnesten tijdens jouw broedvogeltellingen; als de jongen al wat ouder zijn kun je vaak op een afstandje al zien hoe het ervoor staat in het nest. In 2022 hebben we in Sovon-nieuws enkele tips gedeeld voor het observeren van ooievaarsnesten: lees dit eventueel nog eens door (pagina 8-9).
Aantalsschattingen
Voor het maken van een goede populatieschatting is het belangrijk om aantalsontwikkelingen te volgen. Daarvoor gebruiken we de (soortspecifieke) BMP-telgebieden die verspreid over het land liggen. In zulke gebieden worden, in principe jaarlijks, alle bezette Ooievaarsnesten ingetekend. Nieuwe ‘ooievaarstelgebieden’ zijn zeer welkom.