Oever- en Huiszwaluwen in Limburg-noord
In dit artikel bespreek ik (Hans-Peter Uebelgünn - DC Limburg-noord) hoe het de Oever- en Huiszwaluwen van Limburg-noord is vergaan in de afgelopen jaren als broedvogel. Tevens de vraag of een aantal kolonies weer geteld kunnen worden. Veel leesplezier!
Huiszwaluw
In 2022 werden van 66 kolonies in Limburg-noord de tellingen ingevoerd. In 2021 waren dit 74 kolonies. Er zullen ongetwijfeld nog wat tellingen ingevoerd worden van 2022.
Als we dan kijken naar de kolonies die in beide jaren geteld werden houden we 46 kolonies over, een prima steekproef om enige uitspraken op te baseren. In deze 46 kolonies werden in 2021 1009 nesten geteld. In 2022 waren dat 1043 nesten. Een zeer lichte vooruitgang van 3,4%. Waarbij we beter kunnen spreken van een stabiele situatie.
Uiteraard word de spoeling dunner als we willen kijken naar kolonies die in de afgelopen 5 jaren altijd geteld zijn. Hiervoor blijven dan nog 38 kolonies over. Het geeft nog steeds een aardig betrouwbaar beeld van de situatie in Noord-Limburg, zie figuur 1.
Voor de Huiszwaluwen zoeken we nog mensen die deze geweldig mooie vogels willen tellen, met name bij de Maasdorpen zoals, Grubbenvorst, Lottum, Broekhuizen (vorst), Panningen, Grashoek &Koningslust. In het hieronder gepresenteerde overzicht staat nog een aantal andere vacante kolonies waarvoor tellers gezocht worden. Bij interesse graag een mail naar mij.
Oeverzwaluw
In ons district kennen we tussen de 20-30 actieve kolonies van de Oeverzwaluw die in de afgelopen acht jaren bezet werden. Daarvan werden er in 2021 veertien gemeld als bewoond en van twee kolonies werd gemeld dat ze verlaten waren. In 2022 werd van elf kolonies gemeld dat ze bewoond waren en van één dat deze verlaten was. De verwachting is dat er nog het een en ander kan binnen komen. Zo verwachten we van Bouxweerd (2021: 150), Kasteel Ooijen (121), de Rykelse Beemden (65) en de Hamert en Thorn (25 respectievelijk 24 in 2021) nog iets te vernemen. Het feit dat ogenschijnlijk de helft van de kolonies niet geteld lijkt te zijn komt ook doordat een deel van de kolonies in de afgelopen acht jaren gemakkelijk ook weer verlaten kunnen zijn. Dat past wel bij een pionier als de Oeverzwaluw.
In figuur 2 is een vergelijking gemaakt tussen de trend in de hele provincie en die van Nederland maar daarin opgenomen het aantal paren dat geteld werd in Limburg-noord. Opvallend is de vergelijkbaarheid van de lijnen met uitzondering van 2021 waarin de landelijke trend iets anders laat zien dan het positieve beeld van 2021 van de getelde kolonies in Limburg-noord. Ook wijkt de trend (index) af in 2016 en 2017 in de provincie Limburg ten opzichte van de trend in Limburg-noord, uitgedrukt in paren.
Ook voor de Oeverzwaluw zoeken we nog mensen die deze geweldig mooie vogels willen tellen, dit zijn dan met name kolonies langs de maas en de grindgaten maar ook enkele kolonies uit het volgende overzicht, zie figuur 4.
Tot slot wil ik natuurlijk iedereen hartelijk bedanken voor hun inzet, want het valt niet altijd mee om de tijd te nemen, de nesten te vinden en te tellen. Dank daarvoor dus!