Wadvogels beschermen op basis van actuele kennis

Beschermen kan niet zonder kennis. Zonder informatie over bijvoorbeeld het leefgebied, de aantallen, het broedsucces en het voedsel van bedreigde soorten heb je geen idee of de maatregelen die je neemt de vogels echt helpen. Met Wij&Wadvogels onderzoekt Sovon met andere organisaties de meest kwetsbare broedvogels van de Waddenzee. Een update.

Jonge Strandplevier
Jonge Strandplevier op de Vliehors, Vlieland. Foto: Bram Ubels

Met veel vogels die in de Waddenzee broeden gaat het niet goed. Om hun populaties te helpen en hun leefgebied te verbeteren, zijn Vogelbescherming Nederland en terreinbeheerders het project Wij&Wadvogels gestart (2020-2026). Sovon Vogelonderzoek Nederland monitort en onderzoekt samen met allerlei partners verschillende kustbroedvogelsoorten die deze hulp hard nodig hebben.

Recent hebben we de tussentijdse resultaten van lopend onderzoek in twee rapporten gepubliceerd:

Visdief op broedeiland Stern
Broedende Visdief op broedeiland Stern langs de Groningse kust, nabij de Eemshaven. Foto: Bram Ubels

Visdieven

In 2021 lag de focus van ons onderzoek op Visdieven: verdeeld over vijf kolonies hebben we 22 Visdieven voorzien van een gps-zender. Zes Visdieven kregen een WATLAS-zender. Op deze manier konden we het ruimtegebruik in beeld brengen. Aanvullend keken we door middel van nestcamera’s naar het dieet van de Visdieven. Ze bleken bij hun foerageervluchten in de ei- en kuikenfase voornamelijk naar de Waddenzee te gaan en slechts sporadisch naar de Noordzee of het binnenwater.

Binnen de Waddenzee hadden de gezenderde Visdieven een voorkeur voor de erg dynamische, laag-litorale delen. Dit zijn de randen van grote geulen en de ondiepere nevengeulen. Daar halen ze het meeste van hun voedsel vandaan. Het voedsel dat aan de jongen gevoerd werd bestond voornamelijk uit haringachtige vissen, aangevuld met zandspiering en zo nu en dan een platvis. Bij de binnenlandse kolonie van de Westereen werden daarnaast ook voorn en stekelbaars waargenomen en veel hele kleine ondetermineerbare prooien. De lengte van de prooien nam toe naarmate de jongen ouder werden.

Visdeif zenders Waddenzee
Overzichtskaart gps-punten tijdens de ei- en jongenfase verkregen met Pathtrack nanoFix RF zenders.

Kluut

In 2021 is ook de verdiepende monitoring aan Kluut opgepakt. In een pilot hebben we technieken getest in het veld, zodat we weten hoe we het veldwerk in de komende jaren moeten uitvoeren. Er zijn drie volwassen Kluten van gps-zender voorzien, waarvan er twee geruime tijd met jongen hebben rondgelopen. Deze verbleven voornamelijk op de rand van de kwelder en langs de geul nabij hun broedlocatie. Ondanks de versnellingsmeter in de gps-zenders bleek het niet mogelijk om op basis van alleen de zenderdata een goed beeld te krijgen van het gedrag van de Kluten en de aanwezigheid van jongen. Bij het vervolg in 2022 is er daarom ook meer aandacht voor het observeren van gezenderde Kluten.

Een gezenderde Kluut wordt losgelaten langs de Groningse kust.
Een gezenderde Kluut wordt losgelaten langs de Groningse kust. Foto: Bram Ubels

Plevieren

2021 was ook een proefjaar voor wat betreft werk aan de plevieren. We hebben ons vooral gericht op het lokaliseren van geschikte onderzoekslocaties en verkennen van de mogelijkheden om hier gericht waarnemingen te verzamelen. Uit deze pilot bleek dat het Groene Strand op Ameland goede mogelijkheden biedt voor nader onderzoek aan Strandplevieren in de jongenfase. In het Waddengebied is dit verreweg de meest geschikte plek, niet alleen vanwege het aantal aanwezige broedparen, maar ook vanwege de aanwezigheid van verschillende habitattypen die het mogelijk maakt te onderzoeken welke keuzen de vogels maken.

Strandplevier mannetje
Mannetje Strandplevier in broedbiotoop op de Vliehors, Vlieland. Foto: Bram Ubels

Ten slotte richt de verdiepende monitoring zich op vragen over de herkomst van de vogels die zich vestigen op nieuw ingerichte projectlocaties en op kennis over overleving. Daarom hebben we in 2021 in de Waddenzee, het IJsselmeergebied en de Delta in totaal 1442 vogels van een kleurring voorzien. Van de gekleurringde vogels komen al veel terugmeldingen binnen. In 2022 en latere jaren zullen er gerichte aflezingen van groepen van de onderzochte soorten op de projectlocaties gedaan worden om ringdichtheden vast te stellen en ringen af te lezen.

Visitekaart

Marc van Roomen

Senior adviseur vogelecologie
Marc van Roomen