Wolvenvogels gevolgd
Op Koningsdag zijn zes raven op de Veluwe voorzien van een GPS-zender. Hierdoor kan er voor het eerst in Nederland onderzoek gedaan worden naar de verblijfplaatsen en het terreingebruik van jonge raven. Wat het extra spannend maakt is dat er sinds 2018 wolven leven op de Veluwe. Raven en wolven staan bekend om hun samenwerking bij het vinden van voedsel. Door het zenderen van de Veluwse raven hopen we ook meer te leren over deze samenwerking tussen wolf en raaf.
Als gevolg van bejaging, stierf de raaf in 1928 in Nederland uit. In een poging de raven weer terug te krijgen, werden halverwege vorige eeuw meer dan honderd raven geïmporteerd vanuit Duitsland. De jongen van deze Duitse dieren zijn in de vrije natuur losgelaten, waardoor er sinds 1976 weer raven in Nederland broeden. Momenteel broeden er ongeveer 180 paartjes in Nederland. Omdat de populatie nog steeds klein is, staat de raaf op de Rode Lijst.
Ook de wolf is na een afwezigheid van 150 jaar terug op de Veluwe. Het voedselweb wordt hierdoor completer. ARK Natuurontwikkeling en Wageningen University & Research hebben recent onderzoek opgestart naar de rol van de Veluwse wolven als aasleverancier voor andere aaseters. Ook is nog onbekend of aas deel uitmaakt van het dieet van wolven. Als vleeseter heeft de wolf een unieke rol in de kringloop van voedingsstoffen. Wolvenprooien of resten daarvan worden echter zelden gevonden. In 2020 lukte het voor het eerst om een recent gemelde prooi te onderzoeken. Dat leverde een indrukwekkend palet aan aaseters op.
Wolvenvogels
Uit onderzoek in het buitenland blijkt dat raven de wolven volgen, wetende dat er regelmatig verse kadavers achterblijven na een geslaagde jacht. Er zijn zelfs verhalen bekend waarin raven de wolven roepen wanneer zij een gemakkelijke, zwakke prooi lokaliseren. Nadat de wolven de prooi hebben buitgemaakt en zich hebben volgegeten, kunnen de raven smikkelen van het overgebleven kadaver. Daarnaast profiteren raven nog extra van de overblijfselen van een door wolven gedode prooi, omdat de raaf zelf niet in staat is de huid van een gestorven dier te doorboren.
Wat opvalt is dat raven vaak als de kippen bij deze prooiresten zijn. Het is bijzonder hoe snel deze dieren – ook wel de ogen en oren van het bos genoemd – kadavers van wilde hoefdieren als edelhert en wild zwijn weten te vinden. De vraag kwam dan ook al snel op of de Veluwse raven de samenwerking met de wolven ook aangaan na een afwezigheid van 150 jaar. De Ravenwerkgroep Nederland, Wageningen University & Research, ARK Natuurontwikkeling en Sovon Vogelonderzoek Nederland onderzoeken dit samen en hebben daarvoor voor het eerst in Nederland raven voorzien van een zender. Ze werken hierin samen met terreinbeheerders en het Wolvenmeldpunt van de Zoogdiervereniging. Het aanbrengen van de zenders is mede mogelijk gemaakt door De Wilde Boomverzorging en Deltamilieu Projecten.
Eerste gezenderde raven in Nederland
Er is nog relatief weinig bekend over de raven in Nederland: Hoe is het gesteld met de verspreiding en de uitwisseling van de dieren? Waar gaan jonge raven heen nadat ze uitvliegen en komen ze weer terug om in hun geboortegebied te broeden? Ook over aspecten als terreingebruik, eetgedrag, broed- en nestgedrag is weinig bekend.
In samenwerking met terreinbeheerders zijn zes nesten op de Veluwe geselecteerd en is op iedere locatie een jonge raaf van een GPS-zender voorzien. Deze jonge raven hadden een leeftijd van gemiddeld 38 dagen, dat is zo’n 7 tot 12 dagen voor uitvliegen. Alle jonge raven waren gezond en hadden een gemiddeld gewicht van 1002 gram. De zender, gekoppeld aan een ‘harnasje’, bevindt zich op de rug waarbij het harnasje als een soort rugzakje onder vleugels en over borst wordt bevestigd. De zender is voorzien van een zonnepaneeltje die er voor zorgt dat er steeds voldoende spanning is om signalen uit te zenden. De onderzoekers kunnen de gegevens van de vogels via een website volgen. De eerste resultaten laten zien dat de zenders prima functioneren.
Jonge raven vliegen uit
De eerste jongen namen op enkele warme dagen in begin mei voor het eerst de vleugels en verlieten het nest. Zoals vaker wordt gezien bij jonge raven, verbleven de meeste jongen in de weken na uitvliegen nog in de directe omgeving van het nest en brachten ze de nacht door in of rond de nestboom. Al snel genoeg werd gezien hoe sommige raven enkele kilometers vlogen om voedselbronnen van restaurants en bij de vuilnisbelt in gebruik te nemen. Andere raven verbleven vaak urenlang op dezelfde locatie met nestgenoten totdat hun ouders voedsel kwamen afleveren. Naar verwachting zullen de jonge raven in de komende weken steeds meer gaan rondtrekken en groepen vormen met andere jonge raven. De gegevens die dit oplevert, zijn hopelijk zeer bruikbaar om meer te weten te komen over de relatie tussen wolf en raaf.
Tekst: Ravenwerkgroep Nederland, ARK Natuurontwikkeling, Wageningen University & Research, Sovon, Zoogdiervereniging en Staatsbosbeheer
Foto’s: Jefta Leeuwis