Tegengestelde trends bij twee sterns

Ons land is van belang voor doortrekkende Lachsterns en Reuzensterns uit noordoostelijker gebieden. Beide soorten blijven in de nazomer enige tijd bij ons hangen. De aantallen worden dan gevolgd met simultane tellingen op slaapplaatsen. Terwijl de Lachstern steeds zeldzamer wordt, neemt de Reuzenstern juist toe.

Door Paul van Els, coördinator meetnet slaapplaatsen

Neufelderkoog

De afgelopen eeuw is de Noordwest-Europese broedpopulatie Lachsterns gereduceerd tot één kolonie van enkele tientallen broedparen bij het Duitse Waddendorpje Neufelderkoog in de Elbemonding. Ringaflezingen tonen aan dat deze vogels voor een groot deel via Noord-Nederland op weg gaan naar hun Afrikaanse overwinteringsgebieden. Ze verblijven hoofdzakelijk in de Kop van Noord-Holland en in Groningen.

Simultaantellingen

In de zomer van 2019 zijn de aantallen Lachsterns vastgesteld tijdens drie simultaantellingen. Het hoogste aantal was 23 exemplaren op 3 augustus, waarvan 21 op Balgzand (NH) en twee bij de Dollard (Gr). Waarschijnlijk zijn er op de laatste locatie vogels gemist, althans: als de Lachsterns die in augustus rond de zandwinplassen in het zuiden van de provincie Groningen foerageerden in de Dollard sliepen. Dat waren er namelijk heel wat meer dan het getelde tweetal. Het zou in de Dollard wenselijk zijn om met meer mensen te tellen, voor het geval de vogels over een breed front op de slaapplaats aankomen. Intrigerend is een waarneming op 19 juli (buiten de simultaantellingen om) van een invallende groep van 19 Lachsterns in de Dollard. Mogelijk zijn deze vogels later verkast naar Balgzand.

Ooit nog 400

Het totale aantal Lachsterns op de Nederlandse slaapplaatsen fluctueerde de laatste tien jaar tussen 17 en 31 exemplaren. Dit is een minimum, gezien de telperikelen in de Dollard. Hoe dan ook staan de aantallen in schril contrast met die van vóór 1950, toen er wel eens 400 Lachsterns alleen al op Balgzand werden geteld. Deze zullen vooral uit Denemarken afkomstig geweest zijn, waar destijds enkele honderden paren nestelden. De soort is daar in 2015 uitgestorven.

Reuzenstern minder zeldzaam

Reuzensterns afkomstig uit het Oostzeegebied bezoeken in de nazomer slaapplaatsen rond de Friese IJsselmeerkust, in de IJsseldelta, het Zuidlaarder- en Lauwersmeergebied. Ze slapen bij voorkeur bij eilandjes, in water dat niet hoger komt dan de enkels. Fluctuerende waterniveaus kunnen slaapplaatsen nogal eens doen verschuiven, en dit was ook in de droge zomer van 2019 het geval. Rijkswaterstaat hield het waterpeil in het IJsselmeer vrij hoog en slechts enkele slaapplaatsen waren goed bezet. Toch was de zomer van 2019 een prima seizoen voor de soort.

Getelde maxima van Reuzensterns op alle bekende slaapplaatsen in augustus 2019.

Reuzensterns waren tot pakweg 1970 zeldzaam in Nederland. Met een toenemende broedpopulatie in het Oostzeegebied nam ook het aantal waarnemingen bij ons sterk toe. Vanaf 2012 worden bij simultaantellingen meer dan honderd Reuzensterns geteld.