Opnieuw veel wilde vogels getroffen door vogelgriep
De huidige uitbraak van het hoogpathogene H5N1-virus, dat sinds november voor verhoogde vogelsterfte in Nederland zorgt, grijpt flink om zich heen. Met name Brandganzen in Noord-Nederland worden hard getroffen, maar ook bij andere soorten en in andere gebieden is het virus vastgesteld. Waakzaamheid is dus geboden.
De aanwezigheid van vogelgriep onder wilde vogels is momenteel het duidelijkst zichtbaar bij Brandganzen. Net als in 2020-2022 worden er forse aantallen dode exemplaren gemeld (soms enkele tientallen per plek) of zieke exemplaren met duidelijke verschijnselen van vogelgriep. Dat is vooral in het Waddengebied en elders in Noord- en West-Nederland het geval. Grauwe Gans en Zilvermeeuw zijn twee andere soorten die opvallen door een hoger aantal meldingen dan normaal.
In onderstaande tabel worden de aantallen dode wilde vogels weergegeven, waarbij door het DWHC en Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) sinds 1 november hoogpathogene aviaire influenza is vastgesteld. In het merendeel van de gevallen ging het om H5N1-virus. Alleen bij een Buizerd en een Kokmeeuw betrof het H5N5. Een kaart met de verspreiding van de gevallen is te vinden op de website van het DWHC.
Ook aaseters en predatoren lopen risico
Door het eten van besmette prooien kunnen ook andere soorten dan watervogels het virus oplopen. Zo vormt de huidige uitbraak wederom slecht nieuws voor de kwetsbare Slechtvalk, maar ook soorten als Buizerd, Havik, Zilvermeeuw en Grote Mantelmeeuw en diverse zoogdieren lopen risico. Zo is op 11 januari een vos met neurologische verschijnselen aangetroffen in Hoofddorp, die bleek te zijn besmet met het virus.
Blijf melden
Afgelopen najaar zijn we gestart met het systematisch verzamelen van meer gegevens over vogelsterfte via het LiveAtlas-project. Die zijn nodig om nauwkeurigere uitspraken te kunnen doen over het verloop en de omvang van sterftepieken en over de impact ervan op populaties. Deelnemers aan het LiveAtlas-project worden dan ook aangemoedigd om te blijven tellen.
Het doorgeven van losse meldingen van dode vogels kan natuurlijk nog steeds via de andere kanalen zoals die van het DWHC en Sovon. Daar kan ook worden aangegeven of het dode dier wordt aangeboden voor onderzoek. In dat geval wordt door het DWHC direct contact opgenomen met de melder.
Voor het laten opruimen van dode dieren kan het beste contact worden gezocht met de terreinbeheerder of gemeente.
Voorzichtigheid geboden
Vogelgriep is een zoönose (ziekte mogelijk overdraagbaar van dier op mens). Het DWHC adviseert daarom het publiek om voorzichtig te zijn bij het benaderen van zieke of dode wilde vogels en zich aan de hygiënemaatregelen te houden. Als u een dood dier heeft gevonden dat u wilt laten ophalen voor onderzoek, is het belangrijk dat het dier dubbel ingepakt wordt in plastic, maar niet met blote handen wordt aanraakt. Een handleiding over het omgaan met wilde dieren met vogelgriep, is te vinden op de site van de rijksoverheid: Leidraad omgang met wilde dieren met vogelgriep.