Ondanks voortdurende aanwezigheid vogelgriep nog geen grote uitbraken in 2024
De afgelopen jaren zijn we meermalen geconfronteerd met verhoogde of zelfs massale vogelsterfte onder wilde vogels als gevolg van hoogpathogene aviaire influenza (HPAI). Daarvan was in het eerste kwartaal van 2024 echter geen sprake. Hoewel er af en toe signalen waren die erop wezen dat HPAI nog steeds circuleerde onder wilde vogels, was daar in het veld weinig van te merken.
In totaal werden er via de invoerportalen van het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) en Sovon Vogelonderzoek 555 dode watervogels gemeld, tegenover 1.489 in dezelfde periode in 2023 en 2.855 in 2022. De soorten die het vaakst werden gemeld, waren Zeekoet (86 exemplaren), Bergeend (56), Zilvermeeuw (45), Houtsnip (39) en Brandgans (27). Een relatief groot deel daarvan, met uitzondering van de Houtsnippen, was afkomstig van een trouwe melder die regelmatig gericht zoekt naar dode vogels langs de Friese noordkust en op Ameland.
Aantal positieve gevallen
Van januari tot en met maart 2024 zijn 114 dode vogels opgehaald voor vogelgrieponderzoek bij het Wageningen Bioveterinary Research (WBVR). Daarvan waren er 11 positief op HPAI H5N1. De rest was negatief (91 vogels) of is nog in onderzoek (12). De positieve gevallen hadden betrekking op Brandgans (5 van de 10 vogels), Grauwe Gans (2 van 11), Wilde Eend (1 van 8), Grote Canadese Gans (1 van 1), Kolgans (1 van 1) en Zwarte Kraai (1 van 1). Opvallend is verder dat geen van de 18 Knobbelzwanen, 9 Kokmeeuwen en 6 Buizerds positief testte. Deze soorten werden in eerdere jaren zwaar getroffen door vogelgriep. Een volledig overzicht van de testresultaten is te vinden op de website van het DWHC.
Situatie in omringende landen
Vergeleken met de voorgaande twee winters was het aantal positieve gevallen van HPAI in wilde vogels en pluimvee afgelopen winter in Europa laag. Er waren van januari tot en met maart 2024 nog clusters van gevallen rond Denemarken en Noord-Duitsland en in een aantal Centraal-Europese landen, maar ten westen en zuidwesten van Nederland (waar veel van onze trekvogels in het voorjaar vandaan komen) was het beeld rustig. Dit heeft er mede toe bijgedragen dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit op 26 maart besloot de ophokplicht voor pluimvee, die sinds 14 november 2023 hernieuwd van kracht was, grotendeels in te trekken.
De komende periode
De vraag die veel vogel- en natuurliefhebbers, (vogel)onderzoekers en virologen momenteel bezighoudt is of het ook aankomend broedseizoen rustig blijft. De dramatische uitbraken bij Grote Sterns in 2022 en Kokmeeuwen en Visdieven in 2023 hebben laten zien dat HPAI juist bij kolonievogels die dicht bij elkaar nestelen enorm om zich heen kan grijpen. Alertheid blijft dus geboden, ook al lijkt er nu misschien nog weinig aan de hand.
Blijf melden
Iedereen die de moeite heeft genomen om dode vogels te melden of in te zenden voor onderzoek, wordt hartelijk bedankt. Vanzelfsprekend blijven meldingen ook in de komende periode welkom. Ze vormen voor ons onmisbare signalen over wat er gaande is in de natuur.
Enkele recent verschenen publicaties
Knief et al. (2024) gaven een overzicht van de massale sterfte onder Grote Sterns in Noordwest-Europa in 2022. Ze rapporteerden 20.531 dode volwassen Grote Sterns voor geheel Noordwest-Europa, neerkomend op ten minste 17% van de totale Noordwest-Europese populatie. Daarbij gaven ze aan dat dit waarschijnlijk een onderschatting betreft, aangezien niet alle karkassen gevonden en gemeld zullen zijn. Bovendien constateerden ze dat de sterfte hoger was in kolonies rond het centrum van het verspreidingsgebied (zuidelijke Noordzee, waaronder Nederland), dan in de randgebieden (Oostzee, Ierse Zee en Zuidwest-Frankrijk). Ook gaven ze aan dat het verwijderen van karkassen gepaard ging met lagere sterftecijfers in die kolonies.
Tremlett et al. (2024) gaven een overzicht van broedvogeltellingen van diverse soorten zeevogels in het Verenigd Konikrijk in 2023, volgend op de HPAI-uitbraak in 2021-2022. Het zwaarst getroffen was de Grote Jager. Bij deze soort werd een afname van ongeveer 75% vastgesteld ten opzichte van tellingen van voor 2021. Het aantal territoria op alle onderzochte locaties tezamen daalde van 9.088 naar 2.160; deze telling dekte 81% van de pre-HPAI populatie. Afnames van meer dan 50% werden vastgesteld op 79% van de onderzochte locaties.
Nummer 2 van jaargang 125 van De Levende Natuur was een themanummer gewijd aan dierziekten. Het bevatte onder meer een artikel over HPAI bij zoogdieren. Hierin werd gesteld dat het virus in Nederland inmiddels is aangetoond bij meer dan veertig zieke of dode individuen behorend tot zeven verschillende zoogdiersoorten. Tot nu toe zijn er in Nederland aanwijzingen voor enkele aanpassingen van het virus in de geïnfecteerde wilde zoogdieren maar zijn er nog geen aanwijzingen voor overdracht tussen wilde zoogdieren onderling. Het artikel benadrukt het belang om het optreden van dergelijke infecties nauwlettend te monitoren en waar mogelijk te voorkomen. In een ander artikel over HPAI bij wilde vogels in hetzelfde themanummer wordt gesteld dat het belangrijker dan ooit is om signalen van ongewone vogelsterfte scherp in de gaten te houden en een strategie paraat te hebben.