Intensieve landbouw onomstotelijk belangrijkste oorzaak achteruitgang Europese vogels

De intensieve landbouw heeft onomstotelijk geleid tot de afname van broedvogels in Europa. Dit blijkt uit nieuw onderzoek op basis van vogeltellingen die 37 jaar omspannen. Het betreft gegevens van 170 soorten, verzameld op meer dan 20.000 plekken in 28 landen. Landbouwintensivering heeft onmiskenbaar een grotere negatieve invloed op algemene broedvogels dan veranderingen in bosbedekking, verstedelijking en klimaatopwarming.

Grauwe gors
De ooit algemene Grauwe Gors is als gevolg van de intensieve landbouw uit Nederland verdwenen als broedvogel (foto: Aurélien Audervard)

Dat de biodiversiteit onder druk staat, mag inmiddels bekend zijn. Klimaatverandering en intensief landgebruik worden vaak als belangrijke oorzaken genoemd, maar het is lastig te zeggen hoe soorten precies reageren op deze bedreigingen en welke daarvan de meeste invloed hebben. Er zijn wel verbanden tussen bedreigingen en dalende vogelpopulaties te vinden, maar daarmee is nog niet bewezen dat deze bedreigingen daadwerkelijk de oorzaak zijn van deze dalende aantallen.

Een recent Europees onderzoek, dat op 15 mei verscheen in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift PNAS, levert dit bewijs voor het eerst. De onderzoekers laten zien hoe 170 vogelsoorten hebben gereageerd op vier belangrijke, door de mens veroorzaakte bedreigingen op Europese schaal: de mate van en ontwikkeling in landbouwintensivering, verstedelijking, bosbedekking en klimaatopwarming.

PNAS infographic
Overzicht van de verandering van drukfactoren in Europa tussen 1996 en 2016 en de aantalsontwikkeling van verschillende soortgroepen van 1990 tot 2016.

Pesticiden en kunstmest

Het nadelige effect van de intensivering van de landbouw op de biodiversiteit van vogels op Europese schaal is een van de belangrijkste bevindingen van de studie. Onder andere de toename van pesticiden en kunstmest heeft geleid tot de achteruitgang van veel populaties van met name insecteneters, zoals Grauwe Gors, Veldleeuwerik of Patrijs. Zelfs soorten die niet aan het boerenland gebonden zijn, gaan hierdoor in aantal achteruit. De effecten van andere drukfactoren variëren in aard en omvang. Zo kan klimaatopwarming een positief of negatief effect hebben op vogelaantallen, afhankelijk van de temperatuurvoorkeuren van verschillende soorten.

Vergelijkbare resultaten in Nederland

De gegevens van het Meetnet Broedvogels van Sovon Vogelonderzoek en het CBS maakten onderdeel uit van deze studie. Het is niet verwonderlijk dat in Nederland, met zijn relatief intensieve landgebruik (zie het kaartje in bovenstaande figuur), ook sprake is van een enorme afname van boerenlandvogels. In Nederland is die achteruitgang bovendien al veel langer aan de gang. Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw zien we een afname van het aantal boerenlandvogels meer dan zeventig procent. Schaalvergroting en intensieve bewerking van het land spelen hierbij ook een belangrijke rol.

Dit onderzoek laat opnieuw zien met welke problemen vogelpopulaties te maken hebben en dat deze zich niet tot ons land beperken. De onderzoekers benadrukken daarom de urgentie van transities in de landbouw en wijzen op de noodzaak om in heel Europa maatregelen te nemen die het gebruik van pesticiden en meststoffen verminderen.

Oorzaak en gevolg

Causale verbanden zijn doorgaans alleen met experimenteel onderzoek te vinden, waarbij een experimentele situatie wordt vergeleken met een controle-situatie. De invloed van bedreigingen op vogelpopulaties spant zich uit over tientallen jaren, vele vogelsoorten en leefgebieden. Een experimenteel onderzoek om oorzaak en gevolg aan elkaar te verbinden, is daardoor onmogelijk uit te voeren.

Omdat de onderzoekers beschikten over een grote hoeveelheid gegevens van vogelaantallen en bedreigingen, konden zij zowel in de ruimte als in de tijd met statistische methoden een experimentele aanpak nabootsen. Zo bepaalden zij de relatieve bijdrage van elke bedreiging op populaties van algemene broedvogels.