Goed zwemmen is slecht vliegen
Verschillende soorten vogels zijn hun vliegvermogen kwijtgeraakt, zoals de pinguïn. De vraag was kwam dit door gebrek aan predatoren of ligt hier een biomechanisch principe aan ten grondslag?
Energiekosten
De biomechanische hypothese zegt dat een vleugel goed kan zijn in vliegen of in zwemmen/duiken, maar niet in beide. De biomechanische modellen van energiekosten bij vliegen en duiken suggereren dat bij een vleugel gespecialiseerd in duiken de energiekosten voor vliegen enorm zijn.
Duikaandrijving met de voeten of de vleugels
Een onderzoeksteam van de universiteit van Aberdeen en de Chinese wetenschapsacademie heeft de energiekosten bij verschillende in het wild levende Baird's Aalscholver, Dikbekzeekoet en pinguïns onderzocht. De zeekoet duikt met behulp van z'n vleugels en de aalscholver gebruikt bij de duik z'n voeten als aandrijving. Het blijkt dat de energiekosten van het duiken bij de Aalscholvers hoger ligt dan bij de zeekoeten, die op hun beurt weer meer energie spenderen dan pinguïns.
Vliegen geen optie
Dieren die hun vleugels gebruiken om te vliegen en te duiken zitten waarschijnlijk tegen de grens van niet-vliegen. De zeekoeten zijn geen goede vliegers en hun energiekosten blijken bij het vliegen zelfs hoger te liggen dan voorspeld door het biomechanische model. De resultaten ondersteunen dus de hypothese dat een vleugel optimaal aangepast aan duiken tot zulke hoge energiekosten leidt dat vliegen, zeker voor grote duikvogels als pinguïns, geen optie meer is.
Het onderzoek verscheen in PNAS onder de titel High flight costs, but low dive costs, in auks support the biomechanical hypothesis for flightlessness in penguins.