Massale afname insecten: ook onderzoek in Nederland nodig
Persbericht - Uit zojuist gepubliceerd, Duits-Nederlands onderzoek blijkt dat in Duitse natuurgebieden sinds 1989 de biomassa van vliegende insecten met zeker 75 procent is afgenomen. Deze alarmerende afname is waarschijnlijk ook van toepassing op Nederland, maar harde cijfers van ons land ontbreken. Daarom pleiten onderzoeksorganisaties Sovon, de Vlinderstichting en EIS Kenniscentrum Insecten voor het systematisch meten van de insectenstand. En voor meer onderzoek naar de mechanismen die verband houden met deze afname.
Metingen hard nodig
In Nederland ontbreekt onderzoek naar de biomassa van insecten zoals dat in Duitsland is gedaan. Slechts van een klein aandeel van alle insecten, de vlinders, weten we wel dat die sinds 1992 met circa 45% zijn afgenomen. Meer kennis over de ontwikkeling van de aantallen vliegende insecten is daarom hard nodig. Net zoals de aantallen vogels en vlinders al jaren worden gemonitord, moet een begin worden gemaakt met het systematisch meten van aantallen insecten. Dat kan met hulp van de grote aantallen natuurvrijwilligers die er zijn.
Gevolgen achteruitgang te weinig onderzocht
Als driekwart van de insecten in bijna dertig jaar verdwenen is, kan dat niet zonder gevolgen blijven voor onze leefomgeving. Insecten zijn bijvoorbeeld een cruciaal onderdeel in de voedselketen van vogels en zoogdieren. ‘Dit is verontrustend nieuws. Een dergelijke afname kan heel goed een verklaring zijn voor de enorme afname die we zien bij soorten van het boerenland, zoals veldleeuwerik en patrijs’, aldus hoogleraar geïntegreerde natuurbeschermingsbiologie Ruud Foppen.
Eerder onderzoek van Sovon en dezelfde wetenschappers van de Radboud Universiteit liet zien dat insectenetende zangvogels afnamen in gebieden met hoge concentraties van het insectenbestrijdingsmiddel imidacloprid. Over de gevolgen van het verdwijnen van insecten is te weinig bekend en onderzoek naar mechanismen die verband houden met deze afname is daarom hard nodig.