CES 2017: prima jaar voor moeras- en struweelvogels
In 2017 gingen vogelringers voor het 23ste jaar aan de slag op een zogenaamde Constant Effort Site (CES). Ze vingen en ringden bij elkaar meer dan 22.000 vogels. Uit de gegevens daarvan blijkt dat aardig wat moeras- en struweelvogels een prima broedseizoen hadden.
In het CES-project van het Vogeltrekstation en Sovon worden vogels gedurende het voorjaar en de zomer op een gestandaardiseerde manier gevangen met mistnetopstellingen. De gegevens van de geringde vogels leveren onder andere informatie op over het broedsucces (hoeveel jongen werden er groot?) en de jaarlijkse overleving van algemene zangvogels. Deze informatie helpt ons om meer grip te krijgen op de oorzaken van aantalsveranderingen.
Seizoen 2017
In totaal deden dit jaar 41 ringplekken mee als CES. Voor de analyse werden gegevens van 22.411 vogels gebruikt, een heel mooie steekproef waarvoor we alle ringers dankbaar zijn. De nieuwe grafiekjes met jaarlijkse indexcijfers van de reproductie en overleving zijn te downloaden in Excel.
Prima broedseizoen voor moeras- en struweelvogels
Een flink aantal moeras- en struweelvogels hadden een prima broedseizoen en brachten aardig wat jongen groot. Blauwborst, Winterkoning, Rietzanger, Rietgors, Grasmus, Zwartkop en Tuinfluiter laten hoge reproductiewaarden zien. Deze waarden worden berekend door naar het aantal juveniele vogels per volwassen vogel te kijken. Het jaar ervoor, 2016, was juist een beroerd jaar voor veel moeras- en struweelvogels. Ter illustratie: Tuinfluiter en Zwartkop hadden toen het laagste broedsucces van de hele meetreeks. In 2017 werden er juist wel veel jongen van deze broedvogels van vochtig loofbos gevangen. Van Zwartkop was de reproductiewaarde de hoogste van de meetreeks en van Tuinfluiter de op één na hoogste.
En de Merel?
Vanwege de uitbraak van het Usutu-virus volgen we de gegevens over de Merel natuurlijk met extra aandacht. In de nazomer van 2016 brak dit virus uit in Nederland. Het overlevingsgetal van volwassen Merels uit 2017 is een stuk lager dan dat van de twee jaren ervoor. Ongetwijfeld heeft Usutu invloed op de overleving gehad, alleen is de vraag wat de grootte daarvan was. Hier hopen we komend jaar meer zicht op te krijgen, als het CES zijn 24ste jaar ingaat.
Meer lezen?
Recent publiceerden we op basis van CES-gegevens een verkennend artikel over zangvogels die naar Afrika trekken (Sovon-Nieuws 2017-4, pdf)