Texelse graslanden trekken Scholeksters van Vlieland
Voor het CHIRP-project worden op Vlieland Scholeksters uitgerust met GPS-zenders. Dat levert veel waardevolle gegevens op. Bijvoorbeeld over wat er gebeurt als ze tijdens hun overwintering niet op de gebruikelijke plaatsen kunnen foerageren door extreem hoog water.
CHIRP, een gezamenlijk project van NIOO-KNAW, Sovon Vogelonderzoek en Radboud Universiteit, onderzoekt de factoren waardoor de scholeksterpopulatie de laatste decennia zo snel achteruitgaat. Op de Vliehors, een zandplaat op Vlieland, worden tientallen Scholeksters met UvA-BiTS GPS-trackers uitgerust om zo hun bewegingen en gedragingen te kunnen analyseren.
Hoogwatervluchtplaatsen
Op de Vliehors zijn drie hoogwatervluchtplaatsen (HVP's) van Scholeksters: een in het westen/midden van de zandplaat en twee verder naar het oosten. Overwinterende vogels wachten daar op laag tij, om vervolgens op zoek te gaan naar voedselrijke plekken. De Scholeksters die op de verschillende HVP's overtijen, maken over het algemeen ook gebruik van verschillende gebieden om voedsel te zoeken.
Normaal gesproken foerageren de vogels op wadplaten, waar ze op zoek gaan naar schelpdieren. Maar bij extreem hoge waterstanden vallen die wadplaten niet of nauwelijks droog. Dat was bijvoorbeeld zo rond de jaarwisseling, toen door een krachtige westenwind de waterstand gedurende langere tijd steeg.
Figuur 1. GPS-posities van Scholeksters gezenderd op de oostelijke HVP (lichtblauw op 15-12-2017, donkerblauw op 19-12-2017) en westelijke HVP (rood op 20-12-2017). Markers geven vanglocaties aan. (Bron: Google Earth)
Binnendijks foerageren
Binnendijkse weilanden en graslanden vormen bij hoog water een mogelijk alternatief voor de wadplaten. De Scholeksters foerageren dan niet op schelpdieren maar op wormen: voedsel van wat mindere kwaliteit. De meeste van die binnendijkse graslanden vind je niet op Vlieland maar een eindje vliegen verderop, op Texel.
Gegevens van een kleine vijftig Scholeksters die afgelopen december op twee van de hoogwatervluchtplaatsen op de Vliehors zijn gezenderd, laten goed zien hoeveel tijd de vogels op Texel doorbrachten. Het percentage bleek sterk omhoog te gaan tijdens de periode van hoge waterstanden. Daarbij bleek er ook een opvallend verschil te zijn tussen Scholeksters die gebruik maakten van de westelijke hoogwatervluchtplaats en Scholeksters die op de oostelijke Vliehors waren gezenderd.
Vooral de westelijke Scholeksters vlogen naar Texel om daar binnendijks te foerageren, ten zuiden van De Cocksdorp. De oostelijke Scholeksters bleven in de meeste gevallen op het wad foerageren. Deze vogels verblijven verder van Texel af in vergelijking met de andere groep. Daardoor hebben ze mogelijk minder aanleiding om naar Texel te vliegen.
Conditie
Een andere, mogelijk belangrijke factor die kan verklaren waarom sommige Scholeksters wel en andere niet binnendijks gaan foerageren is conditie. Individuen met een slechte conditie hebben minder reserves om op te teren, en moeten mogelijk bij hoge waterstanden verplicht extra foerageren in de binnendijkse graslanden. Scholeksters in een goede conditie hebben voldoende reserves, en kunnen dus de periode met hoogwater uitzitten.
De conditie van de Scholeksters speelt een belangrijke rol in het CHIRP-project. Hiervoor worden niet alleen de Vlielandse Scholeksters onderzocht, maar worden er op allerlei locaties in de Waddenzee en Delta Scholeksters gevangen en doen de onderzoekers conditiemetingen. Door de Scholeksters in het broedseizoen terug te vinden en het broedsucces te meten, kan worden onderzocht of de conditie in de winter mede het broedsucces in de zomer bepaalt. En of factoren zoals hoge waterstanden dus mogelijk een rol spelen bij de achteruitgang van de populatie.
Help mee
Voor het onderzoek is het belangrijk dat gekleurringde Scholeksters worden waargenomen en zo snel mogelijk worden doorgegeven. Heb je een gekleurringde Scholekster gezien? Geef deze dan door aan CHIRP, via wadertrack.nl.
Tekst: team CHIRP, NIOO-KNAW