Veel vogels weten natuurinclusieve polder Rhoon te vinden
Het Buijtenland van Rhoon is een poldergebied van ongeveer zeshonderd hectare onder de rook van Rotterdam. Hier moeten natuur, landbouw en recreatie in de toekomst hand in hand gaan. De hoop is dat verschillende vogelsoorten zich er thuis gaan voelen, waaronder vogels die tegenwoordig uit het gebied zijn verdwenen, zoals de Steenuil en de Patrijs. Om een beeld te krijgen van de huidige vogelstand heeft Sovon in 2019 en 2020 een inventarisatie uitgevoerd. De resultaten zijn bemoedigend.
Waar het Buijtenland van Rhoon vroeger intensief agrarisch werd gebruikt, wil een gebiedscoöperatie van boeren, natuurorganisaties, recreatieondernemers en verenigingen laten zien hoe het anders kan. De afgelopen twee jaar is al kleinschalig gewerkt aan natuurinclusieve landbouw. De komende jaren gaat het gebied verder op de schop. Niet alleen op de akkers, maar ook in de randen en de oeverhoekjes waaraan de polder rijk is. Dit moet het gebied onder andere voor vogels aantrekkelijk maken.
Doelsoorten
Van de 27 vogelsoorten die als zogenaamde doelsoort zijn aangewezen voor het Buijtenland van Rhoon, zijn er 15 al gezien tijdens het broedseizoen van 2020. Ten opzichte van een eerdere telling uit 2018 zijn de Roodborsttapuit, Putter, Blauwborst, Veldleeuwerik, Kievit, Spotvogel en Graspieper in aantallen toegenomen. De Steenuil en Gekraagde Roodstaart, die in 2018 nog waren gezien, zijn uit het gebied verdwenen. De overige aanwezige doelsoorten zijn min of meer stabiel.
Positief signaal
Het aantal territoria van de meeste doelsoorten ligt nog onder de streefwaarde, maar dat een groot deel van de doelsoorten nu al in aantal toeneemt, is een positief signaal. Het verbeteren van de omgeving en het aanpassen van landbouwmethoden is nog maar net gestart en gaat nog zes tot acht jaar duren. Er komt nog meer variatie in de gewassen, slootkanten worden natuurvriendelijk beheerd, akkers krijgen brede randen en het gebruik van bestrijdingsmiddelen wordt verder beperkt. Een deel van het gebied, de Zegenpolder, is al volledig op deze manier ingericht. Als het oppervlakte natuurinclusief landbouwterrein de komende jaren verder uitbreidt, biedt dit perspectief voor een toename van de doelsoorten.
In de Zegenpolder zijn natuurvriendelijke oevers aangelegd (Foto: Jelle Abma)
Wintervoedsel
Een van de maatregelen die in het Buijtenland van Rhoon worden genomen is de aanleg van wintervoedselveldjes, waar overwinterende vogels van profiteren. De meest algemene zaadeters Kneu, Veldleeuwerik en Groenling lieten in de winter van 2019/2020 dan ook aantallen zien die ver boven de streefwaarden lagen. De aantallen van minder talrijke soorten als de Ringmus en de Putter liggen er nog onder. De verwachting is dat bij de verdere ontwikkeling van het gebied de aantallen van algemene soorten verder toenemen, waar hopelijk ook de schaarsere soorten van profiteren. Opvallend was overigens dat veel percelen met Zonnebloemen in december al waren leeggegeten. De samenstelling van de voedselakkermengsels voor de winter van 2020/2021 is dan ook aangepast, zodat er later deze winter nog voldoende voedsel overblijft.
Schade
De ontwikkeling van het Buijtenland van Rhoon is ook aantrekkelijk voor vogels die van landbouwgewassen eten en daarom met argusogen bekeken kunnen worden. Soorten als de Nijlgans, Grauwe Gans, Grote Canadese Gans en Zwarte Kraai zijn de afgelopen jaren toegenomen. Andere soorten die ook wel van landbouwgewassen kunnen eten, zoals duiven en Eksters, is er geen duidelijke toename of is het nog te vroeg om een goede vergelijking te kunnen maken.
Toekomstige trends
De vogelmonitoring in de winter van 2019/2020 en het voorjaar van 2020 laat zien dat het Buijtenland van Rhoon een goede uitgangspositie heeft. De komende jaren wordt er opnieuw geteld, zodat toekomstige trends van doel- en schadesoorten zijn vast te stellen. Ook wordt dan duidelijk voor welke doelsoorten extra maatregelen nodig zijn. De resultaten van de vogelmonitoring kunnen direct worden ingezet om op feiten gebaseerde beslissingen te nemen over toekomstig beheer en ontwikkeling van het Buijtenland van Rhoon.
Leefbaarheid
De ontwikkeling van het Buijtenland van Rhoon maakt deel uit van het project Mainportontwikkeling Rotterdam. De provincie Zuid-Holland heeft van het Rijk de eindverantwoordelijkheid gekregen voor het project, dat bijdraagt aan de leefbaarheid in de regio Rijnmond. De provincie verwerft de gronden in het gebied en draagt deze over aan de gebiedscoöperatie. In de Zegenpolder heeft de provincie de afgelopen drie jaar een experiment laten uitvoeren met het realiseren van akkernatuur. Recent verscheen hierover de integrale monitoringsrapportage. Vanaf 2021 valt de Zegenpolder onder het beheer van de gebiedscoöperatie en zal ook deze polder worden meegenomen in de vogelmonitoring van het Buijtenland van Rhoon.
Samenwerking
Sinds 2020 is Sovon penvoerder van een consortium van zes samenwerkende partijen: Sovon, Louis Bolk Instituut, Vereniging Nederlands Cultuurlandschap, Bureau Natuurbalans-Limes Divergens, Wageningen Universiteit en Delphy. Deze partijen ondersteunen de Gebiedscoöperatie van Rhoon bij het verwezenlijken van het streefbeeld. Sovon verzorgt namens het consortium jaarrond de monitoring van de vogels in het Buijtenland van Rhoon en adviseert de Gebiedscoöperatie bij allerhande vraagstukken die te maken hebben met (akker)vogels in het gebied.