Vogelteller in de kijker: Huib van Iwaarden
Huib van Iwaarden (70) is ongeveer vijftig jaar actief lid van De Natuurbeschermings Vereniging ’t Duumpje. Het Duumpje is de West-Zeeuws Vlaamse benaming voor de Winterkoning. Deze naam symboliseert een kleine natuurvereniging met verschillende werkgroepen die als het nodig is van zich laat horen. Overigens is Huib samen met echtgenote Marleen ook nog altijd werkzaam in de kleine 108-jarige dorpssupermarkt in Groede.
Ja, hoe raak je in aanraking met vogelonderzoek? Het gaat eigenlijk vanzelf, als zoon van een boer was ik veel buiten in de natuur en wanneer die vader ook nog vogelliefhebber is, gaat het eigenlijk vanzelf. Je krijgt een microbe mee die nooit meer weggaat. Je wordt dan net als vader lid van ’t Duumpje, gaat eens mee met een excursie, leest de Duumpjes (zo heet het blad van ’t Duumpje) en voor je het weet zit je na wat jaren in de vogelwerkgroep en draai je mee met tellingen, ga je eens een excursie leiden enz. enz.
Wanneer ik buiten in een omgeving ben, gaat mijn automatische scanner aan. Scannen met allereerst je oren en dan je ogen. Op een wandeling samen met Marleen (die me ook altijd bijstaat), neem ik mijn boekje mee met potlood (dat schrijft altijd!) en dan noteer ik alle vogelsoorten die ik hoor of zie. Bij thuiskomst bekijk ik ze en veel noteringen gaan naar Waarneming.nl. Bijzondere soorten zijn leuk om te zien, maar ik ben absoluut geen soortenjager. De Heggenmus of de eerste Grote Lijster vind ik net zo belangrijk dan die groep van 61 Vale Gieren vliegend boven West-Zeeuws Vlaanderen op 18 juni 2007 (Avifauna Zeelandica deel 2, blz 884). Dat was wel kicken hoor! Samenvattend: ik ben een nog ouderwetse vogelaar met potlood en boekje die heel veel om zijn eigen leefgebied geeft in West-Zeeuws Vlaanderen en die zijn tellingen doorgeeft en iemand die met excursies het mooie van de natuur wil doorgeven aan geïnteresseerden.
Zo kom je automatisch op de Sovon-tellingen. Wanneer je dat gaat noteren, verbaast het jezelf. Na soms wel eens een periode door omstandigheden wat minder actief in de tellingen, ben ik nu weer volop in actie. De maandelijkse watervogeltellingen met twee telgebieden, de MUS-telling, BMP-telling voor de Roodborsttapuit en Steenuil, de jaarlijkse PTT-telling, de slaapplaatstellingen van drie slaapplaatsen Grote-, Kleine- en Koereiger en Aalscholver. Vroeger was ik nog heel actief bij de telpost Breskens waar je heel veel leert! Ook voor Het Zeeuwse Landschap waar ik vrijwillig (ecoloog)teller ben met tellingen in Waterdunen en Baarzande. METEN is WETEN!
Mijn actieve telgebied is West-Zeeuws Vlaanderen met als zwaartepunt de omgeving van Nieuwvliet, Breskens, Schoondijke en Groede. Ook ben ik sinds 2024 de coördinator van de akkerbroedvogels in heel West-Zeeuws Vlaanderen: Bloeiend West, op het gebied van de akkerbroedvogels in onder andere de akkerranden, boerenerven en kleinschalige landschapselementen. Ik geef met een herkenningscursus theoretisch en praktisch de kennis door aan de deelnemers. Fijn te horen is dat Sovon mij de leermiddelen verschaft die ik weer als kennis aan derden doorgeef! DANK!! Ik ben ook in het Zeeuwse Vogelaars Overleg actief en sinds een paar jaar mede organisator van de excursie van de Vogelbeschermingsweek in het voorjaar samen met ’t Duumpje.
Heel belangrijk is de reeks (het totale plaatje) die je samen met de andere vogelaars/tellers van de Vogelwerkgroep ’t Duumpje gebiedsdekkend verzamelt en doorgeeft aan Sovon. Daarom komen wij als vogelwerkgroep zeswekelijks bijeen en bespreken we alles op vogelgebied waarbij we ook weleens een gastspreker uitnodigen die ons bijvoorbeeld vertelt over roofvogels, de trek en kustbroeders, Steenuilen enz. Dit is interessant en inspirerend. De man/vrouw verhouding in onze Vogelwerkgroep is fifty/fifty, ook wel bijzonder. Mijn motto is altijd: Citizen Science, Burgerwetenschap van vogels ondersteund door Sovon! Heel fijn om een radertje te zijn van Telteam Nederland van Sovon en de gegevens aan te leveren die hopelijk in positief natuurbeleid omgezet wordt door de beleidmakers (waterschappen, provincies enz.).
Mijn werkzaamheden voor iedere telling: weersbericht bekijken, kleding erop afstellen, je verrekijker en Kowa (al 45 jaar oud!) en statief, je steekmap met kaarten van de telblokken klaarleggen, de al oude Petersons meenemen. Elektronisch tellen doe ik vooralsnog niet. Daar word ik heel nerveus van en is super afleidend als er weer eens iets niet doet! Alles wordt op de kaart opgetekend met afkortingen en thuis in de desbetreffende Sovon-mappen rustig en genietend ingevoerd. De tellingen/routes moeten vooral een PLEZIERIGE bezigheid zijn, dan zijn ze leerzaam en inspirerend. Trouwens, hoe duur je kijker ook is, je moet het tellen in de genen hebben en met je natuuropmerkzaamheid kan je met een relatief goedkope kijker ook prima tellen. Dat moet ook aan beginnende tellers/vogelaars doorgegeven worden. Mijn verrekijker was nooit duurder dan €200,-. Je oren zijn voor mij minstens zo belangrijk dan je ogen, je hoort de vogelgeluiden vaak eerder dan dat je de vogels ziet. Daarom een tip van een oude vogelaar: wees zuinig op je oren, daar heb je er op oudere leeftijd nog super veel profijt van. Bij stofzuigen, boren of slijpen enz. doe gehoorbescherming op. Ook oortjes met harde/luide muziek zijn funest voor je oren! Ik heb nog een supergehoor en hoor de krekels enzo nog uitmuntend. Op excursies zeggen de mensen dikwijls: hoe jij dat nog hoort. Een tikje van de Grote Bonte Specht of een roepje van een zangertje geeft zoveel voldoening met het tellen!
Als vogelteller heb ik veel momenten in mijn geheugen gegrift, foto’s maak ik haast nooit. Maar ik vertel wel over die momenten op excursies. Zoals lang geleden op de vogeltelpost Breskens een Velduil samen met een Ooievaar in een thermiekbel gezien samen met Eric Marteijn, dat vergeet je nooit meer! Maar ook het roepje van de wegvliegende IJsvogel, of wanneer je op de slaapplaatstelling het ‘schreeuwend varken’ de Waterral hoort in het duister, de invallende Grote Zilverreigers op een slaapplaats, de vroeger zeldzame Cetti’s Zanger die je nu soms wel drie keer hoort op een telling zowel in de winter als in de zomer, allemaal bijzonder. Maar ook de lege en stille bijna vogelloze akkergebieden zijn helaas ook ‘bijzonder’.
Kortom, alles is voor mij bijzonder in het veld. Ook in het veld denk ik dikwijls aan collega-tellers die er nu niet meer zijn, maar voor mij nog altijd in gedachten meegaan. Een moment van reflectie van diegenen waarvan ik als beginnend teller veel van geleerd heb, zoals Petrus, Thijs, Pieter-Paul, Anton, Jan en vele anderen. In deze Kerstperiode geeft dit extra motivatie om het tellen en de kennis door te geven ook in naam van hen!
Momenteel mogen we maandelijks om 10:00 uur in de startblokken voor de ganzen/waterwild telling van twee blokken rond Groede, misschien wel weer 3.000 ganzen en wie weet ook een paar Grote Zaagbekken op de Nieuwerkerkse Kreek, een Blauwe Kiekendief, wie weet, dat is ook het spannende, het altijd onverwachte. Dit deels met de auto en deels te voet samen met mijn buurman Bart die ook altijd geïnteresseerd is in de vogelwereld. Eind december was de PTT-telling ook weer. We gaan er weer voor, jullie ook weer succes met het tellen vanuit West-Zeeuws Vlaanderen!