Goed jaar voor enkele zeldzame broedvogels
Zo aan het einde van de zomer is het altijd spannend om te kijken hoe afgelopen broedseizoen is verlopen. Uiteraard met een groot voorbehoud omdat nog niet alle telgegevens binnen zijn. De genoemde aantallen zijn dus zeker nog niet definitief. Toch lichten we er enkele opvallende soorten uit.
Dit jaar zijn er veel broedende steltkluten gemeld in ons land. Inmiddels is duidelijk dat er ruim 100 broedparen zijn geweest. Dit is een record want de beste jaren waren tot nu toe 2021 met 81 en 2022 met 82 broedparen. Bijna alle provincies hadden een of meer paren, alleen Limburg niet. In Drenthe werden 27 paren gemeld -met in natuurontwikkelings-/waterbergingsgebied Tusschenwater maar liefst 24 bij elkaar- en in Zeeland 22 broedparen. Ongekende aantallen voor deze van nature Zuid-Europese soort. Inmiddels is de steltkluut een vaste broedvogel in ons land geworden met vanaf de jaren negentig van de vorige eeuw bijna elk jaar broedgevallen (zie grafiek hieronder). Meer over de steltkluut is hier te lezen.
Woudaap
Dit piepkleine reigertje van het riet beleeft in 2023 ook een goed jaar. Zoals gezegd zijn de aantallen nog niet definitief, maar het lijkt erop dat er tenminste 32 territoria zijn geweest met bijna in elke provincie in elk geval minstens één geval. Dit is meer dan in de ‘topjaren’ 2022 en 2021 met in beide jaren 26 territoria. De tien jaren daarvoor (2011-20) werden tussen de 11 en 22 territoria bekend. Deze kleine reiger lijkt de wind mee te hebben.
Koereiger
Met de koereiger, familie van de woudaap, maar dan veel meer gebonden aan open gebieden waarin paarden en koeien grazen, is van alles aan de hand. Dit jaar lijken de aantallen de pan uit te rijzen. En dan gaat het in eerste instantie niet om broedvogels, maar om pleisteraars. Op veel plekken worden grotere groepen bij elkaar gezien en die slapen ook op gemeenschappelijke slaapplaatsen tot wel 70 exemplaren bij elkaar. Ongekende aantallen voor ons land. Ook qua broedaantallen zit deze kleine witte reiger in de lift. De voorlopige aantallen duiden op meerdere territoria op twee plekken. Een voorzichtig begin van verdere kolonisatie van ons land?
Graszanger
Tot slot van dit rijtje de Graszanger. De belangrijkste populatie van deze kleine zangvogel zit in het Verdronken Land van Saeftinghe (ZL). Vooral in betere jaren duiken ze ook elders in Zeeland op, met name langs Westerschelde. De BMP-gebieden die nu binnen zijn uit Zeeland geven al aan dat het een goed jaar was, maar een compleet overzicht hebben we nog niet. Buiten Zeeland is deze ‘zip-zanger’, zoals ie door vogelaars genoemd wordt vanwege zijn ‘zip-zip-zip-zang’, echt zeldzaam. De gegevens die nu beschikbaar zijn geven aan dat elders in het land zeker 14 territoria zijn gevonden met een cluster van zeven langs de kust van Balgzand tot aan Den Oever. In 2013-22 werden per jaar 0 tot 4 territoria bekend buiten Zeeland.
Toename zuidelijke soorten
Als reden voor het toenemen van aantallen zuidelijke broedvogels wordt regelmatig naar klimaatverandering gewezen. Of dit ook de oorzaak is van toename van soorten in ons land, is pas op een langere termijn te duiden op basis van de resultaten van de langjarige monitoring die bij Sovon gedaan wordt. De aantallen kunnen immers jaarlijks fluctueren. Dus pas over een aantal jaar kunnen we zien of de trends van deze soorten verder omhoog zijn gegaan.
Meer informatie
- Elk jaar verschijnt bij Sovon het broedvogelrapport waarin alle schaarse, zeldzame en kolonievogels vermeld staan. Recent is het broedvogelrapport van 2022 verschenen. Met deze keer speciale aandacht voor algemene broedvogels.