Zelfs in geschikt grasland groeien te weinig kievitskuikens op
Kieviten hebben in Nederland een tekort aan geschikt leefgebied voor hun opgroeiende kuikens. Hierdoor worden er te weinig kuikens groot en neemt het aantal Kieviten in Nederland af. Dit blijkt uit onderzoek dat OBN natuurkennis liet uitvoeren door Sovon Vogelonderzoek Nederland, Altenburg & Wymenga en Wageningen Environmental Research.
Hoewel de populatietrend van de Kievit tot de jaren negentig minder of meer stabiel was, neemt deze soort de laatste twintig jaar net zo hard af als de Grutto, de ‘nationale vogel’ waar binnen agrarisch natuurbeheer veel aandacht naar uitgaat. Net als bij de Grutto lijkt de lage overleving van de kuikens het knelpunt te vormen.
Kuikens kunnen succesvol opgroeien in leefgebieden met voldoende voedsel in de vorm van insecten die zich over de bodem voortbewegen en regenwormen. Ook moet er voldoende schuilmogelijkheid zijn in de vorm van een structuurrijke vegetatie, zodat de kans op predatie wordt beperkt. Het is de vraag of en hoe kievitsgezinnen deze plekken weten te vinden. En kunnen deze gunstige kenmerken beïnvloed worden door het juiste beheer?
Kievitsvrouwtjes met zender
Om antwoord te krijgen op deze vragen volgden de onderzoekers in 2022 verspreid over Nederland 43 kievitsgezinnen. Volwassen kievitsvrouwtjes werden uitgerust met een GPS-zender die informatie gaf over de locatie en het gedrag van de vogels. Vanaf het moment dat de moedervogels met kuikens rondliepen, zijn wekelijks de locaties bezocht waar het gezin zich ophield. Zo konden de onderzoekers metingen doen aan onder andere de vegetatie, het bodemvocht en het aantal insecten en regenwormen. Daarnaast bezochten de onderzoekers in ieder gebied een vast aantal ‘referentiepercelen’ en percelen die door kievitsgezinnen waren verlaten. Deze percelen dienden als vergelijkingsmateriaal.
Voedsel doorslaggevend
De onderzoekers merkten dat de overleving van de kuikens erg laag was. Van de 37 broedpogingen die kuikens voortbrachten, waren er slechts zeven gezinnen waarvan minstens één kuiken vliegvlug werd. Toch wisten de kievitsgezinnen duidelijk de beste plekken in het landschap te vinden. De door de kievitsgezinnen bezochte percelen hadden in vergelijking met de referentiepercelen en de percelen die door de gezinnen waren verlaten meer insecten, een vochtigere bodem en een lagere vegetatie. Dit gold voor zowel de succesvolle als de niet-succesvolle gezinnen. Doorslaggevend leek de aanwezigheid en bereikbaarheid van voedsel voor de jonge kievitskuikens.
Hoewel de gezinnen de beste plekken dus prima wisten te vinden, waren deze plekken nog steeds niet goed genoeg om kuikens succesvol te laten opgroeien. Het waren er ook te weinig, waardoor de vogels weinig uitwijkmogelijkheden hadden. De zware droogte in het voorjaar van 2022 speelde hier waarschijnlijk een grote rol in.
Geschikte maatregelen
Beweiding van grasland had een positief effect op de overlevingskans van Kieviten. Andere maatregelen om gebieden geschikt te maken zijn vernatting, voorbeweiding, extensieve beweiding, het verschralen van percelen op de lange termijn, het uitstellen van de mestgift tot na het broedseizoen en het toedienen van ruige mest om te zorgen voor voldoende aanbod van korte vegetaties. De onderzoekers adviseren om beheer voor Kieviten vooral op vochtige locaties uit te voeren, met veel microreliëf en een zo groot mogelijke landschappelijke openheid. Belangrijk is ook dat de geschikte gebieden niet te klein zijn. Dit zorgt voor voldoende schuil- en uitwijkmogelijkheden tegen predatie.
Meer informatie
- Over dit onderzoek wordt een kennismiddag georganiseerd op maandagmiddag 27 november in Nijkerk. Binnenkort lees je hier meer over op de website Natuurkennis.nl/activiteiten.
- Rapport: Habitatselectie en overleving van kievitskuikens in Nederlandse graslanden.
Tekst: Erik Kleyheeg en Maja Roodbergen (Sovon Vogelonderzoek Nederland), Jelle Loonstra (Altenburg & Wymenga), Tim Visser (Wageningen Environmental Research)