Recordaantallen Zwarte Sterns over zee
Het najaar betekent voor vogeltellers uitzien naar opvallende vogeltrek (trektellen.nl). Twee van zulke opmerkelijke verschijnselen zijn te lezen in de tweede nieuwsbrief over vogels die langs de Nederlandse kust trekken. In augustus werden recordaantallen Zwarte Sterns gezien en september vielen de hoeveelheden Kleine Jagers op.
Deze tweede nieuwsbrief voor zeetrektellers (lees hier de volledige pdf, 0,7 Mb) maakt onderdeel uit van het project om zeevogeltrends te berekenen in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring.
Zwarte Sterns
Het meest opvallende fenomeen was een spectaculaire doortrekgolf van Zwarte Sterns rond midden-augustus. Het ging om aantallen die nog nooit eerder waren vastgesteld langs de Noordzeekust. Het uurgemiddelde over alle zeetrekposten in augustus 2021 (49.4 vogels /uur) was 26 maal zo hoog als dat in de afgelopen 20 jaar. Het ging om duizenden vogels per telpost.
De ongewone aantallen Zwarte Sterns begonnen zich vanaf 8 augustus af te tekenen. Op 12 augustus werden er bij Petten 1796 naar zuid gezien, gevolgd door 2022 bij Camperduin op de 13e. Bij Egmond en Castricum werd die ochtend ook geteld maar bleven de aantallen met ruim 200 vogels nog flink achter. Pas de volgende dag bereikte de golf ook die posten, maar reikte nog niet echt zuidelijker. Dat gebeurde ook op de 15e nog niet en ook bij Castricum en Egmond vlogen er toen weer minder, terwijl hogerop langs de Noord-Hollandse kust nog flinke aantallen heen en weer vlogen. De concentratie van tot ongeveer 5000 Zwarte Sterns leek dus enkele dagen aanwezig te zijn geweest voor de Kop van Noord-Holland, zonder door te trekken naar zuid. Een intrigerende vraag is of deze vogels na een dag foerageren op zee misschien terugvlogen naar een slaapplaats, bijvoorbeeld op de Razende Bol of zelfs de traditionele locatie op het Balgzand.
Figuur 1. Verschil in uurgemiddelden van Zwarte Sterns langs Nederlandse trektelposten langs zee tussen 2021 (oranje) en 1980-2020 (blauw). Bron: Trektellen.nl
Exodus
De wind was op 12-15 augustus matig uit het zuidwesten, maar ging op de 16e naar west tot noordwest 6. Dat was voor de Zwarte Sterns ‑ en ook voor minstens 20.000 Visdieven ‑ het sein om te vertrekken. Ze vlogen meteen de Noordzee uit en werden tot langs de Franse Cap Griz-nez gezien. In Noord-Holland werd die dag niet geteld, behalve bij Huisduinen, waar niet alleen 483 Zwarte Sterns naar het zuiden vlogen, maar vanaf het eind van de ochtend ook 1779 naar noord. Terug de meer beschutte Waddenzee in? Langs de Noordzeekust was daarmee de grootste golf voorbij.
Visdieven en een Zwarte Stern (links van midden) vliegen op volle zee naar het zuiden. Foto: Hans Schekkerman
Stroom van sterns
De vraag is natuurlijk wat de aanleiding vormde voor deze recordaantallen. Het lijkt om meer te gaan dan reguliere trek vanuit de traditionele pleisterplaatsen in IJsselmeer en Waddenzee. Bovendien vond vertrek uit het IJsselmeer in het verleden meestal zuidwestwaarts over land en ’s avonds plaats. Navraag bij onderzoekers actief in het IJsselmeergebied leverde het beeld op dat de aantallen daar pleisterende Zwarte Sterns vergelijkbaar waren met die in de afgelopen jaren, dat wil zeggen substantieel lager dan in het verleden. Hoe het daar met het voedselaanbod zat is nog niet duidelijk, omdat de jaarlijkse spieringsurvey pas in oktober plaatsvindt. Het is ook denkbaar dat buitengewoon gunstige foerageermogelijkheden op de Noordzee dit jaar vogels aantrokken die in andere jaren op de Westelijke Waddenzee en/of het IJsselmeer pleisteren. Ook de uurgemiddelden van Visdief (/Noordse Stern) lagen in augustus twee tot drie maal zo hoog als het langjarige gemiddelde. Voor de waarnemers was het in ieder geval genieten van zo’n stroom Zwarte Sterns over zee!
Twee volwassen Kleine Jagers met een donker verenkleed boven de Noordzee. De soort was talrijk in september. Foto: Albert de Jong
Veel Kleine Jagers
Al in de tweede helft van augustus verschenen ongebruikelijk veel Kleine Jagers. De uurgemiddelden overtroffen zelfs wat in de jaren ’80 en ’90 gebruikelijk was. Dit was het meest opvallend voor de westelijke Waddeneilanden. Wat te denken van 93 naar zuid en 138 naar noord in drieënhalf uur tellen uur op 13 september bij matige oostenwind, op Texel?. Ook langs Vlieland en de Kop van Noord-Holland werden veel jagers gezien. Een link met de grote aantallen sterns hier ligt voor de hand. Misschien wel minder verheugend zijn de ongebruikelijke aantallen Zeekoeten (met enkele Alken) die sinds eind augustus op zee worden gezien, en helaas ook wel aanspoelen aan het strand. Dit lijkt onderdeel van een veel grootschaliger fenomeen in de Noordzee, met honderden dode en nog veel meer op ongebruikelijke plekken opduikende vogels langs de Britse Oostkust.
Figuur 2. Verschil in uurgemiddelden van Kleine Jagers langs Nederlandse trektelposten tussen 2021 (oranje) en 1980-2020 (blauw). Bron: Trektellen.nl