Veel Steltkluten in Nederland
Net als in de afgelopen twee jaar worden er veel Steltkluten gemeld in ons land. Het gaat inmiddels om enkele honderden vogels. Ook de eerste jongen worden gezien. Dat is echter niet per se goed nieuws.
Steltkluten broeden verspreid over de zuidelijke helft van Europa. Hun broedbiotoop bestaat uit ondiepe zoetwaterplassen en zoutpannen, waarin ze met hun lange poten kunnen foerageren. Ze nestelen op drooggevallen plekken of eilandjes, vaak net boven de waterlijn. In recente jaren komen steeds meer Steltkluten naar Nederland om hier te broeden. 2022 was een recordjaar, met in totaal 82 broedparen. Dit voorjaar wijzen de aantallen waarnemingen op Waarneming.nl en broedparen die geteld worden in het Meetnet Broedvogels dezelfde kant op. Het gaat op dit moment om minstens 40 paren met een nest en in totaal om enkele honderden vogels. Ook in Vlaanderen verblijven er veel Steltkluten, zo meldt dit artikel.
Vaste broedvogel
Tot ongeveer tien jaar geleden werden jaren met (zeer) weinig Steltkluten afgewisseld door jaren met meerdere broedparen (zie figuur hierboven). Die afwisseling bestaat nog steeds, maar ondertussen is de soort wel een regelmatige broedvogel geworden. De meeste Steltkluten worden in plasjes in laag-Nederland gezien, bijvoorbeeld in natuurontwikkelingsgebieden, waterbergingen en plas-draspercelen. Onder andere in het Lauwersmeer, het Hunzedal, nabij Wilnis en de Biesbosch verblijven momenteel 10 of meer vogels. De eerste Steltkluten hebben al kleine jongen. Andere paren zijn wellicht nog op zoek naar een nestplek of hebben een nest gehad dat mislukte. Waarnemingen van druk rondvliegende en alarmerende Steltkluten kunnen nu op broeden wijzen. In dat geval is afstand houden om de rust niet te verstoren het devies. Meldingen van broedgevallen zijn welkom via het zeldzame broedvogelproject van Sovon.
Keerzijde
Het verschijnen van de prachtige Steltkluten heeft ook een keerzijde. Er is een onmiskenbaar verband met de extreme droogte in Spanje en Zuid-Frankrijk van dit voorjaar. Door het grote neerslagtekort zijn daar veel meren en plassen uitgedroogd. In jaren met zo’n watertekort trekken meer vogels naar noordelijkere gebieden. Dat verband is beschreven in het artikel De Steltkluut als broedvogel in Nederland in 1990-2011. Je zou de Steltkluut dus een klimaatvolger kunnen noemen. Bedenk daarbij wel dat een groot deel van de Europese populatie op het Iberisch Schiereiland broedt (15.000 – 20.000 paar) en dus in de problemen kan komen door deze droogtes, die vaker voorkomen als gevolg van klimaatopwarming.