Mijn vogelmoment
We vroegen vogelaars naar hun mooiste momenten in het veld. En dat hebben we geweten, bijna 50 inzendingen! Hierbij een bloemlezing van alle reacties.
Henry Kats
Twee jaar een draaihals-paartje gehad in een koolmeesnestkast in 'mijn' nestkastengebied bij Radio Kootwijk (SBB). Het eerste jaar zeven uitgevlogen vogels en het tweede jaar acht jonge Draaihalzen. Helaas hebben ze een andere woning gezocht en mij dit niet laten weten...
Hilde Dom
Mijn eerste nestje van de Kievit dat ik gevonden heb in 2022 op een stoppelveld(maisakker). Ben toen langs de landbouwer gegaan en hij wou meewerken. Bij het ploegen heeft hij het nestje uitgespaard en aan de andere zijde (er loopt een verkeersvrij baantje tussen) had hij kuikenland vrijgelaten (overjarig raaigras). Bij het ringen hebben ze 11 pulli geringd (een crechè). Hij heeft dus nog meerdere nestjes uitgespaard. Ik was dolgelukkig!!
Toine Rommers
Wateroen! - In De Matjens bij Achtmaal had ik een grappige ontmoeting met twee Waterhoentjes. Ik betrapte ze in een smal slootje. Eén nam de vlucht en streek op veilige afstand weer neer. De ander verdween onder water. Rustig meende ik te kunnen wachten tot hij uit ademnood weer boven zou komen. Na vijf minuten was er nog niets te zien en dat prikkelde in hoge mate mijn nieuwsgierigheid. Ik liet me naar de rand van het water zakken. Geen rimpeltje was er te zien. Ik sprong over het slootje en bewoog mijn gelaarsde voet door het water op de plek waar hij moest zitten. Dat hielp! De vogel schoot uit het water en vluchtte naar zijn maatje in de verte. Al die tijd had hij zich, met alleen zijn snaveltje boven water, verborgen gehouden. Om niet door mijn laars geraakt te worden moest hij noodgedwongen zijn schuilplaats verlaten. Of ik dan het snaveltje niet zag dat boven water uitstak? Door ongerechtigheden langs de waterkant was dat uitgesloten. Normaal gesproken is het een sublieme ontsnappingstechniek die in het smalle slootje, zij het nipt, zijn uitwerking miste. Dank zij het ‘wateroentje’ was ik weer een leuke ervaring rijker.
Mark Zekhuis
Ik heb het geluk al meer dan 15 jaar vogeltellingen te mogen doen op Rottum. Vooral in het najaar zijn die weekenden extra spannend op Rottumerplaat, Rottumeroog en Zuiderduin. Op 18 september 2011 telde ik de noordzeekant van Rottumerplaat. Ik genoot van de duizenden stelten maar ook IJsgors, Smellekens en jagende Slechtvalk. Je loopt dan op de kwelder ook alle geulen, tijdelijke plassen en prielen af om geen Smienten of Wintertalingen te missen. Op een van die plassen ontdekte ik twee Grauwe Franjepoten en een Rosse Franjepoot die daar naast elkaar rond zwommen. Een prachtig schouwspel hoe die vogels ongestoord schokkerig en soms draaiend als ballerina's op het plasje hun baantjes trokken. Ik deed broek en mijn stoute schoenen uit en liep met mijn camera op het statief het water in. De ijverige vogeltjes trokken er niets van aan. Soms maakten ze een kwetterend contactroepje, maar bleven bij elkaar druk foerageren. Het was voor mij zo'n bijzonder moment om daar helemaal alleen op die kwelder te zijn met frivole gezelschap. Op een gegeven moment zwom er zelfs een Grauwe Franjepoot onder mijn statief door! Als ik die foto's weer zie, moet ik steeds weer glimlachen.
Gerard Ouweneel
Toen J.A. Eygenraam in 1962 via Het Vogeljaar opriep aan periodieke waterwildtellingen deel te nemen, haakte ik in. Daarmee ging ik 45 jaar door. Het tellen werd zo’n automatisme dat ik bij het kijken naar vogels nóg direct beging met tellen. Toen echtgenote Els en ik elkaar leerden kennen, ging ze soms mee. Zo ook eens naar Overflakkee, waar ik bij Den Bommel had afgesproken met Tom Lebret. Tom en ik wilden van de daar aanwezige Brandjes, Grauwe- en Kolganzen de pikfrequentie tellen. Het was geen weer om achter een dijk te liggen, hetgeen toch moest. Els vond ons gedoe dusdanig bizar dat het eerst verbazing en daarna lachlust wekte. Even later was het onze beurt om te lachen. Over het Haringvliet vlogen een stel Nonnetjes. Els kende deze naam alleen van de dames die haar onderwijs hadden gegeven, een mensensoort waarmee ze het vaak aan de stok had. Mijn uitroep ‘Nonnetjes!’ kon ze dus in het geheel niet plaatsen en overtuigde haar dat vogelaars zonderlinge schepsels zijn. Zo nu en dan gaat ze nog steeds mee op excursies. Maar dat is niet zozeer om de vogels dan wel om zich te verbazen over vogelaars.
Maurits Gleichman
Een windstille, mistige januarimorgen in 2017 met een beetje vorst: in de boom met de maretakken bevond zich een Grote Lijster, die bleef zitten. Dat was uitzonderlijk, want Grote Lijsters zijn schuwe vogels, die altijd ratelend wegvlogen zodra ze mij zagen. Dit exemplaar ging gewoon door met foerageren op de maretakbessen en deed daarmee zijn Latijnse naam eer aan. Turdus viscivorus betekent immers ‘maretak-verslindende lijster’. Vandaar dat ze bekend staan als de belangrijkste verspreiders van de Maretak Viscum album. Maar wie heeft nu ooit echt gezien hoe dat in zijn werk gaat? Op dat moment begon ik te realiseren dat deze lijster bezig was om mij daar ooggetuige van te maken. Hij plukte elke bes heel doelgericht en slikte deze direct door. Daarbij was er - zoals in de literatuur meestal beschreven wordt - absoluut geen ingewikkeld gesmeer met snavels aan takken. Na het verorberen van ongeveer 30 bessen ging hij een half uurtje zitten uitbuiken in bolzit-houding, die geleidelijk overging in een soort trance met pershouding. Vleugels afhangend en staart schuin omhoog, totdat er -héél geleidelijk aan- een lange, uiterst kleverige streng, met daarin de onverteerde pitten van de recent gegeten maretakbessen- naar buiten geperst werd…..mijn meest magische vogelmoment!
K. Nijboer
Tijdens de watervogeltelling (Ganzen en Zwanen) trof ik in de Makkumerzuidwaard een Kroeskoppelikaan aan. Ik dacht een zeer bijzondere waarneming gedaan te hebben, totdat ik de waarneming kenbaar maakte in mijn waarneming.nl. Groot was de teleurstelling toen de mededeling kwam dat dit een ontsnapt exemplaar was uit Aqua Zoo Leeuwarden. Er bleek ook nog een Kroeskoppelikaan op de Waddenzee te zitten in de nabijheid van Harlingen.
René Rappange
Op 21 februari 2023 een foeragerende Waterral gezien en kunnen fotograferen in de Natte Graslanden Almere. Kwam mooi in een open stuk voor een uitkijkpunt. Een bijzonder moment, omdat ik de Waterral in andere jaren wel gehoord heb, maar nog niet gezien had.
Dinie van Lieshout
De hele winter had ik nog geen Staartmees gezien, terwijl ik dat zulke leuke vogeltjes vind. Tijdens de Nationale vogeltelling dit jaar (2023) zat ik met pen en papier dichtbij het raam om vogels te tellen en tot m'n grote verbazing kwamen er ineens vijf Staartmezen op onze voedertak met allerlei lekkers voor de vogels. Ze waren er maar heel even, maar ik was helemaal blij dat ik ze juist op de teldag gezien had én kon meetellen!!
Geerten van den Berg
Ik heb op een dag vijf Kleine Plevieren gezien en een Roodborsttapuit en twee Kwartels.
Jolanda Rutten
De avond dat ik samen met een vriendin op zoek ging naar de Nachtzwaluw, het bijna donker werd en we de moed eigenlijk al opgegeven hadden, kwamen er ineens twee op ons af gevlogen, met het typische 'kikker-geluid' bleven ze om ons heen vliegen. We hebben er zelfs een video-opname van kunnen maken. Het was magisch... We bleven als versteend staan wachten tot ze weer weg zouden gaan, maar ze bleven in de buurt. Soms even zittend op een tak en dan vlogen ze weer rond. Ik weet niet hoe lang het geduurd heeft, voor m'n gevoel wel een uur, maar het zal zo'n 10 minuten zijn geweest. Daarna ben ik nooit meer op zoek gegaan naar de Nachtzwaluw. Mooier dan deze ervaring zou het nooit meer kunnen worden!
Daniel Muilwijk
Tijdens een watervogeltelling fietste ik door de polders van de Alblasserwaard, toen ik plots werd ingehaald door een laag langs scherende Slechtvalk. In volle vaart haalde hij met speels gemak het bestelbusje in dat voor me reed. Ik schrok me rot toen de Slechtvalk ineens een kwartslag draaide, vlak voor het busje langs schoot (bijna een botsing!) en zich vol stortte op een Meerkoet, die nietsvermoedend aan de rand van een sloot verbleef met enkele soortgenoten. Ik heb nog nooit van zo dichtbij kunnen meemaken hoe een prooi van zo dichtbij geplukt werd. Pas toen ik weer verder fietste en nadacht over wat ik zojuist had meegemaakt stond ik er pas bij stil wat voor tactische vernuft hieraan vooraf was gegaan. Vermoedelijk had de Slechtvalk hoog in de lucht de Meerkoeten al zien zitten, heeft hij het busje aan zien komen, heeft hij ingeschat wanneer de duikvlucht precies ingezet moest worden om het busje als dekmantel te kunnen gebruiken, heeft hij zijn snelheid zo aangepast dat hij het busje precies inhaalde op de plek waar de Meerkoeten ook zaten en kon hij zich op de Meerkoet storten. Tot op de dag van vandaag kan ik me hier over verbazen. Fantastisch!
Bastiaan van de Wetering
Een herinnering specifiek gerelateerd aan Sovon, dat was tijdens het tellen van mijn atlasblokken voor de Vogelatlas van 2013-2015. Ik was toen 13 jaar. Albert de Jong hielp mij op weg met het tellen en toen kwam er een vogel aanvliegen. Hij vroeg nog: 'weet je wat daar aankomt?' Ik dacht een Kramsvogel, maar het was een prachtige Wielewaal op trek. Dit was mijn eerste kennismaking met deze vogel op trek, op de één of andere manier blijft het een fascinerend moment wat me altijd is bijgebleven.
Dirk-Jan Saaltink
Als jonge vogelaar midden jaren '90 had ik gelezen over de Klapekster als wintergast op de Sallandse Heuvelrug. Op een prachtige winterse dag met veel sneeuw struinde ik over de heuvelrug, op zoek naar de Klapekster. Helaas, geen klapekster gezien wat een frustrerend gevoel gaf. Dit werd ruimschoots goedgemaakt toen er op een onverwacht moment een groep van 10 mannetjes Korhoen over mij heen vloog. Strak in het zonnetje, met prachtige blauwzwarte glans. Een moment dat na 30 jaar nog steeds in mijn herinnering staat gegrift. De natuur is altijd onvoorspelbaar en je hebt nooit garantie op de gewenste waarnemingen. Daarom houd ik altijd mijn ogen open, want de verrassingen zijn het leukst.
Henk Lasschuit
Wij hadden nog nooit bij ons in de wijk/buurt de Staartmezen gezien. Op de plek waar wij de as van onze zoon verstrooid hebben onder een boom in Dwingeloo, waar we met hem elk jaar vakantie vierden, zaten drie jonge Staartmezen. En vanaf dat moment komen ze elke winter bij ons thuis in de tuin op bezoek. Dan roepen we altijd 'Hans komt op bezoek'.
Rini Verheijen
Ik was in de staatsbossen van de gemeente Asten toen ik een Zwarte Specht zag tegen een boom. Pardon ik zag twee Zwarte Spechten die ieder aan een kant van de boom rondjes maakten, steeds tegenover elkaar van de boom. Geweldig, zeker een kwartier.
Toine Rommers
Een vlucht regenwulpen - Floristen die altijd met plantjes bezig zijn hebben het een stuk gemakkelijker dan vogelaars. Ze liggen ’s nachts heerlijk te slapen en als ze er even uit moeten komen ze geen reigersbekken of koekoeksbloemen tegen. Voor vogelaars ligt dat anders. Op 16 april 2004 om 03.00 uur ’s nachts moest ik er even uit. Op het toilet hoorde ik merkwaardige geluiden. Dat komt wel meer voor, maar dit keer was het anders. Het kwam van buiten. Gauw het wc-raampje open gezet. Het snelle ‘biebiebiebiebiebiebie’ was onmiskenbaar van een vlucht regenwulpen. Je kunt deze roep enigszins vergelijken met die van de Dodaars of vrouwtjes koekoek. De vogels waren ongetwijfeld op weg naar hun broedgebieden in Scandinavië. Met groot ontzag en respect voor deze vogels die midden in de nacht hun koers kunnen bepalen kroop ik weer tussen de lakens.
Hans van de Laar
Op 10 december 2011 probeerde ik een Klapekster te digiscopen in het Bronnengebied van de Brunssumerheide. Deze fraaie wintergast zag ik vanuit de verte ineens aan komen vliegen en gelukkig ging hij/zij op een mooie afstand in de top van een boom vóór mij zitten: foto's geslaagd. Maar opeens was hij/zij ook weer snel weggevlogen en leek van de aardbodem verdwenen. Toen ik met mijn telescoop ging zoeken, zag ik de reden van zijn/haar verdwijnen: een prachtige adulte vrouw Havik zat schitterend in beeld vlakbij in een andere alleenstaande boom. Zo mooi in open terrein had ik deze soort nog nooit gezien en enigszins opgewonden kon ik enkele leuke digiscoopfoto's en een filmpje van haar maken. Terwijl ik dat deed, draaide zij met haar kop en keek mij even recht aan. Mij zag ze niet maar wel de twee trimmers die zij met haar priemende blik volgde terwijl deze hardlopers achter mij langs liepen.
Een geweldige vogelbeleving om nooit te vergeten.
Dick Jonkers
Van 1958 t/m 1961 maakte ik deel uit van een groepje vogelaars, dat zich onder meer bezighield met het vangen en ringen van Bokjes. Het was een enerverende periode, die mij mijn hele leven is bijgebleven. De soort is familie van de Watersnip en houdt zich net als hij op in moerassige begroeiingen en zompige graslanden. De vangpogingen vonden plaats tijdens de herfst- en voorjaarstrek. De ringplekken waren in het eerste jaar graslanden niet ver van het Veluwemeer bij Harderwijk. Daarna in percelen oostelijk daarvan bij Hoophuizen, met ook een plek op een rieteilandje. Er werd gevangen met fijnmazige nylonnetten bevestigd tussen bamboestokken van 2½ m hoog.
Bokjes houden zich schuil tussen de begroeiing in de hoop niet te worden opgemerkt. Bij onraad vertrouwen zij op hun schutkleuren en blijven zitten. In vogelaarsjargon: zij drukken zich. De vogel heeft hieraan zijn volksnaam doverik te danken. Besluiten ze om te vluchten, dan gebeurt dit met een korte, op die van een vleermuis lijkende fladderende vlucht, om meteen daarna weer elders in de vegetatie te landen. Van dit gedrag werd geprofiteerd door in linie lopend de vogels op te stoten, 'Bokjes trappen' genoemd. Daarna probeerden wij ze door omtrekkende bewegingen rond de invalplekken te maken, in de netten te laten belanden. Ondanks onze grote inzet werden tijdens 19 dagen in totaal slechts 25 exemplaren geringd! Het aantal vangpogingen was veel groter.
Folkert Nijboer
Wij doen al jaren nestkastenonderzoek in 18 bosvakken met een 80 tal nestkasten langs het Slingerpad Maashorst Uden. Wij, Martin van Zanten, Theo van der Velde, Annetje Elfrink en bovengenoemde, waren in 2020 bezig met het onderzoek en wat opviel dat er meerdere wespennesten in de kasten zaten. Ik had net in een kastje gekeken en vertelde zijn teamgenoten dat er een wespennest in zat. Annetje wilde dat ook wel even bekijken en opende ook het kastje en werd meteen geheel omhuld met wespen. Na heel veel geproest en wapperende handen wist ze zich te bevrijden. Meteen een leer om voorzichtig de kastjes te openen. Een ander moment was dat er in een nestkastje een koolmees begonnen was met een nestje. Tien dagen later kwamen we weer langs voor de controle en bij opening schoten plotseling als een speer twee bosmuizen langs de hand en arm naar beneden. Dat was toch wel even schrikken.
Rens Pepels
Jaren geleden fietste ik van school terug naar huis waar ik in een weiland roeken aantrof in een kring, midden in deze kring bevond zich één Roek alleen. Op een gegeven moment begonnen alle Roeken op deze enkeling te pikken. Deze stond doodsangsten uit, de veren vlogen in het rond. Hij of zij had het uiteindelijk overleeft. Ik begreep er niets van totdat ik jaren later een artikel in een Belgisch ornithologisch maandblad las over een roekenkring. Deze intelligente kraaiachtigen zouden deze kring gebruiken als een soort rechtbank waar soortgenoten uit hun kolonie worden berecht die iets uitgespookt hadden hetgeen tegen hun regels zou zijn. Ik werd per toeval met deze gebeurtenis geconfronteerd.
Gerrie Abel
Oranje kleurt purper - Ik kijk door een klein gaatje in het rietenscherm. Voor me op de kooiplas een paartje wilde eend en zes opgewonden Nijlganzen. Dan kijk ik naar het kooibos en zie een bruinige vlek in het frisse groen van een wilg. Maar die vlek blijkt ook ogen te hebben en een lange snavel, nee echt en ik hou mijn adem even in, is het een Purperreiger? Ik raak enigszins opgewonden, een broedende Purperreiger in de eendenkooi, in mijn Sovon-inventarisatieblok. Is dit echt waar of zit ik in een droom.
Dit moet via Twitter en Facebook de wereld in geslingerd worden, iedereen zou dit moeten zien, wat een mooie ervaring. Maar dan besef ik dat het vandaag 30 april 2013 is, de inauguratie van koning Willem-Alexander, oranje vlaggen en koek happen, dat is waar Nederland zich vandaag mee bezig houdt. Zit men wel op mijn belevenis te wachten?!
En dan realiseer ik me ook dat natuurgebieden soms op slot moeten, afgeschermd van publiek, dit alles om zeldzame planten en dieren een kans te geven. Nee, dit gaat vandaag toch niet de wereld in, laat Nederland maar gezellig het Oranjefeest vieren. Ik vier mijn purperfeestje in alle stilte.
Jettie van Assendelft
Ik woonde nog maar enkele jaren in Doesburg toen ik begin juni vlak voor ik naar bed wilde gaan een hoog zeurend gepiep hoorde: "pieuw, ...pieeeuw". Ik kende het geluid niet en keek naar buiten. Het geluid kwam uit een tuin achter de dijk. Er vloog een donkere schim langs een oude perenboom en na wat gezoek in de schemer zag ik met de kijker in de perenboom een jonge Ransuil die erbarmelijk zat te bedelen. Een ouder probeerde hem te bewegen mee te vliegen. Uiteindelijk vloog het jong er achteraan naar de grote notenboom voor mijn balkon. Daar greep hij onhandig een tak en het volgende moment was onvergetelijk. Het uiltje hing ondersteboven aan de tak en keek vanuit die benarde positie rondom. Ik moest zo lachen dat ik niet gezien heb waar hij vanaf daar heen vloog.
Sindsdien luister ik begin juni altijd of er jonge uiltjes in de buurt zijn. De meeste jaren wel, maar zo'n mooie vliegles heb ik niet weer mee gemaakt.
Jos Vrolijk
Memorabele belevenissen uit het veld: hoe een Sovon-vrijwilliger bijna op het politiebureau terechtkwam.. In A’dam-ZO ligt pal naast een McDonalds een kolonie met Kleine Mantelmeeuwen. Om atlasgegevens te verzamelen ben ik destijds een aantal keren over het omringende hek geklommen om het aantal nesten goed te kunnen tellen. Al bij de eerste telling werd ik door een megafoon van een patrouillerend politiebusje verordonneerd om onmiddellijk het terrein te verlaten. Verbaasd meldde ik mij bij de vier agenten die al klaar stonden bij het goed met slot verzekerde toegangshek (ik kon de handboeien al op hun outfit zien...). Ik verwachtte minstens grondige controle van ID’s en mijn toestemmingsformulieren. Niets hiervan: de agenten bleken alleen en vooral bezorgd om mijn veiligheid, immers zo zeiden ze: er hing toch een zeer duidelijke waarschuwing aan het hek: ‘Gevaarlijk Terrein, Drijfzand!' Dat dit gebied al ruim 40 jaar geleden opgespoten werd en dus van drijfzand absoluut geen sprake kon zijn, wisten de agenten niet. Wat mij wel bekend was: dit bordje is een trucje van de projectontwikkelaar om ongewenst bezoek af te schrikken…. Ik had de juiste toestemming en dus geen bezoek aan het politiebureau. Wel een atlastelling om niet snel te vergeten.....
Frits van Montfort
Tien jaar bescherming weidevogels gedaan, in Bergeijk. In het begin ging dat wel goed, had contact met de boeren en loonwerkers. Nesten werden op het land gezocht en met stokken aangegeven. We beschermden 27 nesten van Kieviten en 3 van de Grutto. Nu is alles weg, door predatie en maaien. Ik ben gestopt kan niet goed meer lopen. Mijn zin is over.
André van den Berg
Blauwborst - Met de ochtendzang van een Blauwborst wakker worden. Dat had ik als bewoner van de hoge zandgronden in Twente niet durven dromen. Het overkwam me vorig jaar mei in een tent in de duinen op Texel. Zo’n heerlijk opgewekt nachtegaalachtig geluid.
In mijn plot, Inundatie Woolde in Hengelo, wacht ik al jaren op hem (en haar). Ik heb als waarnemer daar al veel gezien en gehoord, van Snor tot Spotvogel. Maar voor de Blauwborst moet ik in mijn regio toch echt op pad naar de drassige hoogveenplekken nabij Haaksbergen of Kloosterhaar, en dan nog, daar mag je niet kamperen.
Toen ik voorzichtig naar buiten keek, zag ik hem dichtbij boven in een duindoorn zitten met zijn witte ster op de borst, fel oplichtend in de ochtendzon. Als een waarschuwend knipperlicht. Hij was niet echt schuw en het kan dus niet anders dan dat hij zijn broedende vrouwtje beschermde tegen gelijksoortige rivalen. Ik heb er nog lang van kunnen genieten want het herhaalde zich elke ochtend. Dan is het niet erg om in je vakantie vroeg wakker te worden.
Piet Loonstra
Op fietsvakantie van Apeldoorn naar Venetië overnachten we in juni 2022 op een camping in Kelheim (zuid-oost Duitsland). Tijdens onze avondwandeling wordt het langzaam schemerig en vlakbij de camping zien we ineens een grote roofvogel in het weiland duiken. Gelukkig heb ik altijd een verrekijker om mijn nek en daardoor zie ik tot mijn grote verbazing dat het een Oehoe is die oog in oog staat met een haas. Roerloos staan de haas en deze grote uil elkaar aan te kijken. Helaas hoort de Oehoe ons waarschijnlijk en kiest het hazenpad door een boom in te vliegen. De haas heeft geluk gehad. Fantastische waarneming van mijn eerste Oehoe in het wild. Midden in de nacht worden we in onze tent wakker van een roepende Oehoe die ook nog beantwoord wordt door een andere Oehoe verderop. Helemaal gelukkig van deze bevestiging dat het echt een Oehoe was val ik weer in slaap.
Ferry Bulten
De jonge veehouder op het fraaie boerenerf waar ik met een goede maat in het broedseizoen stopte tijdens een controleronde van steenuilenkasten zei: 'Je komt precies op tijd!' Terwijl hij een plaspauze hield op de hoek van de boerderij had de man het geritsel van vermoedelijk een Steenuil in de zinken regenpijp gehoord.
Na demontage van een gedeelte van de afvoer konden we met een stofzuiger het mooie mannetjes uiltje weer naar boven halen. De onfortuinlijke roofvogel bleek ongeschonden!
Het vrouwtje zat nog nietsvermoedend op de eieren in kast en later werd het broedsel zelfs succesvol afgesloten....
Huub Loete
In de Middelpolder bij Amstelveen was ik de sierlijke duikvlucht van de Kievit aan het gadeslaan, toen me opviel dat die telkens naar de zelfde plek dook. Ik bekeek die plek met de verrekijker, en jawel hoor: daar staken de mooi gestreepte kopjes van een koppel Kwartels omhoog, die ik nog nooit eerder had gezien. Helaas moesten ze het veld ruimen.
Kees Rosenbrand
Zomer 2010 - Er werd al enige tijd een Slangenarend gemeld Haaksbergerveen. Ik trof daar ter plekke een mede-vogelaar met zijn kind van paar maanden. Op een gegeven moment -en op zijn tijd het kind aldaar de fles voedend- een Slangenarend plus minus 10 min dan ook nog laag recht boven je hoofd biddend mogen aanschouwen. Voor ons nieuwe soort en voor het kind zijn eerste bijzondere waarneming. Op zich hilarisch zeker ook gezien het feit dat ik mijn camera die dag was vergeten. We hebben het er nog vaak over...
Annemarie van Diepenbeek
Het moet ergens eind jaren `80 geweest zijn. Ik ging dassen observeren op een mooie, relatief kleine burcht. Om mijn silhouet zoveel mogelijk te verbergen ging ik tegen een stevige boomstam staan waarvan de kruin ooit was uitgebroken. Met die stam vormde ik zo een tweestammige, roerloze eenheid in het maanlicht. De dassen waren laat. Turend naar een hol-ingang waar ik een das verwachtte, landde er plotseling een uil op mijn hoofd. Een superzachte landing, ik voelde de tenen in mijn haren en iets van lichtgewicht. Ik schrok me het leblazerus en maakte een schrikbeweging, waardoor de uil natuurlijk even hard schrok; meteen ging hij weer op de wieken. Het gebeurde allemaal in een seconde, maar het moment was onvergetelijk. Met overtuiging kan ik op lezingen over uilen en muizen vertellen dat uilen geruisloos kunnen vliegen om zo muizen te verrassen. Ik heb het aan den lijve ervaren zonder prooi te zijn. Het lag niet aan mijn gehoor, mijn oren doen het nu, op mijn 72ste, het nog steeds prima. Of het een Bos- Rans- of Kerkuil was, dat weet ik niet, hij verdween te snel. Bewegende boomstammen, daar hebben uilen het niet op begrepen.
Ruud Leblanc
Als regiocoördinator van de kerkuilenwerkgroep werd ik door de ecologen erbij gehaald om onderzoek te doen naar de aanwezigheid van de Kerkuil in het te slopen oud psychiatrisch ziekenhuis in Bloemendaal. Het gebouw was al flink vervallen en we moesten op zoek naar de aanwezigheid van de uil. Maar door het gebouw lopende vergat ik al snel waarom ik er was. Het was ongelofelijk indrukwekkend om met een zaklamp door een scenario te lopen van een griezelfilm. Gaten in de vloeren, plafonds, gedeeltes onder water, en dan de oude isoleercellen. Wat daar allemaal gebeurd zal zijn? Het enige dat nog echt intact was, waren de trapleuningen van hout. Dat die nog niet gejat waren verbaasde me. Hoeveel handen daar steun aan gehad zullen hebben, kom je nooit te weten. Maarrrr, er waren duidelijk sporen van een aanwezige Kerkuil. De broedplaats bleek onder een dakgoot te zitten. Dus er moesten compensatie maatregelen getroffen worden. Dat de projectontwikkelaar allerlei dingen beloofde die opgelegd waren door de handhaving betekende niet dat men zich eraan gehouden heeft. Hoe hoog de boete was heb ik nooit vernomen. Maar dat avontuur in een schitterende bouwval vergeet ik nooit meer.
Toine Rommers
Geneeskrachtig liedje - Tijdens een wandeling raakte ik aan de praat met een man op de fiets die wel door de natuur fietste, maar geen oog had voor de schoonheid die hem omringde. In tien minuten tijd kreeg ik een hoop menselijke ellende op mijn bord. Diep in de put vervolgde ik mijn weg. Gelukkig ontmoette ik even later een psycholoog die binnen enkele tellen mijn beschadigde geest weer op orde bracht. Ik kan u deze vakman van harte aanbevelen. Zijn naam is Boomleeuwerik en zijn behandeling simpel en doeltreffend. Hoog boven de heide zingt hij zijn geneeskrachtig liedje. De natuur zit vol met dit soort psychologen. De een al beter dan de ander. En wat u zeker zal aanspreken, de behandeling is gratis.
Geert Euverman
Kranig - Sinds 1986 heb ik een BMP in Engbertsdijksvenen. In dat Twents hoogveengebied was oer-Sovonner Johan Bekhuis toen al jaren actief. Hij promootte het tellen volgens vaste regels, en ik wilde de bij hem opgedane kennis hier wel in de praktijk brengen. We kozen voor het BMP voor de Weide van Overesch, een begraasd deel met het laatste bolwerk van Paapjes voor Twente. Toen nog een droge pijpenstrootjessteppe, met hier en daar wat opslag. In de jaren erna werd het gebied steeds natter, en na de aanleg van een paar dammen ontstonden er stukken moeras en open water. Daarmee veranderde de soortensamenstelling vanzelfsprekend, met als grootste verrassing Kraanvogels! En zo kon het gebeuren, dat op ik op 1 juni 2014 getuige was van een stel Kraanvogels, dat het hevig hadden voorzien op een vos. Die droop dan ook maar af, zoveel misbaar was hem duidelijk teveel. Ik had het paar al wel vaker gehoord, maar nu waren ze wel heel fanatiek. De reden bleek een paar weken later: op 17 juni liep het stel met een kuiken! Ik noemde het Krakras, naar het kale kuiken van Paulus de Boskabouter. Het eerste geslaagde broedgeval van Kraanvogels in Twente!
Gert Huijzers
Tijdens slaapplaatstelling van de Grote Zilverreiger in december 2017 hadden we met hoog water te maken. Op weg naar ons telpunt meende ik met afgaand water te maken te hebben. Bijna 2 uur later bleek het water dermate te zijn opgekomen dat het tot de rand van onze laarzen stond en we (Leo van de Berg, Bart en Gert Huijzers) in het donker nog ruim 1,5 km te gaan hadden door een landschap van weilanden, greppels en kreken. Oef!! Gelukkig kende ik het gebied op m'n duimpje, maar dat verhinderde niet dat we tot ons kruis nat werden, in ijskoud water, maar niet geklaagd want het had heel anders kunnen uitpakken.
Felix Verschoor
Sinds een jaar of acht tel ik het gebied de hemmen langs de Braassemermeer in de gemeente Kaag en Braassem. Hier zit een blauwe reigerkolonie, waar al jaren op één van de verlaten nesten een Havik broedt. Deze Havik heeft zich gespecialiseerd in het vangen van jonge reigers van de nesten die ik al meerdere jaren heb waargenomen. Soms is het echt paniek onder de reigers, en dan weetje eigenlijk al hoe laat het is.