Lage kuikenoverleving zorgt voor afname Wilde Eend in Nederland
Waarom gaat de Wilde Eend in Nederland in aantallen achteruit? Onderzoekers van Sovon Vogelonderzoek, Radboud Universiteit en het Vogeltrekstation komen op basis van een analyse van maar liefst vier verschillende datasets verzameld door citizen scientists tot de conclusie dat een hoge kuikensterfte de belangrijkste oorzaak is. Willen we de Wilde Eend beschermen, dan zullen we iets aan de overleving van de kuikens moeten doen, benadrukken zij in een publicatie in Ornithological Applications.
Nederland huisvest met een geschat aantal broedparen tussen de 180.000 en 280.000 de grootste populatie van de Wilde Eend in Europa. Toch zijn de aantallen met zo’n 30 procent afgenomen sinds 1990, een ontwikkeling die in ons omliggende landen niet zichtbaar is. De vraag is wat de achtergrond van de afname is: is de sterfte onder volwassen eenden te groot, worden er te weinig jongen geboren, of is er iets anders aan de hand?
Om deze vraag te beantwoorden hebben onderzoekers van Sovon Vogelonderzoek, Radboud Universiteit en het Vogeltrekstation een zogenaamd geïntegreerd populatiemodel ontwikkeld. Dit is een rekenmethode waar alle variabelen in worden gestopt die een rol kunnen spelen bij de ontwikkeling van de aantallen, zoals aantallen broedvogels, legselgrootte, uitkomstsucces van de eieren en sterfte van jonge en volwassen vogels.
Populatiemodel
Van de meeste variabelen in het populatiemodel zijn gegevens beschikbaar over vele jaren. De ontwikkelingen in aantallen zijn afkomstig van broedvogelmonitoring, legselgrootte en nestsucces worden bepaald met nestonderzoek en overleving van volwassen vogels blijkt uit terugmeldingen van geringde vogels. Voor inzicht in de overleving van de kuikens deden vrijwilligers gedurende een aantal jaren tellingen met de ‘kuikenteller’. Via deze mobiele applicatie zijn eendengezinnen te volgen en wordt bijgehouden hoeveel kuikens vliegvlug worden.
Alle verzamelde gegevens zijn van elkaar afhankelijk. Bijvoorbeeld als de populatie afneemt, zijn er minder vrouwtjes die eieren leggen. Als er minder eieren uitkomen, zijn er weer minder jongen, enzovoort. Hoe sterk deze onderlinge relaties zijn, is in formules te vatten. Al deze formules bij elkaar leveren een geïntegreerd populatiemodel op. Met de berekende relaties tussen de variabelen is ook te voorspellen wat er gebeurt als een variabele verandert.
Te lage kuikenoverleving
Met name de kuikenoverleving blijkt in de afgelopen decennia gedaald. Op basis van historische gegevens lijkt het erop dat deze overleving zelfs is gehalveerd ten opzichte van de jaren 50 van de vorige eeuw. Ook in vergelijking met andere landen waar de populaties Wilde Eenden wel stabiel zijn, is de Nederlandse kuikenoverleving laag. Doorrekeningen met het populatiemodel bevestigen dat de kuikenoverleving bepalend is voor de ontwikkeling van de aantallen van de Wilde Eend in Nederland. Geen van de andere variabelen kon de afname van het aantal Wilde Eenden verklaren.
Meer lezen
J N (Yannick) Wiegers, Eelke Jongejans, Chris A M van Turnhout, Loes van den Bremer, Henk van der Jeugd, Erik Kleyheeg, Integrated population modeling identifies low duckling survival as a key driver of decline in a European population of the Mallard, Ornithological Applications, 2022.