Weinig jonge zangvogels groot in 2021
In het voorjaar van 2021 werden er relatief weinig jonge zangvogels grootgebracht. Het broedsucces van onder andere Heggenmus, Tuinfluiter en Fitis was laag. Ook andere vogels die in struiken broeden hadden een laag broedsucces. Dat blijkt uit de gegevens van 41 ringstations (Constant Effort Sites, CES) waar vogels volgens een vaste aanpak gevangen worden.
We staan aan de start van een nieuw broedseizoen. Eén van de vragen die vogelonderzoekers ieder voorjaar stellen is: hoeveel jonge vogels worden er groot (reproductie)? Bij de beantwoording van die vraag worden ze geholpen door vogelringers, die op een gestandaardiseerde manier broedvogels vangen op 41 Constant Effort Sites, verspreid door het land.
Klik hier voor een uitgebreider verslag over het seizoen 2021.
Vogelringers op CES-plek Ooijse Graaf. Foto: Marcel van Kammen
Weinig jonge struweelvogels
2021 was, met z’n erg regenachtige en koude meimaand, een slecht voorjaar voor struweelvogels. Heggenmussen, Braamsluipers, Grasmussen, Tuinfluiters en Fitissen brachten weinig jongen groot in vergelijking tot andere jaren in de reeks vanaf 1996. Van de volwassen vogels kwamen de Heggenmus (standvogel) en Tuinfluiter (trekvogel) de winter het minst goed door en hadden een lage overleving van volwassen vogels.
Het Excelbestand met alle figuren en indexen t/m 2021 kun je hier downloaden.
Veel overeenkomsten met Groot-Brittannië
Ook aan de overkant van de Noordzee werden over de hele linie magere broedprestaties vastgesteld. In Groot-Brittannië worden vogels ook op CES-plekken geringd. Bij alle 17 vogelsoorten waarvoor de vergelijking mogelijk is, was het reproductiesucces in beide landen fors lager dan het gemiddelde over de vijf jaren daarvoor, met uitzondering van de Merel (stabiel in NL). Bovendien is de overeenkomst tussen de Nederlandse en Britse veranderingen in broedsucces best groot. Uitzonderingen op die overeenkomsten waren de Merel (hoger in NL) en de Braamsluiper (lager in NL).
De meeste Winterkoninkjes worden niet ouder dan 1 jaar en broeden dus maar één keer in hun leven. Foto: Marcel van Kammen
Vorstgevoelige Winterkoning
Februari 2021 kende een periode van zo'n 7 dagen met stevige vorst en sneeuwval. Zulke omstandigheden hebben invloed op vorstgevoelige soorten, zoals de IJsvogel en Winterkoning. Het effect van deze winterse periode is te zien aan een duidelijke dip in de overleving van volwassen Winterkoningen. Ongeveer een kwart van de volwassen Winterkoningen overleefde de winter. Bij milde winters is dit percentage beduidend hoger, maar bij echt strenge winters dus nog veel lager. De reproductie van de Winterkoning in het broedseizoen 2021 was opmerkelijk laag, het laagste sinds de start van de reeks. Het lijkt er dus niet echt op dat ze zich al hebben kunnen herstellen na de verliezen in afgelopen winter.