Waterrallen: gegil vanuit het riet

Niet veel vogelaars komen oog in oog te staan met de Waterral (Rallus aquaticus). Meestal hoor je deze vogel enkel gillen vanuit de rietlanden of moerassen. Het lijkt er alleen op dat de kans steeds groter is geworden om deze vogel in levende lijve te kunnen zien.

In de eerste resultaten van de Punt Transect Tellingen eind 2021 laat de Waterral een behoorlijke toename zien. Ook blijkt uit de watervogeltellingen dat het aantal Waterrallen in Nederland de afgelopen dertig jaar verdrievoudigd is. Waarom doet de Waterral het steeds beter als wintervogel in Nederland?

Uitblijven van elfstedentocht

Belangrijke overwinteringsgebieden voor de Waterral zijn de kust- en deltagebieden waar de moerasgebieden onder invloed van kwelstroming of zout lang vorstvrij blijven. De afgelopen dertig winters zijn, op een paar uitschieters na, niet van dien aard geweest dat de Waterral alleen tot deze gebieden veroordeeld zou zijn. Het uitblijven van een Elfstedentocht geeft al aan dat de zachte winters goede overwinteringskansen bieden voor de Waterral.

Geschikt overwinteringsgebied

Na hoge waterstanden in 1995 langs de rivieren de Maas, de Waal, de Rijn en de IJssel zijn steeds meer gebieden in Nederland heringericht voor het langer vasthouden van water tijdens hoge waterstanden in rivieren, of tijdens extreme neerslag zoals in Groningen. De combinatie van de zachte winters en een vergroting van geschikt overwinteringsgebied lijkt voor de Waterral gunstig uit te pakken. Niet alleen voor 'onze' Waterrallen maar ook voor Waterrallen uit ScandinaviĆ«, Midden- en Oost-Europa hebben we mogelijk een beter overwinteringsbiotoop gerealiseerd de afgelopen dertig jaar. Herinrichtingen van gebieden in Groningen, Drenthe, Overijssel en uiterwaarden langs de IJssel, de Waal en de Maas hebben hier mogelijk aan bijgedragen.

Toename als broedvogel

Het teruggeven van polders en uiterwaarden aan de natuur heeft, naast andere moerasvogels, de Waterral als Nederlandse broedvogel ook geen windeieren gelegd. We zien de afgelopen twaalf jaar dan ook een duidelijke toename bij de Waterral als broedvogel. Broedlocaties met hoge dichtheden zijn bijvoorbeeld de Oostvaarderplassen, het Verdronken Land van Saeftinghe, de Weerribben en Wieden en de Onlanden bij Groningen. Maar ook in kleinere moerasgebieden worden soms hoge dichtheden aangetroffen. Buffergebieden rond hoogvenen zoals het Bargerveen zijn hier mooie voorbeelden van. Met een lang broedseizoen van maart tot augustus, of zelfs september en met een broedsel van zes tot soms elf eieren kan de stijging misschien nog wel doorzetten.

Het gaat de Waterral kennelijk voor de wind in Nederland, zowel in de broedgebieden als in de overwinteringsgebieden. Voor de Waterral dus liever opnieuw geen Elfstedentocht dit jaar. Waar mogelijk in de toekomst nog kansen liggen zijn, naar aanleiding van overstromingen van afgelopen zomer, gebieden langs de kleinere rivieren en beken in zuidelijk Nederland.