Vroeg jaar voor de Kwartelkoning

De Kwartelkoning leidt een kwakkelend bestaan in Nederland. Het was ooit een bekende broedvogel in grote delen van het land, maar bleek niet opgewassen tegen verlies aan leefgebied en het vroege maaien. In het laatste weekend van mei zijn ze door het hele land geteld. Gezien de vroege meldingen waren de verwachtingen hooggespannen.

Vorig jaar werden er slechts 44 roepende mannetjes geteld, nog net geen laagterecord, maar de figuur hieronder laat duidelijk zien hoe weinig het waren. De meesten vestigden zich in Groningen (14), Overijssel (9), Gelderland (8) en Drenthe (6). Veel roepende vogels zaten in gebieden waar niet werd gemaaid, of waar dat na overleg werd uitgesteld.

Figuur 1. Trend van aantal Kwartelkoningen in Nederland sinds 1980 (Meetnet Broedvogels Sovon). De opleving vanaf 1997 wordt toegeschreven aan een toename van de populatie als geheel, veroorzaakt door het op grote schaal beschikbaar komen van tijdelijke habitat na de politieke en landbouwkundige omwentelingen in Oost-Europa. Gezien de afname van piekaantallen bij ons en in omringende landen lijken die hoogtijdagen voorbij.

Vroege vogels in 2020

De eerste Kwartelkoning werd al op 26 april gehoord langs het Zwarte Water; de vroegste in 20 jaar tijd. En daar bleef het niet bij, want in de daaropvolgende dagen verschenen nieuwe vogels. Dit jaar is naast 2005 dan ook het vroegste jaar in de 20-jarige reeks. Leek de aankomst tot 2016 gemiddeld steeds later te worden, in de recente jaren wisselen vroege en late jaren elkaar af (zie figuur 2). De vroege aankomst is opvallend, want de indruk bestaat dat kleine aantallen Kwartelkoningen bij ons wel eens verband kunnen houden met droge omstandigheden (zoals vorig jaar). Er wordt dan doorgaans eerder gemaaid en de voedselomstandigheden zijn waarschijnlijk slechter. Maar dit jaar lijkt dat vooralsnog niet op te gaan wat betreft het aantal roepende vogels.

Figuur 2. Aankomst van Kwartelkoningen in Nederland vanaf 2001 (roepende mannetjes). Bron: Sovon en www.waarneming.nl.
 

Eerste indruk dit voorjaar

Na de vroege waarnemingen stokte het niet en zijn er roepende mannetjes uit verschillende gebieden doorgegeven. De teller staat nu al bijna op het aantal van 2019: tot en met 20 mei gaat het maar liefst om 35 roepplekken en 2 vogels met alleen een zichtwaarneming. De waarnemingen concentreren zich langs de grote rivieren, het Zwarte Water en het Oldambt. Opvallend is dat er nog nauwelijks meldingen zijn gedaan in de kerngebieden langs de IJssel.

Een ander frappant gegeven zijn de waarnemingen in het westelijke deel van het land. Enkele vogels verblijven in gebieden waar de soort wel eens eerder is gehoord. Maar er zijn ook opmerkelijke vindplaatsen, zoals in Amsterdam, op het Renvogelveldje op Texel (zichtwaarneming) en op het Hoofdeiland van de Marker Wadden. Het is niet bekend of dit Nederlandse broedvogels zijn, doortrekkers, of over de Noordzee verwaaide Engelse Kwartelkoningen. Spannend is of deze en andere vogels (weer) gehoord worden de komende tijd en wat de uitslag wordt van het telwerk in het eerste telweekend van 29 en 30 mei. 

Bescherming

De in grasland nestelende Kwartelkoningen concentreren zich vooral in natuurterreinen en krijgen doorgaans alleen een kans op succesvol broeden bij afspraken over later maaien. De eerste beschermingsactie is dit jaar uitgevoerd door het niet maaien van het dijktalud langs de Waal waar de Kwartelkoning vlak onder zit. Daarnaast hebben diverse waarnemers natuurbeheerders op de hoogte gebracht van de aanwezigheid van een Kwartelkoning. Met behulp van alle waarnemingen kan er dus snel ingegrepen worden als vogels door uitmaaien worden bedreigd.