Vliegverkeer verstoort Scholeksters, maar heeft meestal geen effect op hun overleving
Vliegtuigen boven natuurgebied de Vliehors op Vlieland verstoren scholeksters. Desondanks hebben de huidige vliegbewegingen in de meeste jaren geen effect op de winteroverleving van deze dieren in dit gebied, blijkt uit promotieonderzoek van Henk-Jan van der Kolk van het NIOO. ‘Maar dit sluit niet uit dat het bij andere, gevoeligere vogelsoorten wel hun overleving kan beïnvloeden.’ Hij promoveert op 23 juni aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.
Menselijke activiteiten zoals vliegverkeer boven een natuurgebied kunnen vogels verstoren. Zo ook in het natuurgebied de Vliehors op Vlieland, waar de Nederlandse luchtmacht met straaljagers en helikopters traint met munitie en explosieven. Daarnaast vliegen er regelmatig kleine sportvliegtuigjes over, afkomstig van het vliegveld op het naburige Texel.
Promovendus Henk-Jan van der Kolk heeft onderzocht hoe verstorend verschillende soorten overvliegende vliegtuigen zijn voor de Scholeksters die in dit gebied leven. Het effect van straaljagers blijkt relatief klein, terwijl grote transportvliegtuigen juist voor veel verstoring zorgen bij deze vogels.
Opvliegende vogels
Van der Kolk volgde de bewegingen van de Scholeksters door ze te zenderen en combineerde deze gegevens met de gps-gegevens van de vliegtuigen. ‘Bij overvliegende straaljagers en sportvliegtuigen vlogen de scholeksters soms even op en gingen daarna snel weer zitten, maar meestal reageerden ze helemaal niet. Scholeksters zijn schijnbaar gewend aan deze vliegtuigen. Helikopters zorgen voor meer verstoring door de onvoorspelbaardere bewegingen. Bij transportvliegtuigen zagen we dat de vogels wel erg verstoord worden en dan naar naburige eilanden vliegen. Deze leiden dus tot de grootste verstoringen.’
Langer naar voedsel zoeken
Maar is deze hinder ook schadelijk op langere termijn? ‘Het zit hem in de energiebalans’, zegt Van der Kolk. ‘Als vogels opvliegen, verspillen ze energie en moeten ze later weer tijd vinden om extra bij te eten. Als je een vogel maar genoeg verstoort, heeft hij niet voldoende tijd om dit energieverschil te compenseren. Als er dus teveel verstoring is zal een vogel op den duur verhongeren.’
Rekening houdend met de aanwezigheid van voedsel en de weersomstandigheden kon Van der Kolk met modellen bepalen of de vliegtuighinder ook effect heeft op de populatie. Het blijkt meestal geen effect te hebben op de winteroverleving van de Scholeksters. Wel zag de onderzoeker dat de vogels per dag gemiddeld vijf minuten langer naar voedsel moeten zoeken. ‘Dat klinkt weinig, maar het telt elke dag de hele winter door op. Maar met de huidige winteromstandigheden met zacht weer en voldoende voedselaanbod is er genoeg tijd voor de vogels om een voedselvoorraad op te bouwen. Alleen in extreem koude winters die samenvallen met een laag voedselaanbod kan verstoring zorgen voor extra sterfte’.
Gesimuleerde extra mortaliteit en extra foerageertijd door vliegtuigoefeningen op de Vliehors in de winters 2008-2014. Er is geen effect op mortaliteit, maar vogels moeten wel consistent elke winter iets langer foerageren.
Menselijke verstoringen
De bevindingen kunnen niet een-op-een vertaald worden naar andere wadvogelsoorten, zoals de Rosse Grutto. Daarvan bleek dat ze gevoeliger zijn voor verstoringen dan Scholeksters. Van der Kolk: ‘Daarnaast moeten we beseffen dat vliegtuigen maar één soort verstoring vormen. Ook de aanwezigheid van wandelaars heeft bijvoorbeeld veel impact.’
Het onderzoek van Van der Kolk is onderdeel van het CHIRP project, dat een samenwerking is tussen de Radboud Universiteit, het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en Sovon. Het doel van dit project is om voor de Scholekster in kaart te brengen welke menselijke factoren bijdragen aan de achteruitgang van de populatie.