Vier ‘mussen’ in MUS

We staan aan de vooravond van het 17e seizoen van Meetnet Urbane Soorten. Komend weekend begint de eerste telperiode. In deze bijdrage weer een aantal soorten onder de loep.

Ringmus
De Ringmus, het agrarische broertje van de Huismus (foto: Harvey van Diek)

De Huismus en Ringmus zijn echte mussen, maar de Heggenmus hoort bij de familie van heggenmussen en de Grasmus bij de zangers. De Heggenmus heeft wel iets weg van de mussen, maar de Grasmus juist niet. Waarschijnlijk is de naamgeving een verbastering uit de Duitse naam mücke. Hoe gaat het met dit viertal in MUS?

Verschillende trends

De ultieme mus in MUS is natuurlijk de Huismus. De naam van het telproject verwijst ook deels naar de soort. Ruim tweederde van de populatie broedt in urbaan gebied. In 16 jaar MUS is de trend stabiel. In de recente vier jaar lijkt er iets van herstel en spannend is nu of het dit jaar doorzet. Het is speculeren naar de oorzaken van dat herstel.

Het agrarische broertje van de Huismus is de Ringmus. De soort wordt binnen MUS vooral gezien langs de randen van urbaan gebied en is dan ook vrij schaars in MUS (verhouding Huismus:Ringmus is ongeveer 168:1). De aantallen nemen binnen MUS ieder jaar af. Dit is ook het geval in de aantalsontwikkeling binnen het Broedvogel Monitoring Project (BMP), waar vooral buiten urbaan wordt geteld.

Ruim eenderde van de populatie van de Heggenmus treffen we aan in urbaan gebied. Dit bestrijkt inmiddels zo'n 16% van ons land, dus het lijkt een aantrekkelijk habitat voor de soort. Tuinen en parken met struiken en heggen zijn populair, waarbij de soort vanuit de top van struik of boom zijn zang laat horen. De Heggenmus is ook vaak op de grond te vinden, waar ze als een muis op zoek zijn naar voedsel. Opvallend is de langzaam maar gestage afname van de soort. Wellicht is de afname van struiken en struweel daar debet aan. Een andere reden kan zijn dat de soort vooral op de grond foerageert en last heeft van vaker optredende droogte in het voorjaar en zomer.

De Grasmus wordt in dorpen en steden vooral langs de randen, op bedrijventerreinen en in parken waargenomen. In de tweede helft van april keren de vogels terug uit de overwinteringsgebieden. In MUS is er een lichte toename vastgesteld. De landelijke trend in diezelfde periode in BMP (vooral buiten urbaan) laat een veel sterkere toename zien. Dit geeft aan dat urbaan gebied waarschijnlijk een overloopgebied is voor de soort.

Meedoen met MUS

Recent zijn diverse postcodegebieden vrijgekomen voor nieuwe tellers. Binnenkort start de eerste telperiode (1-30 april) en ontvang je als MUS-teller de eerste MUS nieuwsbrief. Kijk of je eigen postcodegebied al is geclaimd: Meetnet Urbane Soorten (MUS) | Sovon

Vier 'mussen' in MUS
Aantalsontwikkeling van de vier 'mussen' uit MUS.
Visitekaart

Jan Schoppers

Senior veldmedewerker en meetnetcoördinator MUS
Jan Schoppers
Coördinator onderzoeksthema stad