Tellingen van wad- en watervogels tijdens laagwater in de Mokbaai, Texel: 1982-2014
De Texelse Mokbaai, met ca.120 ha wadplaten, kan worden beschouwd als een miniatuur Waddenzee. Het gebied ligt relatief geïsoleerd. De aantalsveranderingen van de hier aanwezige wad- en watervogels worden dan ook grotendeels bepaald door aankomst en wegtrek. Het gebied is geheel omgeven door wegen en paden, waardoor een goed beeld kan worden verkregen van de aanwezige aantallen.
Van 1982 t/m nu zijn in de Mokbaai ruim 1000 tellingen uitgevoerd. Al vanaf het begin zijn deze uitgevoerd tijdens laag water, vanaf november 1993 met een frequentie van 2 maal per maand, daarvoor met een nog wat hogere frequentie. Op basis hiervan is een goed beeld verkregen van de aanwezige aantallen wad- en watervogels, hun fenologie (aankomst en vertrek), de aantalsveranderingen in de loop van de tijd en het terreingebruik. Door de vrij hoge frequentie waarmee de tellingen worden uitgevoerd is ook een goed beeld ontstaan van de doortrek van populaties of ondersoorten die tijdens integrale watervogeltellingen in de Waddenzee niet of slechts gedeeltelijk in beeld komen. Zo wordt er bijvoorbeeld zelden of nooit geteld rond eind mei. Wat dergelijke tellingen opleveren zal aan de hand van enkele voorbeelden worden toegelicht. Ook zal worden ingegaan op de vraag wat de meerwaarde is van zulke lange-termijnreeksen.
Cor Smit, De Waal (Texel)