Strandlopers, maar ze vliegen ook goed en zitten niet alleen op stranden
Het zijn niet de makkelijkst te determineren vogels, maar toch – of misschien juist daarom – vallen ze goed in de smaak bij vogelaars. Het gaat hier om de strandlopers. Ze broeden op de arctische toendra in het noorden van Europa en maken gebruik van de East Atlantic Flyway. Maar wat is dat precies?
Er komen verschillende soorten strandlopers voor in Nederland. Met de dwaalgasten buiten beschouwing gelaten, gaat het om de bonte strandloper, drieteenstrandloper, kleine strandloper, temmincks strandloper, krombekstrandloper, paarse strandloper, kanoet en kemphaan. In de webinar ‘stoeien met strandlopers’ van Sovon worden deze soorten stuk voor stuk behandeld door uitgebreid stil te staan bij de ecologie en herkenning.
East Atlantic Flyway
Strandlopers leggen jaarlijks waanzinnige afstanden af. Alle soorten die in Noord-Europa, Groenland, Oost-Canada en Midden-Siberië broeden leggen elk voor- en najaar nagenoeg dezelfde route af. Het gaat hier om de East Atlantic Flyway. Dit is een trekroute, inclusief het broed- en wintergebied, die watervogels afleggen tussen hun broedgebied en overwinteringsgebied. Onderweg zijn er verschillende belangrijke rust- en foerageerplekken waar trekvogels neerstrijken. Door integrale tellingen op verschillende plekken op één en het zelfde moment in de East Atlantic Flyway uit te voeren, weten we ongeveer hoeveel vogels er gebruik maken van de vliegroute. Deze telling wordt eens in de drie jaar uitgevoerd. Het laatste rapport van het project uit 2020 is hier te lezen.
Adulte en juveniele trekgolven
Sommige vogelsoorten trekken in het najaar door in verschillende golven. Dit is bij de strandlopers ook duidelijk merkbaar. Deze golven worden veroorzaakt door verschillende generaties. Vogelaars zien in juli namelijk vrijwel alleen volwassen exemplaren. Deze vogels hebben een mislukt broedseizoen achter de rug of zijn nét klaar met broeden op de arctische toendra en vertrekken daarna snel uit de broedgebieden richting zuidelijkere streken. Naarmate het najaar vordert en augustus aanbreekt, zijn er ook juveniele exemplaren in Nederland te zien. Ze waren half juli nog niet klaar om de reis richting het zuiden in te zetten en vertrekken gemiddeld later dan volwassen vogels. In september bestaat het merendeel van de strandlopers in Nederland uit jonge vogels. In het najaar zijn beide generaties op kleed goed van elkaar te onderscheiden.
Plekken in Nederland
Nederland is ook gelegen in de East Atlantic Flyway. Sterker nog, één van de belangrijkste pitstops van de East Atlantic Flyway is de Waddenzee. Omdat de Waddenzee perfect op de route ligt en genoeg voedsel bevat, stoppen hier jaarlijks miljoenen vogels. Bij laag water is de hele Waddenzee geschikt foerageergebied, maar wanneer bij vloed het waterniveau stijgt, vliegen vogels naar zogenaamde hoogwatervluchtplaatsen. Dit is de uitgelezen kans om steltlopers in grote aantallen te kunnen bekijken en tellen. Bekende hoogwatervluchtplaatsen, ook wel HVP’s genoemd, zijn gelegen bij Westhoek (FR), de Dollard (GR) en De Schorren op Texel (NH). Het is de moeite waard om een van deze HVP’s een keer met hoog water te bezoeken. Let hierbij wel op dat er geen verstoring van vogels op rustplekken plaatsvindt. Uit onderzoek van Sovon in 2020 en 2022 blijkt dat de meeste verstoring van vogelgroepen bij Westhoek veroorzaakt wordt door vogelaars en fotografen omdat zij langdurig op de kwelder verblijven.