Sneeuwgans: pleisteraar in Nederland
Sneeuwganzen komen van oorsprong voor in Noord-Amerika. Soms bereiken vogels op eigen kracht Europa en trekken dan op met andere overwinterende ganzen. Zo werd in 1980 een in Canada geringde vogel waargenomen bij Andijk (NH). Daarnaast hebben zich in meerdere Europese landen vogels gevestigd die hun oorsprong hebben in gevangenschap.
In Nederland is de Sneeuwgans Anser caerulescens al decennia een jaarlijks terugkerende wintergast. Tot in de jaren tachtig werden waarnemingen beoordeeld door de dwaalgastencommissie (CDNA) vanwege mogelijke herkomst uit de Noord-Amerikaanse populatie. In de jaren negentig liep het aantal Sneeuwganzen in de wintermaanden op van enkelingen naar enkele tientallen. Toen werden voor het eerst ook in de zomermaanden Sneeuwganzen waargenomen.
Tegenwoordig zijn de meeste Sneeuwganzen die in Nederland worden opgemerkt, afkomstig van een vrij vliegende parkpopulatie in Neuss in de Duitse Deelstaat Noordrijn-Westfalen. Die populatie bestond op zijn hoogtepunt uit meer dan 100 vogels. De laatste jaren lijkt het aantal wat afgenomen. Dit is terug te zien in de Nederlandse aantalstrend, die na jarenlange toename, sinds 2020 is afgevlakt en zelfs wat daling laat zien.
Duitse populatie
De groep Sneeuwganzen uit Duitsland, of tenminste een groot deel ervan, verblijft jaarlijks vanaf augustus tot in november nabij Koehool in Noordwest-Friesland. Afgelopen augustus ging het om maximaal 58 vogels. Zoals in het verspreidingskaartje is te zien, duiken Sneeuwganzen ook verspreid over het land op, met de nadruk op het westen en noorden. Hieronder zitten vogels van die Duitse populatie, maar vermoedelijk ook vogels (al dan niet wilde herkomst) die zich hebben aangesloten bij overwinterende ganzengroepen (vaak Kolganzen en Grauwe Ganzen) in Nederland en daarmee heen en weer trekken tussen Noord-Europese broedgebieden en de Nederlandse overwinteringsgebieden. Daarnaast zijn er in Nederland lokaal ontsnapte vogels, die jaarrond op dezelfde plek verblijven.
Broeden in Nederland
In 1999 werd voor het eerst een broedgeval van de Sneeuwgans aangetoond bij het Nuldernauw (grens Fl en Gl) en het jaar daarop in de Havikerwaard bij Dieren (Gl). Sindsdien is de soort een onregelmatige broedvogel in zeer laag aantal (0-2 paar per jaar). Het meest recente broedgeval dateert van 2019. Dit betrof een mengpaar nabij Wierden (Ov) van vrouw blauwe kleurfase sneeuwgans (met kwekersring) en man Grauwe Gans. Ze hadden twee jongen. In dat jaar werd ook een nest gevonden bij Zandeweer (Gr) van een paar witte fase Sneeuwganzen met onvolledige (‘geleewiekte’) vleugels, wijzend op herkomst uit gevangenschap. In 2019 bleek ook een paar aanwezig bij Lekkerkerk (ZH), waar in het verleden in meerdere jaren is gebroed, het meest recent nog in 2018. Sinds 2019 zijn er geen meldingen van broedterritoria, hoewel er jaarlijks Sneeuwganzen in het land rondhangen in de broedperiode. Kortom er zijn geen aanwijzingen dat in Nederland een broedpopulatie van de grond komt.
Herkenning
Sneeuwganzen zijn te verwarren met de witte boerderij-/ parkganzen. De blauwe kleurfase kan lijken op sommige hybride ganzen. Verder wordt de nauw verwante Ross’ gans af en toe in Nederland waargenomen. Deze lijkt veel op de sneeuwgans, maar is wat kleiner. Voor uitgebreide informatie over herkenning kunt u de soortenpagina raadplegen: sovon.nl/sneeuwgans.
Zelf meedoen?
Met het Meetnet Watervogels verzamelen we gegevens over de aantallen en verspreiding van watervogels buiten de broedtijd. Waarnemingen die betrekking hebben op broedterritoria kun je doorgeven door een melding van een zeldzame broedvogel te doen. Overige waarnemingen kunt je doorgeven op Telmee.nl of Waarneming.nl.
Kijk op Exoten
Deze tekst is afkomstig uit de nieuwsbrief Kijk op Exoten die vier keer per jaar verschijnt. Deze nieuwsbrief maakt onderdeel uit van het Signaleringsproject Exoten, dat op initiatief van het Team Invasieve Exoten (Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit) is opgestart.