Ortolanentijd
Zo mooi als deze Ortolaan op de foto staat, krijg je hem in het najaar maar zelden te zien. Uitermate schaars, bovendien vaak wat schuw, en dan nog roepjes die je moet kennen...een soort voor de fijnproever of de doorzetter.
Over de Ortolaan valt bijna niet te schrijven zonder enige weemoed. Want nog niet zo lang geleden broedde hij in delen van Oost- en Zuidoost-Nederland nog in kleinschalig akkerland. Hij verdween daar samen met het 'ouderwetse' landschap, een teloorgang die hier beschreven staat.
Alleen op trek
Sinds zijn verdwijning als broedvogel, zo rond de eeuwwisseling, moeten we het hebben van de trekkers. Onderweg van Noord-Europese broedgebieden naar Afrika doen ze mondjesmaat ons land aan. De najaarstrek vindt vooral eind augustus en begin september plaats. De kans op een waarneming is echter niet zo groot. Ook in Noord-Europa nemen de - toch al niet zo grote - broedpopulaties af. Bovendien is de Ortolaan een echte gors: met onopvallende geluiden in de trektijd en nogal verborgen gedrag. Maar wel wonderschoon!
Vooral trektellers
Het grondig afzoeken van geschikte terreintjes wil vooral in de kuststrook wel eens een Ortolaan opleveren. Het zijn echter de trektellers die voor het merendeel van de waarnemingen zorgen. Ongeveer tweederde van alle trekkers en een kwart van alle pleisteraars wordt gezien op of vlakbij een trektelpost. Lees er mee over in dit artikel, gebaseerd op gegevens van sovon, waarneming.nl en trektellen.nl.
Geluidenkennis
Overtrekkende Ortolanen zijn bijna alleen op geluid te vinden, slechts zelden zal er een zo dichtbij passeren dat kleedkenmerken goed zichtbaar zijn. Geluidenkennis, daar draait het dus om. Op sites als xeno canto kun je roepjes van Ortolanen beluisteren. Maar vergis je niet, soorten als Boompiepe, Gele en Witte Kwikstaart kunnen roepjes produceren die er akelig veel op lijken. Kritisch blijven en niet te vroeg juichen dus. Vooral de tweedelige roep van de Ortolaan is heel kenmerkend ('sjuug...bt').