Ondertussen, in Afrika

Een paar jaar geleden hadden we geen flauw idee wat onze Gierzwaluwen in de winter doen. Dat ze dan in de zuidhelft van Afrika zitten, is al lang bekend, maar waar precies, en hoe brengen ze de winter door?

Dat wordt in hoog tempo ontrafeld. In de laatste Limosa een fascinerend verhaal van Raymond Klaassen en medeauteurs over resultaten van onderzoek met geolocators. De trekwegen van twaalf Gierzwaluwen konden hiermee worden gevolgd, en bij vier vogels ging het zelfs om twee opeenvolgende seizoenen. 

Trekschema

Het trekschema zag er in grote lijnen als volgt uit. Eind juli vertrokken de Gierzwaluwen uit Nederland. Na een snelle trek in zuidwestelijke richting, en in veel gevallen een tussenstop op het Iberisch Schiereiland, staken ze de Sahara over om vervolgens via de Sahel naar het oosten te vliegen. Begin september, 45 dagen na vertrek uit Nederland, bereikten ze de regenwouden van het Kongobekken. Ze hadden er ruim 8900 km op zitten.

Uitstapjes

Vanuit het Kongobekken maakten de Gierzwaluwen enorme omzwervingen door oostelijk Zuid-Afrika. Deze uitstapjes duurden gemiddeld 117 dagen, net wat meer dan de tijd doorgebracht in het Kongobekken (97 dagen).

Terugreis

De terugreis begon begin april. Na een tussenstop in tropisch West-Afrika (Liberia) en soms nog een stopover in Noordwest-Afrika kwamen ze begin mei aan in Nederland. De afstand van gemiddeld 8850 km was afgelegd in zo'n 30 dagen. Op trekdagen vlogen ze gemiddeld 782 km/dag, meer dan tijdens de najaarstrek (420 km/dag).

Opmerkelijk

Vergeleken met Zweedse Gierzwaluwen, die eveneens van loggers voorzien werden, waren er opmerkelijke verschillen. De Zweden bleven de hele winter in het Kongo-bekken terwijl de Hollanders enorme uitstapjes maakten. Daarnaast verschilde het trekschema twee weken, waarbij de Zweden als laatste in Afrika aankwamen en ook het laatst weer vertrokken.

Meer zender- en loggeronderzoek

Het speciale themanummer van Limosa omvat ook artikelen over met zenders of loggers gevolgde Purperreigers, Oehoes, Brandganzen en meer. Een topper, van een tijdschrift dat toch al zeer de moeite waard is.