Nijlgans - einde aan de groei?
De Nijlgans is samen met de Grote Canadese Gans en de Halsbandparkiet de meest succesvolle vogelexoot van Nederland. De soort heeft zich over heel Nederland verspreid en vanuit Nederland ook over omliggende landen. We volgen de aantallen en verspreiding en om meer te weten te komen over ruimtegebruik en leeftijd, worden ook vogels met kleurringen uitgerust. Hier geven we een update.

In 2018-2020 broedden er naar schatting 7.700-13.000 paar Nijlganzen in Nederland. Het huidige aantal zal iets lager liggen; we zien in de broedvogelmonitoring recent namelijk lagere aantalsindices, na een maximum in 2015-2020. We tellen de soort ook buiten de broedtijd. Dan kunnen tot meer dan 50.000 Nijlganzen in Nederland verblijven (figuur 1). We zien dan dat de soort verspreid over het land voorkomt (figuur 4) en een deel van de Nijlganzen zich groepeert in waterrijke gebieden, vooral in het westen van het land en langs de rivieren. Daar kunnen ze zich in groepen van honderden vogels ophouden (figuur 4). Er zijn zelfs watervogeltelgebieden waaruit meer dan 1500 Nijlganzen zijn gerapporteerd.
Daarnaast zien we ook vogels die als paartje bij elkaar blijven in de poldergebieden of stadsparken. De aantalsontwikkeling van deze pleisteraars is statistisch weliswaar stabiel over de laatste twaalf jaar, maar de gemiddelde aantallen liggen de laatste jaren nog altijd op een aantalsmaximum (figuur 2). Hoewel de broedvogeltrend en de trend van de pleisteraars een klein verschil laten zien, is wel duidelijk dat de aantalsgroei er uit is. De soort wordt beheerd vanwege landbouwschade. Mogelijk heeft dat zijn weerslag op de trend.


Kleurringen
Om inzicht te krijgen in de verspreiding en overleving van bij ons broedende Nijlganzen en hun jongen, is Frank Majoor in 1997 in Arnhem gestart met ringonderzoek, toen de eerste paren zich hier in stadsparken vestigden. In opdracht van het Faunafonds is vanaf 2011 tot en met 2015 in verschillende Nederlandse steden een groot aantal Nijlganzen gekleurringd met individuele kleurcode-ringen om de poten. In de jaren daarna is, vanuit het Recapure Adults for Survival (RAS) project van het Vogeltrekstation, jaarlijks nog een klein aantal Nijlganzen geringd. Vogels zijn vooral gevangen in de steden Amsterdam, Arnhem, Den Haag en Groningen. In totaal zijn tot nu toe meer dan 3.750 vogels, verdeeld over negen provincies, geringd.
Afstanden
Jonge Nijlganzen kunnen binnen enkele maanden na het ringen al afstanden tot meer dan 200 kilometer afleggen. Ook een deel van de volwassen Nijlganzen zwerft in het najaar uit tot op grote afstand van hun territorium. In figuur 3 staan als voorbeeld alle meldingen van Nijlganzen gekleurringd in Arnhem. De verste melding komt uit Noord-Duitsland. Deze vogel is als jong geringd en is na ruim drie jaar geschoten op 376 kilometer van zijn geboorteplaats!

Terug naar geboorteplaats
Uit de eerste analyse blijkt dat jong geringde vrouwtjes vaak als broedvogel terug keren nabij hun geboorteplaats. De mannetjes daarentegen vestigen zich als broedvogel tot op 100-150 kilometer van de geboorteplek. Veruit de verste vestiging is een in Amsterdam geboren man die nabij Londen, op 340 kilometer afstand, is gaan broeden. Voordat hij zich daar vestigde is die eerst in Middlesbrough afgelezen, dat is 470 kilometer van zijn geboorteplaats. Deze vogel is geboren in 2017 in het Vondelpark en heeft in periode 2018 tot en met 2023 succesvol bij Londen gebroed.

.
Figuur 4. De verspreiding en talrijkheid van de Nijlgans als pleisteraar op basis van de tellingen uit het Watervogelmeetnet (Sovon Vogelonderzoek Nederland)
Ruien
De meeste Nijlganzen ruien hun vliegveren in de maanden juli en augustus. Dan kunnen ze circa drie weken niet vliegen. De rui verloopt niet zo synchroon als bij de andere ganzen. De Nijlganzen die succesvol jongen grootbrengen, ruien hun vliegveren meestal in hun territorium. De man meestal iets eerder dan de vrouw. De ruigroepen bestaan grotendeels uit subadulte vogels en vogels met een mislukt broedsel.
Frank Majoor & André van Kleunen
Ringaflezingen doorgeven
Waarnemingen van geringde vogels zijn nog steeds zeer welkom en kunnen worden ingevoerd via de website submit.cr-birding.org.
Kijk op exoten
Dit artikel verscheen in de nieuwsbrief Kijk op Exoten. Deze nieuwsbrief maakt onderdeel uit van het Signaleringsproject Exoten, dat op initiatief van het Team Invasieve Exoten (Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit) is opgestart.