In de kijker: Gea van der Veen

Fryslân is dé provincie die in de wintermaanden grote aantallen ganzen herbergt. Maar hoeveel? Om hier duidelijkheid over te kunnen geven, worden maandelijks grote delen van Fryslân geteld door veel vrijwilligers waaronder Gea van der Veen. Gea telt iedere maand in twee gebieden alle ganzen en zwanen en komt van alles tegen. Haar tellingen geven veel inzicht in de vogels van de noordelijke streken die bij ons op visite zijn.

Gea van der Veen
Gea van der Veen in actie tijdens Ganzen en zwanentelling © Eva van der Wal

"In 2018 had ik mij aangemeld voor een basiscursus vogels en vogelherkenning van het IVN in Leeuwarden. Gewoon, omdat ik iets nieuws wilde proberen en wilde kijken of ik meer geïnteresseerd zou raken in vogels. Ja dus.

Vanaf de eerste cursusavond werd ik er door gegrepen. Twee jaar later heb ik mij aangemeld voor de cursus wad- en watervogels tellen van Sovon. Ik wilde meer weten van deze vogelsoorten en ben al jaren gebiologeerd door de ganzen die voor mij de winter aankondigen. Tijdens de eerste avond, gegeven door onder andere Sjouke Scholten, werd verteld dat het mogelijk zou zijn om te gaan tellen voor Sovon. Dat leek mij nog wat hoog gegrepen, maar na de cursus ben ik door Sjouke benaderd of ik interesse had en heb ik twee telgebieden bij mij in de buurt gevonden waar ik maandelijks aan de slag ging."

In welke gebieden tel je?

"Ik tel in twee prachtige gebieden in het zuidwesten van Fryslân: het plot Warns-Hemelum, landerijen begrensd door weg en water, en het plot Zuidermeerpolder-Roodeklif dat grofweg langs de dijk van het IJsselmeer loopt met Warns en Stavoren aan de ene kant tot Laaksum aan de andere kant. Ik tel daar vanaf januari 2021, een voorzichtig begin. Gewoon gestart om uit te proberen, geen idee hoe het zou gaan en wat ik ervan zou vinden en of ik het überhaupt zou kunnen. Meestal tel ik alleen, maar ik ga ook vaak samen met een vriendin. Gezellig en handig. Twee zien meer dan één en wanneer zij rijdt kan ik alvast kijken. Zeker bij de midwintertelling in januari is het fijn om samen te gaan. Dan letten we ieder op verschillende soorten."

Wat is je drijfveer om vogels te tellen?

"Het is fijn om op deze manier een bijdrage te leveren aan het werk van Sovon. Het leukste van het tellen vind ik om te zien dat ganzen blijkbaar toch hun voorkeur hebben qua eetplek en te checken of ze weer op hun favoriete plek zitten of niet. En ik word toch ook elke keer weer verrast, doordat er minder vogels zijn dan verwacht. Minder Brandganzen ten opzichte van de Kolganzen of andersom.

Ook kom je soms ineens een grote groep Goudplevieren of Wulpen tegen, deze hoef ik niet te tellen, maar ik neem ze wel graag even mee. Daarnaast vind ik het verloop van de extra soorten zoals de Buizerd, Torenvalk en Grote Zilverreiger die ik tel mateloos interessant. Vooral de roofvogels hebben hun territorium. Het is elke keer weer een sport om ze te spotten. En ik maak altijd weer even een uitstapje op de dijk bij het IJsselmeer om te spieken wat er in het water zwemt. Vaak grote groepen Kuifeenden en Zaagbekken. Zwanen zitten daar ook regelmatig, helaas minder op het land in mijn plots. Voor mij is het tellen een mooie combi waarin ik geniet van de vogels en de prachtige omgeving van Zuidwest-Friesland. En wanneer we samen tellen, kunnen we tegelijk even bijkletsen, ook niet onbelangrijk."

Hoe gaat het tellen in zijn werk?

"Ik probeer in ieder geval mijn telgebieden te doorkruisen en op mijn manier alles zo goed mogelijk in kaart te brengen. Ook probeer ik altijd binnen de aangegeven periode te tellen en op een moment dat er in ieder geval ganzen kunnen zijn. Ze moeten eerst van de slaapplaats komen en vertrekken aan het eind van de middag weer, dus niet te vroeg en niet te laat. Meestal tel ik aan het eind van de ochtend, of begin van de middag.

Ik ben een verrekijkermens, deze gebruik ik altijd bij mijn tellingen. Handig om in de hand te hebben, en ook bij het verplaatsen altijd bij de hand. Het nadeel van tellen met de verrekijker is wel dat je minder ver zicht hebt. De ganzen kunnen op erg grote afstand zitten, soms een rij bomen ertussen, waardoor het moeilijker is om te tellen en om soorten te onderscheiden. Het lukt dan echt niet om te zien of er ook nog Grauwe Ganzen tussen de Kolganzen zitten. Invoeren van de tellingen doe ik ter plaatse in de app Avimap. Erg handig. Ook fijn dat er een controle opzit wanneer je de telling upload, bijvoorbeeld wanneer er een soort gespot is die eigenlijk niet in je gebied voorkomt."

Hoe ga je om met het tellen van grote groepen?

"Het tellen zelf was - en is nog steeds - wel wennen en oefenen. Ik maak blokken van 10, 50, 100 en tel zo door. Het blijven echter vogels. Ze zitten niet altijd stil en niet altijd op dezelfde manier. Soms erg verspreid, dan weer ver weg in een enorme kluit op elkaar. Dat maakt het tellen niet altijd makkelijk. Het is vooral een uitdaging wanneer er tijdens het tellen een grote groep aan komt vliegen en er midden tussenin gaat zitten. Ik probeer deze groep in de lucht te schatten en vervolgens te onthouden waar ik op de grond was met tellen. Een groep die wegvliegt tijdens het tellen is ook interessant, die probeer ook wel mee te nemen. Op grote afstand zijn de Grauwe ganzen en Kolganzen soms wel moeilijk te onderscheiden maar het geluid van de Kolganzen geeft vaak snel de doorslag.

Mijn tweede telgebied is erg glooiend, vaak zit er een grote groep Brandganzen tussen twee glooiingen in, waardoor ze niet goed te zien zijn. Dan denk ik wel eens, jongens kan dat nou niet anders. Dat wordt dan een schatting. Dus ja, het goed aangeven van aantallen vind ik erg moeilijk: schat ik te hoog of te laag in? Ik hou mijzelf maar vast aan dat wat ik heb meegekregen tijdens de cursus, namelijk dat elk persoon eigenlijk altijd dezelfde afwijking heeft, dus altijd te laag of te hoog schat waardoor de waarneming weer zuiverder wordt. En het gaat uiteindelijk om de aantalsontwikkelingen."

Welke veranderingen zie je in jouw telgebied?

"Ik heb de indruk dat er sprake is van een afname. Ik tel dit jaar in ieder geval minder ganzen in mijn gebied. Maar goed, ik tel nog niet zo lang, dus of dat waar is weet ik nog niet. Ik meen ook minder vluchtbewegingen van ganzen te zien. Hoe de afname komt? Daar heb ik echt geen helder idee over, ik kom niet verder dan klimaatverschijnselen, of vogelgriep."

Heb je tips voor andere tellers?

"Een cursus vooraf is wel heel handig om te doen. Verder zou het fijn zijn als je mee kan lopen met iemand die het al vaker heeft gedaan. En niet bang zijn om vragen te stellen. Ik heb Sjouke af en toe benaderd, hoe pak ik het nu precies aan etc. Heel fijn dat dit kan. En verder… gewoon beginnen.

Waarom zou je meedoen aan deze tellingen?

"Naast dat tellingen informatie oplevert die bijdraagt aan natuurbeleid en -beheer in Nederland, is het vooral erg leuk om te doen. Een mooie combinatie van vogels kijken en buiten zijn. Verder leer ik veel van de soorten en krijg je binding met het gebied waar je telt, iets wat ik leuk vind. Ik zie op de website veel gebieden die nog niet geteld worden en waar wel veel ganzen en zwanen zitten. Het is jammer dat hier nog niets mee gedaan wordt, dus ik hoop dat er mensen zijn die dit op willen pakken.

Via de website kun je je heel gemakkelijk aanmelden voor een gebied bij jou in de buurt om eens in de maand in jouw gebied te gaan vogelen!"

Watervogelteller in actie langs rivier

Tellingen van alle watervogels of alleen ganzen en zwanen in waterrijke gebieden om hun verspreiding en aantallen te volgen.

Tijd
4 out of 5 stars
Kennis
3 out of 5 stars