Betrouwbare ganzentellingen

Momenteel vinden er belangrijke veranderingen plaats in het beleid ten aanzien van zomer- en winterganzen. Zowel door Sovon als leden van de KNJV en Wildbeheereenheden (WBE's) werden ganzen in de afgelopen jaren geteld. Alterra vergeleek de uitkomsten van deze tellingen. Het rapport stelt dat de Sovon-methodiek betrouwbare resultaten oplevert.

De uitkomsten van het rapport van Alterra zijn samengevat in het laatste nummer van Sovon-Nieuws. Voor alle onderzochte soorten in gebieden met teloverlap bleken tellers van de WBE consequent (vaak fors) hogere aantallen op te geven. De precieze oorzaken van deze grote verschillen zijn niet te duiden, omdat simultane tellingen ontbreken. Wel is de aanpak van de tellers en aansturing verschillend. Tellers van WBE's werken pas sinds 2012 met een protocol, telden tot voor kort ook overvliegende groepen mee en werken vooral perceelsgewijs. Het belangrijkste verschil met de telgebieden van Sovon is dat de grote wateren (bijv. rivieren, grote meren, IJsselmeer, Waddenzee) niet als zodanig binnen een wildbeheereenheid vallen. De hier getelde aantallen worden toegevoegd aan de aangrenzende WBE, maar hierbij vindt geen landelijke sturing plaats. 

Vergelijkingen

De data die Sovon verzamelt zijn vergeleken met resultaten van andere tellingen,  zoals de punttransecttellingen (PTT) en halsbandaflezingen. Een vergelijking met de synchroon uitgevoerde telling van Kleine Rietganzen in Friesland liet bijvoorbeeld een grote mate van overeenkomst zien. Het rapport stelt dat bovengenoemde vergelijking aangeeft dat de Sovon-telmethodiek voor deze soorten goede resultaten geeft. Aangezien dezelfde methodiek wordt aangewend voor andere soorten, is te verwachten dat de Sovontellingen over het algemeen in betrouwbare cijfers resulteren.