Internationale ooievaarstelling 2024: resultaten uit Nederland
In 2024 vond binnen heel Europa en in delen van Azië en Noord-Afrika de achtste internationale ooievaarstelling plaats. De vorige telling was alweer 10 jaar geleden. Hoog tijd om weer op internationale schaal te onderzoeken hoe het ervoor staat met de broedpopulatie van de Ooievaar. In Nederland is de telling onder coördinatie van de werkgroep STORK en Sovon door velen opgepakt. Daardoor hebben we een goed overzicht van de populatie.
Nog altijd nemen Ooievaars toe, zo blijkt uit de Nederlandse resultaten. Dankzij vogelaars die jaarlijks het aantal paren in telgebieden bijhouden is het mogelijk om een schatting voor het hele land te maken. In 2024 werden er meer Ooievaars vastgesteld dan het voorgaande jaar. Ging het in 2023 nog om naar schatting 1550-1750 broedparen aanwezig, in 2024 bedroeg het totaal 1750-2000 broedparen. Dat komt neer op een toename van ruim 10%, een groei zoals we de afgelopen jaren van de Ooievaar gewend zijn. Het einde van deze toename lijkt op dit moment nog niet in zicht.
Groot aantal nestkaarten
In het kader van de Internationale Ooievaarstelling werd ook informatie verzameld over de broedprestaties van de Ooievaar, zodat de prestaties tussen landen vergeleken kunnen worden. Waarnemers gaven massaal gehoor aan de oproep om in 2024 zoveel mogelijk nestgegevens van Ooievaars te verzamelen op nestkaarten: van maar liefst 819 broedsels kwamen nestkaarten binnen, een recordaantal. Hiermee hebben we broedgegevens van ca. 45% van de Nederlandse populatie, een fantastische steekproef om betrouwbare uitspraken te doen over het broedsucces van de Ooievaar en vergelijkingen te maken met andere landen. We hopen dat waarnemers ook de komende jaren nesten blijven volgen en nestkaarten doorgeven.
Verrassende broedresultaten
De vele binnengekomen nestkaarten laten zien dat 2024 voor Ooievaars een vrij gemiddeld broedjaar was. Het percentage nesten waarop minimaal één jong groot werd bedroeg 76%. Gemiddeld over 1995-2023 is dit nestsucces 75%. Per succesvol nest vlogen er gemiddeld 2,2 jongen uit, ook een vrij gebruikelijk aantal wanneer je dit vergelijkt met de gemiddeld 2,1 jongen over 1995-2023. Als we deze broedresultaten verrekenen met de landelijke populatie, kunnen we inschatten dat er in 2024 waarschijnlijk rond de 3.000 jonge Ooievaars in Nederland succesvol zijn uitgevlogen.
Deze broedresultaten waren behoorlijk verrassend. Kleine ooievaarsjongen kunnen grote regenval vaak niet goed verdragen en lopen het risico onderkoeld te raken. Het voorjaar van 2024 ging de boeken in als het natst gemeten voorjaar ooit. De verwachting was dus dat Ooievaars een slecht broedseizoen zouden hebben. In sommige regio’s viel het succes inderdaad tegen: zo vlogen er in Den Haag bij nagenoeg de helft van alle bezette nesten geen jongen uit. De verliezen bleken in het algemeen echter mee te vallen. In andere regio’s was het echter juist een gemiddeld of zelfs goed broedseizoen. Zo werden er in Drenthe en delen van Friesland verrassend goede broedresultaten behaald.
Het is lastig om te verklaren waarom Ooievaars minder last hadden van de regenval dan verwacht. Mogelijk hebben de relatief hoge temperaturen in het voorjaar geholpen. Ook kan het dat de vroegere nesten de dans hebben ontsprongen omdat de ergste regen pas in de tweede helft van mei viel, waardoor jongen uit vroege nesten al groot genoeg waren om zichzelf warm te houden. De indruk was wel dat vroegere nesten succesvoller waren.
Internationale resultaten in de loop van 2025
De Nederlandse resultaten zijn inmiddels doorgegeven aan de NABU (Naturschutzbund Deutschland), die de Internationale Ooievaarstelling coördineert. De verwachting is dat de organisatie in de loop van 2025 de gegevens van nagenoeg alle landen binnen het verspreidingsgebied van de Ooievaar verzamelt en de resultaten samenbrengt. Lees meer over de telling op de website van de NABU en bekijk daar eventueel ook de resultaten van de vorige telling in 2014, toen er een schatting werd gemaakt van een wereldpopulatie van 265.000-285.000 Ooievaars (Duitstalig en Engelstalig beschikbaar). Wanneer de internationale resultaten van de telling van 2024 beschikbaar komen, zullen we deze uiteraard delen en vergelijken met de resultaten uit Nederland.